Hoofdstuk 1 Aangaan en inhoud van de arbeidsovereenkomst
Wat is een arbeidsovereenkomst? (1.1.)
Dit deel gaat als eerste in op het vraagstuk wanneer er sprake is van een arbeidsovereenkomst en wat dit met zich meebrengt (1.1.1.). Vervolgens worden de meeste voorbeelden uitgewerkt (1.1.2.). Is er geen arbeidsovereenkomst, dan wordt de vraag relevant om wat voor overeenkomst het wel gaat (1.1.3.).Verder volgt er een behandeling van wie er als werkgever kan optreden (1.1.4.). Bijzonder is de situatie waarbij één medewerker tegelijkertijd meerdere arbeidsovereenkomsten heeft gesloten met dezelfde werkgever (1.1.5.). Tot slot gaat hoofdstuk 1.1 in op medewerkers in dienst bij de overheid en onderwijzend personeel (1.1.6.).
Tot stand komen van de arbeidsovereenkomst (1.2.)
Hierbij gaat het om de precontractuele fase (sollicitatie fase) (1.2.1.) en het mondeling of schriftelijk aangaan van de arbeidsovereenkomst (1.2.2.). Daarna volgt een behandeling van de nietige of vernietigbare arbeidsovereenkomst (1.2.3.) en de opgavenplicht van de werkgever (1.2.4.).
Inhoud van de arbeidsovereenkomst (1.3.)
Na een algemene inleiding (1.3.1.) wordt er ingegaan op de tijd waarvoor partijen de arbeidsovereenkomst aangaan (1.3.2.). Verder komen de volgende bedingen aan de orde die in de arbeidsovereenkomst hun plaats kunnen krijgen: proeftijdbeding (1.3.3.);concurrentiebeding (1.3.4.); boetebeding (1.3.5.); beding waarin geregeld wordt in hoeverre er tijdens ziekte loon doorbetaald wordt (1.3.6.); geheimhoudingsbeding (1.3.7.); detacheringsbeding (1.3.8.); beding waarin (bepaalde) nevenwerkzaamheden worden verboden (1.3.9.); beding omtrent flexibiliteit in de arbeidsovereenkomst (1.3.10.).
Rechten en plichten van de werkgever en de medewerker
Door het aangaan van de arbeidsovereenkomst gelden er bepaalde rechten en plichten tussen partijen. Daarbij gaat het onder andere om de rechten en plichten uit het arbeidscontract en de wet, terwijl er ook gedacht wordt aan het goed werkgeverschap en het goed werknemerschap (1.4.). Doorgaans gelden er eveneens verplichtingen op grond van een cao (1.5.) en/of reglement (1.6.).
Bijzonderheden als de medewerker een vreemdeling is of als de werkgever een vennootschap of een maat van een maatschap is
De situatie tussen de medewerker en werkgever is meer complex wanneer de medewerker een vreemdeling is (1.7.), dan wel wanneer de werkgever een maat (of maten) van een maatschap is of de werkgever een vennootschap is (1.8.).
Arbeidsvoorziening en stimulerende maatregelen voor werklozen
Het arbeidsbureau treedt op als bemiddelaar tussen werkgever en medewerkers teneinde de werkgelegenheid terug te dringen en beter te verdelen (1.9.). Bepaalde moeilijk bemiddelbare medewerkers kunnen gesubsidieerde arbeid verrichten, met het doel om hun aan (reguliere) arbeid te helpen (1.10.).
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 1 over het aangaan van de arbeidsovereenkomst en de rechten en plichten die hierdoor ontstaan. U vindt in dit deel informatie over:
1.1. Wat is een arbeidsovereenkomst en welke contracten zijn er?
1.2. Tot stand komen van de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer
1.3. Inhoud van de arbeidsovereenkomst (o.a. contract bepaalde tijd, concurrentiebeding, proeftijd, nevenwerk, boetebeding, geheimhouding, detachering)
1.4. Rechten en plichten door aangaan arbeidscontract
1.5. Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
1.6. Reglement / personeelshandboek
1.7. Verrichten van werk door vreemdelingen
1.8. Medewerkers in dienst van een maatschap of vennootschap
1.9. Arbeidsbemiddeling door het UWV
1.10. Stimulerende maatregelen voor werklozen
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.