Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 3 juli 2019 | Auteur: Sanne Coevert
Verplicht hoge hakken dragen op het werk: kledingvoorschrift of seksuele intimidatie?
Het is de afgelopen paar jaar al een aantal keren in het nieuws geweest, vrouwen die verplicht op het werk hoge hakken of jurken moeten dragen. Zo onlangs ook in Japan. Daar zette een grote groep vrouwen een actie op om de kledingvoorschriften die veel werkgevers hanteren te verbieden. Werkgevers mogen werkneemsters daar namelijk verplichten om hoge hakken te dragen. Bij de actie werden ruim 19.000 handtekeningen opgehaald die bij het ministerie van Werk en Gezondheid werden ingeleverd. De Japanse minister van Werk en Gezondheid vindt het niet nodig de kledingvoorschriften te verbieden. Hij noemt de voorschriften sociaal geaccepteerd, noodzakelijk en redelijk. In 2015 heeft een kantonrechter in Nederland hierover uitspraak gedaan.
Een werkgever vroeg om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens het onvoldoende functioneren van een werkneemster en wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Bij aanvang van de arbeidsovereenkomst heeft de werkgever er op aangedrongen dat de werkneemster zich representatief moest kleden. Van haar werd onder meer verwacht dat zij satijnen jurken en hoge hakken zou dragen. De werkneemster heeft hier veelal aan voldaan. Volgens de werkgever is er, nadat de medewerkster zich ziek had gemeld, een arbeidsconflict ontstaan omdat de medewerkster de directeur van seksuele intimidatie beschuldigde. Hierdoor is het vertrouwen van de werkgever in de werkneemster verloren gegaan. Daarnaast is er volgens de werkgever sprake van disfunctioneren.
Volgens de werkneemster was er geen sprake van disfunctioneren maar werd dit steevast genoemd wanneer zij niet voldeed aan de gestelde kledingvoorschriften. Het kwam voor dat als de werkneemster geen satijn droeg, de directeur haar naar huis stuurde zodat ze zich kon omkleden. De echtgenote van de directeur maakte de duidelijk dat de werkneemster satijn moest dragen om haar man ´kracht´ te geven. Als de werkneemster satijn droeg, noemde de directeur haar zijn ´glimkont´ en zei hij dat het hem ´geluk´ bracht als zij ´glim´ droeg. Wanneer de werkneemster geen satijnen kleding droeg, dan werd zij door de directeur en zijn echtgenote genegeerd en volgde er kritiek op haar functioneren.
Volgens de kantonrechter is er onvoldoende gewerkt aan het disfunctioneren van de werkneemster. Zo zijn er geen concrete doelen of cursussen voorgesteld. Ontbinding op grond van disfunctioneren is dan ook afgewezen. De tweede ontbindingsgrond is de verstoorde verhouding. Beide partijen zijn het erover eens dat de arbeidsverhouding zodanig is verstoord dat er geen mogelijkheid meer is voor voortzetting van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter ontbindt dan ook de arbeidsovereenkomst. Het geschil gaat volgens de kantonrechter alleen nog over de hoogte van de vergoeding. Art. 7:646 BW bepaalt dat een werkgever geen onderscheid mag maken tussen mannen en vrouwen in (onder meer) de arbeidsvoorwaarden en bij de arbeidsomstandigheden. De kantonrechter begrijpt de werkneemster aldus dat zij de werkgever verwijt direct onderscheid naar geslacht te hebben gemaakt doordat de directeur van haar heeft verlangd nauwsluitende satijnen kleding te dragen. De werkgever heeft niet weersproken dat er alleen bij vrouwelijke medewerkers op is aangedrongen satijn te dragen. Hierdoor is er sprake van direct onderscheid naar geslacht. In art. 7:646 lid 6 BW wordt het begrip seksuele intimidatie uitgewerkt. In lid 12 staat dat een werknemer alleen feiten hoeft te geven die het vermoeden geven dat er sprake is van seksuele intimidatie. De werkgever moet dan bewijzen dat hier geen sprake van is. Volgens de kantonrechter heeft de werkneemster voldoende het vermoeden gegeven dat er sprake is van seksuele intimidatie. De werkgever heeft niet kunnen bewijzen dat hier geen sprake van was. Hierdoor is de verstoorde arbeidsverhouding aan de werkgever te verwijten. De kantonrechter heeft een vergoeding van 20.000 euro aan de werkgever opgelegd. Daarnaast geeft de kantonrechter aan dat dit de werkneemster niet in de weg staat om ook een vergoeding voor de schade te vorderen.
Uit dit arrest blijkt dat bij kledingvoorschriften die verschillend zijn voor mannen en vrouwen, sprake is van onderscheid in de zin van art. 7:646 BW. Wanneer vrouwen dus hoge hakken en jurken moeten dragen en mannen niet, gaat dit tegen dit artikel in. Werkgevers doen er dus goed aan om de kledingvoorschriften gelijk te houden.
Hier leest u de volledige uitspraak
Hier vindt u meer informatie over kledingvoorschriften
Geef een reactie