Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 23 augustus 2019 | Auteur: Sanne Coevert
Vaststellingsovereenkomst geldt al bij akkoord, maar afwijking ten gunste van de werknemer is toegestaan
Wanneer er een vaststellingsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer getekend wordt, hebben de partijen 14 dagen de tijd om alsnog van de overeenkomst af te zien. In het volgende arrest wordt duidelijk dat die termijn al in gaat wanneer beide partijen elkaar hebben laten weten dat ze akkoord gaan met de vaststellingsovereenkomst. Er mag overeengekomen worden dat de termijn van 14 dagen ontbinding gaat lopen vanaf het moment van het tekenen van de overeenkomst, nu dat de werknemer meer tijd geeft en dus een afwijking is ten gunste van de werknemer.
De situatie:
De werkgever en werknemer hebben besloten om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Hiervoor is op 20 december door de werkgever een concept vaststellingsovereenkomst naar de werknemer gestuurd waar de werknemer mee akkoord is gegaan. Diezelfde dag is door de werkgever twee exemplaren van de vaststellingsovereenkomst naar de werknemer gestuurd. Het door de werknemer ondertekende exemplaar is op 27 december weer bij de werkgever bezorgd. Op 7 januari geeft de werknemer aan alsnog de vaststellingsovereenkomst te willen ontbinden. De werknemer vordert nakoming van de arbeidsovereenkomst. De werkgever heeft als standpunt dat de partijen op 20 december al akkoord zijn gegaan met de vaststellingsovereenkomst. Hierdoor zou het termijn om de overeenkomst te ontbinden, al zijn verlopen.
De beoordeling:
De kantonrechter is het eens met de werkgever dat voor het tot stand komen van de overeenkomst niet vereist is dat partijen een daartoe opgesteld stuk ondertekenen. Slechts is vereist dat partijen de tussen hen gemaakte afspraken op schrift hebben gesteld en dat partijen aan elkaar hebben laten blijken daarmee akkoord te zijn. De vaststellingsovereenkomst is dan ook tot stand gekomen op 20 december.
De tekst van de vaststellingsovereenkomst wijkt in dit geval af van de tekst van de wet. Hierin staat namelijk dat de werknemer de overeenkomst kan ontbinden binnen 14 dagen na ondertekening. Volgens de kantonrechter mocht de werknemer erop vertrouwen dat hij de overeenkomst binnen die termijn zou mogen ontbinden. Daarbij moet worden opgemerkt dat de wet het toestaat dat pas bij ondertekening het termijn ingaat. Art. 7:670b lid 2 BW is van dwingend recht waardoor het niet is toegestaan om het recht van de werknemer te beperken. Het is echter wel toegestaan om een ruimere termijn voor de werknemer af te spreken. De kantonrechter stelt de werknemer dan ook in het gelijk en veroordeelt de werkgever om de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst na te komen.
De conclusie:
De werknemer is dus door de kantonrechter in het gelijk gesteld. In principe gaat de termijn lopen vanaf het moment dat de partijen het eens zijn over de definitieve vaststellingsovereenkomst. Hier is dus een handtekening niet voor verplicht. Nu echter in de vaststellingsovereenkomst staat dat het termijn gaat lopen vanaf ondertekening, is de termijn pas gaan lopen op 26 december, de dag van ondertekening. Hierdoor was de ontbinding door werknemer op tijd.
Lees hier de uitspraak
lees hier meer over de vaststellingsovereenkomst
Geef een reactie