Hoofdstuk 3.0.1. Wanneer is er sprake van een groep?
Een groep is een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch met elkaar zijn verbonden. Hoewel het gaat om verschillende juridisch vennootschappen, gaat het bij een groep om een economische eenheid met een centrale leiding, waarbij de feitelijke zeggenschap van belang is.
De noodzaak van het vervallen van arbeidsplaatsen wordt beoordeeld aan de hand van de bedrijfseconomische omstandigheden van de betrokken onderneming en niet – indien van toepassing – aan de hand van de bedrijfseconomische omstandigheden van de groep als geheel. De financiële gegevens van de groep zijn dus niet nodig als de oorzaak van de slechte financiële situatie is gelegen bij de dochter die de ontslagaanvraag indient.
Het laten vervallen van arbeidsplaatsen binnen een onderneming kan als noodzakelijk worden aangemerkt voor een doelmatige bedrijfsvoering binnen de desbetreffende onderneming die verlies draait, ondanks het feit dat in concernverband winst wordt gemaakt. In een dergelijke situatie kan de werkgever niet verweten worden dat hij passende maatregelen treft, activiteiten reorganiseert en zo nodig op personeelskosten bezuinigt. Het feit dat in concernverband winst wordt gemaakt, doet hier niet aan af.
Een slechte financiële situatie bij de groep kan wel voor het groepshoofd een geldige reden zijn om bijvoorbeeld van de groepsmaatschappijen te verlangen kostenbesparende maatregelen te nemen en/of mee te werken aan een reorganisatie ten behoeve van de continuïteit van de groep als geheel. Ook een winstgevend onderdeel van de groep zal dan verplicht zijn aan een dergelijke opdracht gevolg te geven. Bij de beoordeling van de ontslagaanvraag zal de werkgever in die situatie met behulp van de stukken van de groep aannemelijk moeten maken dat sprake is van een slechte financiële situatie bij de groep. Vervolgens zal de werkgever onder overlegging van de opdracht van het groepshoofd en stukken van zijn onderneming aannemelijk moeten maken dat hij bij de uitvoering van die opdracht in redelijkheid kon komen tot het laten vervallen van arbeidsplaatsen binnen zijn onderneming.
Het zou dan gaan om het overleggen van de volgende stukken:
- een organogram van de groep waarin is aangegeven hoe de zeggenschaps-, bestuurlijke en financiële verhoudingen binnen de groep geregeld zijn;
- een prognose van de resultatenrekening van de groep voor de komende 26 weken bij ongewijzigd beleid;
- een prognose van de resultatenrekening van de groep voor de komende 26 weken bij gewijzigd beleid;
- de volledige geconsolideerde resultatenrekening van het lopende boekjaar van de groep tot en met datum indiening ontslagaanvraag;
- de 2 voorafgaande volledige geconsolideerde jaarrekeningen.
Wat geeft het UWV aan over de criteria voor een groep?
Het begrip groep komt uit het vennootschapsrecht. De Ontslagregeling verwijst in artikel 1, onderdeel e, naar artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek voor de begripsbepaling. Daarin wordt de groep omschreven als een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen, groepsmaatschappijen genaamd, organisatorisch zijn verbonden. Het gaat om een economische eenheid van organisatorisch verbonden partijen met centrale leiding. Vanuit het groepshoofd beschouwd is sprake van één (economische) entiteit. Juridisch echter is sprake van meerdere entiteiten, alle met eigen rechten en verplichtingen. De feitelijke zeggenschap is van belang. Die hoeft niet samen te hangen met de eigendomsverhoudingen. Zo kan de zeggenschap in een rechtspersoon gebaseerd zijn op bezit van een meerderheid van de aandelen of als dat niet het geval is op het recht om meer dan 50% van de stemmen te mogen uitbrengen. Het is van belang om inzicht te hebben in de groepsverhoudingen, zodat inzicht kan worden verkregen in het grotere economische geheel, naast het inzicht in de losse juridische entiteiten. De economische realiteit prevaleert.
Zoals gezegd volgt uit artikel 3 van de Ontslagregeling dat de noodzaak van het vervallen van arbeidsplaatsen wordt beoordeeld aan de hand van de bedrijfseconomische omstandigheden van de betrokken onderneming en niet, indien van toepassing, aan de hand van de bedrijfseconomische omstandigheden van de groep als geheel. Volgens de toelichting op artikel 3 is de ratio van deze regel dat het laten vervallen van arbeidsplaatsen binnen een afzonderlijke onderneming noodzakelijk kan zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering, en dat daaraan niet afdoet dat in het (concern)verband waartoe deze onderneming behoort, als geheel genomen winst wordt gemaakt. Maar een slechte financiële situatie bij de groep kan wel voor het groepshoofd een geldige reden zijn om bijvoorbeeld van de groepsmaatschappijen te verlangen kostenbesparende maatregelen te nemen en/of mee te werken aan een reorganisatie ten behoeve van de continuïteit van de groep als geheel. Ook een winstgevend onderdeel van de groep zal dan verplicht zijn aan een dergelijke opdracht gevolg te geven. Bij de beoordeling van de ontslagaanvraag zal de werkgever in die situatie met behulp van de stukken van de groep aannemelijk moeten maken dat sprake is van een slechte financiële situatie bij de groep. Vervolgens zal de werkgever onder overlegging van de opdracht van het groepshoofd en stukken van zijn onderneming aannemelijk moeten maken dat hij bij de uitvoering van die opdracht in redelijkheid kon komen tot het laten vervallen van arbeidsplaatsen binnen zijn onderneming.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 3 over het einde van een dienstverband via het UWV. Zie voor meer informatie.
Alle vragen over bedrijfseconomisch ontslag door het UWV
Voor meer informatie over andere ontslaggronden, kunt u kijken naar:
3.1. Arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege
3.2. Arbeidsovereenkomst eindigt met wederzijds goedvinden
3.5. Ontbinding arbeidsovereenkomst door kantonrechter (overige gronden)
3.6. Ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst en overlijden
3.7. Werkloosheid
3.8. Sociaal-plan en outplacement
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.