Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 14 augustus 2018 | Auteur: Sanne Coevert
Geen ondubbelzinnige opzegging
Uit een onlangs gepubliceerd arrest is gebleken dat per brief een arbeidsovereenkomst opzeggen niet altijd tot een ondubbelzinnige opzegging leidt.
Het ging in dit arrest om een pakketbezorger die bij BVK werkte. Er is nooit een schriftelijke arbeidsovereenkomst getekend, maar beide partijen hebben aangegeven dat er wel sprake was van een arbeidsovereenkomst. De pakketbezorger heeft een brief ondertekend en aan BVK gestuurd waarin is vermeld dat hij de arbeidsovereenkomst per eerst mogelijke datum wenst te beëindigen. Dit was volgens hem per 29-1-2016. De tekst is getypt, met uitzondering van de genoemde datum. Deze datum is met de hand geschreven en geplaatst op een stippellijn in een daartoe opengelaten ruimte. Op de brief staat verder geen datum van verzending.
Op 3-2-2016 heeft BVK een brief naar de pakketbezorger gestuurd waarin ze hebben gereageerd op de opzegging: ´Van onze boekhouder hebben wij mogen vernemen dat u uw dienstverband bij BVK Koeriers per direct heeft beëindigd door middel van een opzeggingsbrief. Dit betekent dat u vanaf 1 februari 2016 niet meer in dienst bent van BVK Koeriers. Wij betreuren de manier waarop u dit kenbaar maakt maar respecteren uw keuze. (…) U zult spoedig een eindafrekening van ons ontvangen.’
De kantonrechter heeft hierover geoordeeld dat er geen sprake was van een rechtsgeldige opzegging waardoor deze is blijven voortbestaan. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst per 1 juli 2016 ontbonden, nu tijdens de mondelinge behandeling naar voren kwam dat werknemer ook niet meer wilde werken voor BVK. De kantonrechter heeft verder voor recht verklaard dat de omvang van de overeengekomen arbeid 173,33 uur per maand bedraagt tegen een loon van €2.200,- bruto per maand. Verzoeken van de pakketbezorger tot toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding zijn afgewezen.
In hoger beroep betoogt BVK dat de arbeidsovereenkomst per 29-1-2016 is opgezegd en dat de overeengekomen arbeidsuren geen 173,33 uur per maand bedragen maar 90 uur. Daarnaast betoogt de pakketbezorger dat hij ten onrechte geen transitie- en billijke vergoeding heeft gekregen. Tevens zijn de overeengekomen arbeidsuren volgens de pakketbezorger geen 173,33 uur per maand maar 176 uur.
Volgens het Hof is de brief geen ondubbelzinnige verklaring die erop gericht is om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Het Hof kwam tot deze conclusie, omdat het gaat om een vooraf opgestelde opzeggingsbrief, welke brief dus niet is geschreven met het specifieke doel om daarmee de arbeidsovereenkomst per 29-1-2016 op te zeggen, ondanks de handgeschreven vermelding van die datum in de brief. Dit is in lijn met het feit dat de datum waartegen werd opgezegd, in de getypte tekst van de brief was opengelaten en kennelijk naderhand is ingevuld.
Daarnaast is in de bestreden beschikking overwogen dat zowel BVK, als haar boekhouder de pakketbezorger niet hebben gewezen op de gevolgen van de opzegging. Dit heeft BVK in hoger beroep niet bestreden, zodat vaststaat dat zij de werknemer niet heeft gewezen op de voor hem ernstige gevolgen van vrijwillige beëindiging van het dienstverband. Onder deze omstandigheden kan de brief van de werknemer niet worden gezien als een duidelijke ondubbelzinnige verklaring gericht op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en mocht BVK die brief ook niet in deze zin opvatten. De brief heeft de arbeidsovereenkomst dus niet doen eindigen.
Daarnaast heeft het Hof geoordeeld dat er geen transitie- en billijke vergoeding wordt toegekend, nu werknemer niet heeft kunnen bewijzen dat arbeidsovereenkomst eerder dan 1 juli 2014 is ingegaan en omdat er geen sprake is van verwijtbaar handelen van de werkgever. Ten slotte heeft het Hof geen uitspraak gedaan omtrent de arbeidsuren aangezien de bewijslast bij de werknemer ligt. Het Hof zal hem hiertoe de kans geven en heeft dit punt naar de volgende roldatum verwezen.
Zie de uitspraak van 24 juli 2018.
Lees meer over opzegging (hoofdstuk 3.3) en opzegging door werknemer (hoofdstuk 3.3.5.).
Geef een reactie