Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 8 mei 2019 | Auteur: Sanne Coevert

Juridische basis tegen ongewenst gedrag op de werkvloer

Ongewenst gedrag op de werkvloer komt in elke sector wel voor. Werkgevers hebben de plicht om hun medewerkers te beschermen tegen dit soort gedrag. In de Arbeidsomstandighedenwet wordt dit de zorgplicht tegen psychosociale arbeidsbelasting genoemd. Onder deze arbeidsbelasting vallen onder andere omstandigheden zoals seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld.

Om haar medewerkers te beschermen, moet een werkgever beleid voeren tegen ongewenst gedrag. In verschillende wetten wordt aandacht besteed tegen ongewenst gedrag op de werkvloer. In art. 7:658 BW staat dat werkgevers maatregelen moeten nemen en aanwijzingen moeten geven om te voorkomen dat medewerkers bij de uitvoering van hun werk schade lijden. Daarnaast is er specifiek het verbod op ongelijke behandeling tussen mannen en vrouwen dat regelt dat er een verbod geldt voor intimidatie (agressie) en seksuele intimidatie. In art. 7:646 BW staat dat in geval van een voldoende vermoeden dat ongelijke behandeling (seksuele intimidatie) heeft plaatsgevonden, een omkering van de bewijslast mogelijk is. Dit houdt in dat wanneer een klager met feiten komt waarmee het vermoeden ontstaat dat er seksuele intimidatie heeft plaatsgevonden, het aan de beklaagde is om te bewijzen dat dit niet heeft plaatsgevonden. Dit geldt dus alleen bij seksuele intimidatie.

Het verbod op discriminatie staat algemeen uitgewerkt in artikel 1 van de Grondwet. Volgens dit artikel moet iedereen in Nederland in gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Discriminatie op welke grond dan ook is verboden. Discriminatie wordt specifieker uitgewerkt in verschillende wetten zoals:

• De Algemene Wet Gelijke Behandeling, met daarin gelijke kansen op werk en arbeidsvoorwaarden en een verbod op onderscheid op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksualiteit of burgerlijke staat.
• De Wet Gelijke Behandeling Mannen en Vrouwen, hierin staat specifiek het verbod op seksuele intimidatie opgenomen.
• Wet Gelijke Behandeling op grond van Handicap of Chronische ziekte.
• Wet Gelijke Behandeling op grond van Leeftijd.

Ongewenst gedrag is op bepaalde gronden ook vervolgbaar:

• Openlijke geweldpleging (141 Sr)
• Schennis van de eerbaarheid (239 Sr)
• Belediging (266 Sr)
• Bedreiging met een misdrijf (285 Sr)
• Mishandeling (300, 301 en 302 Sr)

Werkgevers moeten dus medewerkers beschermen tegen ongewenst gedrag door hiertegen beleid te voeren. Daarnaast is in verschillende wetgeving ongewenst gedrag verboden en is bepaald gedrag zelfs verboden middels het strafrecht.

 

Kijk hier voor meer informatie omtrent omgaan met ongewenst gedrag