Wel dringende reden, ook transitievergoeding

| Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 4 april 2017 | Auteur: Tjitske Dijkstra |

Wel dringende reden, ook transitievergoeding

Werknemer is reeds 10 jaar in dienst bij werkgever. Werknemer heeft zich ziekgemeld op 12 september 2016, terwijl hij in het verleden reeds vaker ziekgemeld was. Hij was volgens de bedrijfsarts wel in staat om passende werkzaamheden te verrichten, wat hij is gaan doen. In oktober wordt hij vervolgens aangesproken door de leidinggevende die vindt dat werknemer een te lage productiviteit heeft.

De werknemer draaide daarop door, stelde zich intimiderend op en gooide papieren van de leidinggevende die op het bureau lagen op de grond, zwaaide met zijn armen en schreeuwde dat hij ziek naar huis zou gaan. Ook de bedrijfsleider kreeg hem niet rustig. De werknemer gaat ook tegen hem tekeer en op het parkeer terrein ging de tirade voort waarbij de werknemer met een vuist tegen de container slaat.

Nadat de werknemer vervolgens was omgekleed en de voorman tegenkwam, stormde de werknemer ook op hem af en nam een dreigende houding aan met gebalde vuisten. De bedrijfsleider is er tussen gesprongen. De werkgever besluit de werknemer te schorsen en nader onderzoek te verrichten.

Er vindt een gesprek plaats de volgende dag met de werknemer waarvan een verslag is gemaakt. Hier kon de werknemer uiterlijk tot 18 oktober op reageren. Tijdens het gesprek op 19 oktober wordt de werknemer op staande voet ontslagen. De werknemer had zich ondertussen laten doorverwijzen naar een psychiater.

De werknemer dient een verzoek in tot vernietiging van het gegeven ontslag op staande voet. Het ontslag op staande voet zou niet onverwijld gegeven zijn en er zouden geen omstandigheden die het ontslag op staande voet rechtvaardigen, aangezien de werkgever de medische klachten van de werknemer steeds maar bleef miskennen en in plaats daarvan de werknemer steeds maar bleef aanspreken op zijn lage productiviteit. Voor het geval de kantonrechter het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet mocht afwijzen, vordert de werknemer toekenning van de transitievergoeding.

De kantonrechter oordeelt dat het ontslag wel onverwijld is gegeven: “De door [werkgever] geschetste gang van zaken na 13 oktober 2016 is door [werknemer] niet betwist. Naar het oordeel van de kantonrechter kan dan ook niet gezegd worden dat [werkgever] niet voortvarend te werk is gegaan.”

De rechter stelt voorts: “De door [werkgever] in de ontslagbrief omschreven handelingen zijn onderbouwd door de diverse door [werkgever] overgelegde verklaringen. Uit deze handelingen kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat [werknemer] zich dreigend en agressief jegens collega’s heeft opgesteld.”

“Het voorgaande levert een dringende reden op voor ontslag op staande voet omdat van [werkgever] in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet gevergd kon worden het dienstverband met [werknemer] langer voort te zetten. De persoonlijke omstandigheden aan de kant van [werknemer] kunnen niet tot een ander oordeel leiden.”

De kantonrechter is derhalve van oordeel dat er sprake is van een terecht gegeven ontslag op staande voet, doch is van mening dat er wel recht is op een transitievergoeding: “De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, omdat daarvoor een dringende reden aanwezig was. Aan de ernstige verwijtbaarheid doet echter afbreuk dat het gebeuren op 13 oktober 2016 weliswaar heftig en confronterend was en dat meerdere collega’s er indringend bij betrokken zijn geraakt, maar, hoewel [werknemer] beweerdelijk temperamentvol schijnt te zijn, zijn er niet eerder vergelijkbare gebeurtenissen voorgevallen. Door een samenloop van omstandigheden is [werknemer] buiten zichzelf geraakt en heeft hij zijn emoties niet kunnen bedwingen. Die omstandigheden zijn grotendeels bepaald door de aanrijding met een verkeerd geplaatste container op de parkeerplaats en de frustratie dat hij er weer op gewezen werd dat zijn productie de vorige dag onvoldoende was. Er is sprake van een ongelukkig samenstel van omstandigheden die de verhoudingen onherstelbaar hebben beïnvloed, maar die in de gegeven omstandigheden niet zonder meer als ernstig verwijtbaar geoordeeld kunnen worden nu aannemelijk is dat [werknemer] zich een korte periode niet in de hand had.”

Een oordeel over ernstig verwijtbaar handelen staat daarmee los van het oordeel of er sprake is van een dringende reden die het ontslag op staande voet rechtvaardigt.

Zie de uitspraak van Rechtbank Oost – Brabant van 3 maart 2017: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOBR:2017:1311

Lees meer over Ontslag op staande voet

Dit bericht is gepost in Nieuws. Bookmark de link.