Inhoudsopgave hoofdstuk 4.1. - Loon
4.1. Loon
4.1.1. Wat is loon en welke loonvormen zijn toegestaan?
4.1.2. Hoe wordt het loon vastgesteld?
4.1.3. Is er loon verschuldigd?
4.1.3.1. Wanneer is de werkgever loon verschuldigd?
4.1.3.2. Wanneer is de werkgever geen loon verschuldigd?
4.1.3.3. Loon betalen terwijl de medewerker niet werkt
4.1.3.4. Het verschuldigd zijn van andere loonvormen
4.1.4. Hoe en wanneer moet het loon betaald worden?
4.1.4.1. De wijze waarop werkgever loon moet betalen
4.1.4.2. Wanneer de werkgever het loon uit moet keren
4.1.5. Gevolgen van het niet tijdig betalen van loon
4.1.5.1. Verschuldigde wettelijke verhoging en vergoeding
4.1.5.2. Handelswijze om loon te vorderen
4.1.5.3. Loonbelasting over te laat betaald loon
4.1.6. Minimum hoogte van het loon en vakantiebijslag
4.1.7. Prestatiebeloning, zoals stukloon en provisie
4.1.8. Loon en overdracht, verpanding, verrekening en beslag
4.1.8.1. Overdracht en verpanding van de loonvordering
4.1.8.2. Verrekenen vordering op de werknemer met het loon
4.1.8.3. Beslag op het loon
4.1.8.4. Voorschot op het loon/lening geven aan werknemer
4.1.9. Machtiging en betaling aan ouders van minderjarigen
4.1.10. Vrije besteding van het loon
4.1.10.1. Nietig beding dat verplicht om (koop)-overeenkomsten aan te gaan
4.1.10.2. Prestaties van de werkgever waarvoor loon wordt ingehouden
4.1.10.3. Prestaties van de werkgever waarvoor de werknemer een bedrag verschuldigd is
4.1.10.4. Werkkleding en gereedschap die nodig zijn voor het werk
4.1.11. Loonstrook
4.1.12. Fooien