Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 2 maart 2017 | Auteur: Tjitske Dijkstra
Is afschaffen ploegendienst een eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarde?
De vier medewerkers zijn bij de werkgever in dienst als “productiemedewerker ploegendienst”. Zij ontvangen maandelijks 14% ploegentoeslag.
Per brief wordt deze medewerkers plotseling medegedeeld dat de werkgever stopt met de ploegendiensten voor een deel van het personeel De redenen daarvoor zijn onder meer dat in verhouding een te groot deel van het personeel boven de 55 jaar oud is en op grond van de cao ploegendiensten niet meer verplicht kunnen worden. Daarbij zou de belasting van werken in ploegen, in relatie met leeftijd, te hoog zijn.
Ook het ziekteverzuim van de medewerkers in ploegen is dermate hoog dat de werkgever daar beschermend in wil optreden naar zowel de medewerkers alsook de firma.
Het stoppen van de ploegendienst heeft voor deze werknemers tot gevolg dat de ploegentoeslag van 14% stopt.
De vier werknemers vorderen in kort geding onmiddellijke tewerkstelling in de ploegendienst. De voorzieningenrechter oordeelt dat Coatinc onvoldoende reden heeft om tot eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden over te gaan en veroordeelt Coatinc om werknemers weer te werk te stellen in de ploegendienst.
Het hof stelt voorop dat het werken in ploegendiensten en het ontvangen van een ploegentoeslag arbeidsvoorwaarden zijn en deze mogen niet eenzijdig worden ingetrokken door de werkgever:
“Het hof is voorshands van oordeel dat het werken in de ploegendienst en het ontvangen van de daarbij behorende ploegendiensttoeslag door [geïntimeerden] als tussen partijen overeengekomen arbeidsvoorwaarden hebben te gelden. In de arbeidsovereenkomsten is vermeld dat [geïntimeerden] bij Coatinc in dienst treedt als “productiemedewerker in ploegendienst” (onderstreping hof). Bovendien staat als door Coatinc onweersproken vast dat [geïntimeerden] jarenlang in de ploegendienst heeft gewerkt en dat hij gedurende die jaren de ploegendiensttoeslag ter hoogte van 14% van zijn salaris van Coatinc heeft ontvangen. heeft op basis van deze omstandigheden gerechtvaardigd erop mogen vertrouwen dat hij het recht had verworven in de ploegendienst te werken tegen betaling van de ploegendiensttoeslag. Anders dan Coatinc stelt, is het verplaatsen van [geïntimeerden] uit de ploegendienst niet als een instructierecht (volgens Coatinc het vaststellen van het werkrooster) in de zin van artikel 7:660 BW te beschouwen.”
“Bij de beoordeling daarvan gaat het hof ervan uit dat, zoals [geïntimeerden] onbetwist heeft gesteld, de ploegendienst niet is afgeschaft, maar enkel een aantal (oudere) werknemers – onder andere [geïntimeerden] – uit de ploegendienst zijn gehaald.”
Het hof bekrachtigt derhalve het vonnis van de rechtbank en stelt de werknemers in het gelijk. .
Zie de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 februari 2017: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2017:882
Lees meer over Veranderen van onderwerpen die in de arbeidsovereenkomst zijn vastgelegd
Geef een reactie