Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 3 november 2016 | Auteur: Tjitske Dijkstra
Concurrentiebeding niet geldig omdat motivatie pas later is ondertekend
Werkgever en werknemer zijn een arbeidsovereenkomst met elkaar aangegaan, welke is ingegaan per 1 april 2015. Het gaat om een jaarcontract. De arbeidsovereenkomst is op 18 februari door partijen ondertekend en bevat een concurrentiebeding. In de overeenkomst is echter geen motivatie opgenomen.
Deze motivatie wordt echter op 30 maart door de werkgever opgesteld en alsnog door beide partijen ondertekend.
Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst op 24 november 2015 tussentijds opgezegd per 1 januari 2016 en is vervolgens per 1 januari 2016 bij nieuwe werkgever in dienst getreden die zich net als werkgever bezighoudt met nieuwbouw en verbouw.
Werkgever vordert daarom veroordeling van werknemer tot onverkorte nakoming van het concurrentiebeding en de daaraan verbonden boete.
De vraag is of tussen partijen een concurrentiebeding geldt. Een beding tussen werkgever en werknemer waarbij werknemer wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn is bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd slechts geldig als uit de bij dat beding opgenomen schriftelijke motivering van werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen (artikel 7:653 lid 1 en 2 BW). Deze bepaling geldt sinds 1 januari 2015.
De arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer is hier aangegaan op 18 februari 2015. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentie- en relatiebeding opgenomen, maar in dat beding wordt niet gemotiveerd vanwege welke zwaarwegende bedrijfs- en dienstbelangen dat beding is opgenomen. Die motivering dateert van 30 maart 2015, dus van ná het aangaan de arbeidsovereenkomst. Dit leidt naar het voorlopig oordeel van de kortgedingrechter tot de conclusie dat het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding nietig is. De op dat beding gebaseerde vordering van werkgever is daarom niet toewijsbaar.
De parlementaire geschiedenis vermeldt immers:
“Uit het voorgestelde artikel 7:653, lid 2, BW volgt dat het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst dient te zijn opgenomen. De motivering waar uit moet blijken dat dit beding noodzakelijk is, kan in het beding zelf, onder het beding, of in een apart document dat tezamen met het beding wordt opgesteld en getekend, worden opgenomen. Het opstellen van de motivering dient gelijktijdig met het aangaan van het beding plaats te vinden en aan de werknemer kenbaar te worden gemaakt. Als de motivering op dat moment geheel ontbreekt is het concurrentiebeding immers nietig.”
Zie de uitspraak van 18 oktober 2016: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2016:7885
Lees meer over concurrentiebeding
Geef een reactie