hoofdstuk 1.3.9. Verbod nevenwerkzaamheden in arbeidsovereenkomst
Nevenwerkzaamheden
In beginsel mag een medewerker nevenwerkzaamheden verrichten, dat wil zeggen naast zijn werk ander werk uitvoeren. Dit wordt in de praktijk vooral gedaan door parttimers, hoog geschoolde medewerkers en medewerkers in bepaalde sectoren zoals het onderwijs.
Nevenwerkzaamheden moeten onderscheiden worden van concurrerende activiteiten van de medewerker, die zich kunnen voordoen na het einde van de arbeidsovereenkomst. Dat is mogelijk in strijd met een concurrentiebeding, wat in hoofdstuk 1.3.4 wordt uitgewerkt (1.3.4.). Gaat het niet om werk (incl. vrijwilligerswerk), maar om andere nevenactiviteiten, dan is mogelijk het hoofdstuk over scheiding tussen werk en privé van belang (7.).
Verboden nevenwerkzaamheden
Tot bepaalde nevenwerkzaamheden mag een medewerker niet overgaan. Nog al wat cao’s brengen een verbod tot nevenwerkzaamheden met zich mee. Het is mogelijk zinvol dit nader te regelen, als de cao slechts een minimum schept en natuurlijk ook indien de cao geen regeling met zich meebrengt. Daarbij moet wel rekening gehouden worden met het belang van de medewerker bij nevenwerkzaamheden. Zijn recht op de vrijheid van arbeidskeuze (zie artikel 19 van de grondwet) eindigt niet bij het in dienst treden bij een werkgever. Het belang bij inkomen, tijdsbesteding en een zinvolle invulling geven aan het leven blijft ook dan bestaan. De werkgever dient zijn belang af te wegen met het belang van de medewerker. Een volledig verbod of een te strak verbod is doorgaans nietig, aangezien er dan doorgaans te snel aan het belang van de medewerker voorbij is gegaan.
Zijn de nevenwerkzaamheden niet uitdrukkelijk verboden, dan zal een medewerker zich toch moeten onthouden van nevenwerkzaamheden waarmee hij zijn eigen werkgever concurrentie aandoet. Het gaat hier om concurrentie door het aanbieden van producten of diensten die nagenoeg gelijk zijn aan de producten en diensten van de werkgever of die daarvan een vervanging zijn. Ook niet-concurrerende werkzaamheden kunnen verboden zijn als daardoor de medewerker zijn werk bij de werkgever niet meer naar beste vermogen kan verrichten. Dat doet zich bijvoorbeeld voor wanneer de medewerker uitgeput op het werk verschijnt door het verrichten van werk in de avonduren of in het weekend.
Wetsvoorstel
Naar verwachting zal per 1 augustus 2022 het wetsvoorstel in werking zal treden waarin belangrijke beperkingen zijn opgenomen voor het nevenwerkzaamhedenbeding. Door de wetswijziging zal een verbod op nevenwerkzaamheden als hoofdregel niet rechtsgeldig meer kunnen worden bedongen. Uitzonderingen zijn dus slechts beperkt mogelijk en slechts op grond van objectieve redenen. Met andere woorden: Indien in de arbeidsovereenkomst is bepaald dat het verrichten van arbeid voor een ander in het geheel niet is toegestaan en daarvoor geen objectieve reden bestaat of kan worden aangetoond, is het (nevenwerkzaamheden)beding nietig. Het is daarbij overigens niet noodzakelijk dat in het beding zelf een rechtvaardigingsgrond is opgenomen.
Het wetsvoorstel stelt invoering van artikel 7:653a BW voor. Thans is het nevenwerkzaamhedenbeding nog niet wettelijk geregeld. Het voorstel luidt als volgt:
“Artikel 653a
- Een beding waarbij de werkgever verbiedt of beperkt dat de werknemer voor anderen arbeid verricht buiten de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht bij die werkgever, is nietig, tenzij dit beding kan worden gerechtvaardigd op grond van een objectieve reden.
- De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in dit artikel aan hem toegekende rechten geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend.”
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 1 over het aangaan van de arbeidsovereenkomst en de rechten en plichten die hierdoor ontstaan. U vindt in dit deel informatie over:
1.1. Wat is een arbeidsovereenkomst en welke contracten zijn er?
1.2. Tot stand komen van de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer
1.3. Inhoud van de arbeidsovereenkomst (o.a. contract bepaalde tijd, concurrentiebeding, proeftijd, nevenwerk, boetebeding, geheimhouding, detachering)
1.4. Rechten en plichten door aangaan arbeidscontract
1.5. Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
1.6. Reglement / personeelshandboek
1.7. Verrichten van werk door vreemdelingen
1.8. Medewerkers in dienst van een maatschap of vennootschap
1.9. Arbeidsbemiddeling door het UWV
1.10. Stimulerende maatregelen voor werklozen
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.