Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 27 juli 2016 | Auteur: Ivanka van Netten

Kinderen en jeugd gestresst door vakantiebaan 

De jeugd en jong volwassenen blijken gestresst te raken door hun vakantiebaan. Uit onderzoek blijkt dat door onregelmatige, onzekere roosters, hoge werkdruk en vervelende chefs of collega’s. Er is door het FNV onderzoek gedaan onder ruim 400 jongeren en 63% geeft aan dat door dit soort factoren werkstress veroorzaken tijdens hun vakantiebaan.

Er wordt aangegeven dat de jongeren aan het eind van de zomer op zijn en daardoor niet uitgerust beginnen aan school. Ook oorzaken als: te veel verantwoordelijkheden, geen pauze kunnen opnemen, pestgedrag en te weinig collega’s levert stress op bij de ondervraagden jongeren. Hierdoor worden de meeste vakantiewerkers er niet gezelliger op en zijn sneller geïrriteerd en uitgeput na een werkdag. Verder uit deze stress zich in somberheid, misselijkheid en slecht slapen.

Een oplossing hiervoor zou onder andere kunnen zijn dat werkgevers meer personeel aannemen, zodat de werkdruk afneemt. Ook meer complimentjes geven zou al prettiger zijn. Voor veel scholieren is het toch de eerste keer dat ze serieus buiten de deur werken. Voor deze jongeren is het ook vaak nog wennen.

Wat is van belang voor werkende jongeren?

Er zijn een aantal items die erg belangrijk zijn bij werkende jongeren. U moet hierbij denken aan loon (minimum jeugdloon), de ketenbepaling en arbeidstijden.

Het loon, de hoogte daarvan en vakantiebijslag wordt geregeld in de arbeidsovereenkomst of de CAO. Dit loon moet minimaal een bepaalde hoogte hebben waarover de medewerker de vrije beschikking krijgt. Een beding dat de medewerker aanspraak geeft op minder dan het minimumloon of minimumvakantiebijslag, is nietig wegens strijd met de wet. In plaats daarvan geldt het minimumjeugdloon, wat de medewerker kan vorderen.

Voor deze medewerkers van 15-22 jaar gelden minimumjeugdlonen. Per leeftijd moet er een bepaald percentage genomen worden van het minimum(bruto)loon zoals hierboven beschreven (art 8-3 WML). Dat is voor een medewerker van 15 jaar 30 %, 16 jaar 34.5 %, 17 jaar 39.5 %, 18 jaar 45.5 %, 19 jaar 52.5 %, 20 jaar 61.5 %, 21 jaar 72.5 %, 22 jaar 85 %. Dit staat in het besluit minimumjeugdloonregeling (art 2 BML).

Medewerkers van 13 en 14 jaar hebben geen recht op een minimumloon, al kan een CAO voor deze medewerkers wel een bepaald minimum loon met zich meebrengen. Voor deze medewerkers gelden wel nadere voorschriften voor arbeidstijden en het werk dat zij mogen verrichten

De ketenbepaling regelt wanneer elkaar opvolgende tijdelijke contracten overgaan in een vast contract. Sinds 1 juli 2015 ontstaat een vast contract als werkgever en werknemer: meer dan 3 elkaar opvolgende tijdelijke contracten afsluiten of langer dan 2 jaar gebruik maken van elkaar opvolgende tijdelijke contracten.

De ketenbepaling is niet van toepassing voor werknemers die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, als de gemiddelde omvang van de verrichte werkzaamheden ten hoogste twaalf uur per week, gemiddeld over de looptijd van hun overeenkomst bezien, heeft bedragen. Tot het achttiende jaar is in beginsel iedereen gebonden aan de leer- of kwalificatieplicht. Dit brengt met zich mee dat de arbeid voor het overgrote deel van deze groep noodzakelijkerwijs niet meer dan van bijkomstige aard kan en moet zijn. De ketenbepaling treedt in werking vanaf de dag waarop de werknemer de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. De lopende arbeidsovereenkomst op de dag waarop de werknemer de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, telt als een eerste arbeidsovereenkomst voor de berekening van het aantal aangegane arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. De duur van het contract wordt berekend vanaf de dag dat de werknemer de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.

De arbeidstijden voor kinderen en jeugdigen zijn vastgelegd in de desbetreffende wet.

Personen van vijftien jaar en jonger worden gezien als kinderen. Kinderen mogen alleen in onderstaande situaties werken. De werkgever verzorgt voorlichting voor de ouders van kinderen over de aard van de arbeid, de gevaren die daarbij spelen en de maatregelen die daartegen zijn genomen. Kinderen van 13 en 14 jaar mogen alleen op niet-schooldagen lichte niet-industriële hulparbeid verrichten voor maximaal 7 uur per dag en 12 uur per week. Voor 15 jarigen is dit 8 uur per dag en 12 uur per week. Kinderen mogen niet op zondag werken en in het algemeen niet werken tussen 19.00 en 07.00 uur.

Personen die 16 of 17 jaar zijn worden jeugdigen genoemd. Jeugdige werknemers mogen in beginsel geen arbeid verrichten op zondag, tenzij dat uit de aard van de arbeid voortvloeit. Ze mogen geen nachtdienst werken (van 23.00 tot 6.00 uur ’s ochtends) en de maximale arbeidsduur per dag is 9 uur (schooltijd wordt hierin meegerekend). Als de aard van het werk het vereist dan mag er op zondag gewerkt worden.

Personen van 18 jaar of ouder zijn meerderjarig.

Lees hier voor meer informatie over loon, ketenbepaling en arbeidstijdenwet