Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 7 mei 2018 | Auteur: Sanne Coevert
Arbeidsongeschikt en vakantie
Iedere werknemer heeft het recht op vakantiedagen. Deze vakantiedagen zijn vier keer de wekelijkse arbeidsduur. Dit houdt in dat een werknemer die vijf dagen in de week werkt heeft recht op 20 vakantiedagen. Maar wat gebeurt er met de vakantiedagen wanneer een werknemer arbeidsongeschikt wordt?
Wanneer een werknemer arbeidsongeschikt is, behoudt hij het recht op vakantie. Als de werknemer op vakantie wil, beoordeelt de bedrijfsarts of er medische bezwaren zijn. De bedrijfsarts brengt advies uit en mede aan de hand van dit advies kan de werkgever toestemming geven. In deze situatie worden de vakantiedagen wel van het saldo van de werknemer afgeschreven. De bedoeling van vakantiedagen is dat de werknemer de tijd heeft om uit te rusten of om bij te komen van het werk. Wanneer de zieke werknemer tijdens zijn vakantie niet heeft kunnen uitrusten, kunnen deze dagen niet van het verlofsaldo worden afgeboekt. Er moeten voor de vakantie duidelijke afspraken worden gemaakt over het afboeken van vakantiedagen. De werkgever mag namelijk niet zonder toestemming van de werknemer vakantiedagen inhouden tijdens de ziekte, tenzij dit in de cao staat of in de arbeidsovereenkomst staat. Als de werknemer toestemming heeft gegeven over het afboeken van de vakantiedagen betekent dit dat de werknemer voor die periode is vrijgesteld van re-integratieverplichtingen.
Er zijn twee soorten vakantiedagen; wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Bij een werknemer waar geen sprake van ziekte is, vervallen de wettelijke vakantiedagen na een half jaar na afloop van het jaar waarin deze zijn opgebouwd. De bovenwettelijke vakantiedagen blijven 5 jaar geldig. De wettelijke vakantiedagen worden als eerste in mindering gebracht op het verlofsaldo.
Bij een werknemer waar wel sprake is van ziekte, zodanig dat deze niet in staat is geweest om vakantiedagen op te nemen, blijven ook de wettelijke vakantiedagen vijf jaar geldig. Dit geldt ook wanneer de werknemer wel op vakantie is geweest, maar daar niet heeft kunnen uitrusten.
De niet afgeboekte vakantiedagen zijn van belang aan het einde van het dienstverband. Na 2 jaar ziekte vervalt de loondoorbetalingsplicht. De werkgever kan er dan voor kiezen om het dienstverband te beëindigen. De werkgever moet dan de nog openstaande vakantiedagen uitbetalen.
Een werknemer die op vakantie ziek wordt en daardoor niet terug naar Nederland kan reizen moet met een aantal regels rekening houden. Zo moet de werknemer zich zo snel mogelijk maar binnen 24 uur ziekmelden bij zijn leidinggevende. Daarnaast mag de werkgever mag tijdens ziekte contact met de werknemer opnemen dus het is van belang dat de werknemer goed bereikbaar is. De werknemer moet zich in de plaats waar hij op vakantie is door een arts laten onderzoeken. Deze arts moet een verklaring opstellen waaruit blijkt dat de werknemer niet in staat is om te reizen. Deze verklaring moet na de vakantie aan de werkgever overhandigd worden. De werknemer dient, zodra hij daar fysiek voldoende tot in staat is, zo snel mogelijk terug naar Nederland te keren. Dit hoeft niet als de vakantie van de werknemer nog niet voorbij is. Zodra de werknemer terug in Nederland is zal hij zich bij de bedrijfsarts melden. Ten slotte is van belang dat deze regels duidelijk zijn bij de werknemer. Wanneer een werknemer zich niet aan de regels houdt, kan deze hierop worden aangesproken.
Het is dus voor een werknemer mogelijk om tijdens ziekte op vakantie te gaan. Echter, het is wel heel belangrijk dat er afspraken gemaakt worden en dat de voorwaarden duidelijk zijn.
Lees meer over ziekte en vakantie in hoofdstuk 4.2.2.7.
Geef een reactie