Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 27 november 2018 | Auteur: Gabriëlla Velting
Soms recht op financiële vergoeding voor naleving concurrentiebeding
Wanneer er in de arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding is opgenomen, kan dit belemmeringen opleveren voor werknemer die na eindigen van zijn dienstverband op zoek gaat naar een nieuwe baan. Wanneer die belemmeringen zodanig zijn dat het de werknemer moeilijk wordt gemaakt om een andere baan te vinden of wanneer de werknemer zodanig wordt belemmerd dat hij genoegen moet nemen met een lager betaalde baan, kan de werknemer recht hebben op een vergoeding wegens het naleven van het concurrentiebeding zoals deze geldt.
Als de werknemer recht meent te hebben op een vergoeding wegens naleving van het concurrentiebeding moet hij de rechter verzoeken deze vergoeding toe te kennen. Er wordt niet vaak gebruik gemaakt van deze mogelijkheid, nu dit verzoek zeer weinig wordt toegekend, maar uit onderstaande situatie blijkt dat het wel de moeite waard kan zijn.
Uitspraak Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het over een DJ die zijn arbeidsovereenkomst met zijn werkgever opzegt en naast zijn baan een aantal maanden eerder ook werkzaam is geworden als zelfstandig ondernemer. Na het einde van zijn arbeidsovereenkomst met de werkgever gaat de DJ als zelfstandig ondernemer werkzaamheden verrichten bij een directe concurrent van de werkgever. De werkgever wijst de DJ op het concurrentiebeding en dat hem als gevolg daarvan niet is toegestaan werkzaamheden te verrichten bij deze concurrent. Het concurrentiebeding geldt binnen een straal van 15 kilometer vanaf de organisatie van de werkgever voor de duur van 1 jaar na einde dienstverband.
De werkgever stelt grote belangen te hebben bij de naleving van het concurrentiebeding, aangezien de DJ een trekpleister is voor het publiek dat de werkgever wil aantrekken. Schending van het concurrentiebeding zou gevolgen hebben voor het bedrijfsdebiet van de onderneming.
De DJ betwist het spoedeisende belang en de rechtsgeldigheid van het concurrentiebeding. Hij vraagt de rechter om schorsing van het beding en mocht het concurrentiebedingbeding in stand blijven een redelijke vergoeding toe te kennen wegens de belemmeringen die hij ervaart vanwege het concurrentiebeding.
In eerste aanleg oordeelt de kantonrechter dat de werknemer zich moet houden aan het concurrentiebeding. De kantonrechter beperkt wel de omvang van het concurrentiebeding door de straal en de duur van het concurrentiebeding te verminderen. Er wordt geen vergoeding aan de DJ toegekend.
Het Hof oordeelde dat de kantonrechter een juiste belangenafwegingen heeft gemaakt als het gaat om het feit of er sprake is van oneerlijke concurrentie. Wel neemt het Hof in zijn beslissing nog mee dat de werkzaamheden van de DJ geheel zijn gericht op Zaandam en dat hij buiten Zaandam weinig bekendheid heeft. De DJ heeft dan ook kunnen aantonen dat hij, door het concurrentiebeding na te leven, minder inkomsten heeft kunnen verwerven. Het Hof vond dat het daarom ook redelijk en billijk te achten was de werkgever de DJ financieel tegemoet komt voor de naleving van het concurrentiebeding en bepaalt dat de werkgever een maandelijkse vergoeding schuldig is van €450,- over een periode van bijna zes maanden:
“Appellant heeft door het overleggen van financiële gegevens voorshands voldoende aannemelijk gemaakt dat hij na zijn vertrek bij Wonder’s en nadat Wonder’s hem in kort geding had gedwongen zijn activiteiten als DJ op de Dam in Zaandam te staken, slechts een zeer beperkt inkomen heeft kunnen verwerven. Zijn eenzijdige gerichtheid op Zaandam in de tijd bij Wonder’s is daar mogelijk debet aan geweest, maar wat daar verder ook van zij, duidelijk is dat met het verbod zoals dat tot 1 juni 2017 gold appellant vooralsnog in belangrijke mate werd belemmerd in zijn mogelijkheden inkomen te verwerven. Tegen die achtergrond is het redelijk en billijk te achten dat Wonder’s, die een aanzienlijk financieel belang heeft om appellant aan het non-concurrentiebeding te houden zoals hiervoor is overwogen, appellant dan ook financieel tegemoet komt.”
Zie de uitspraak van 30 januari 2018 van het Gerechtshof Amsterdam.
Conclusie
In deze zaak werd naleving van het concurrentiebeding gehandhaafd, omdat de werkgever hier een groot belang bij had. Het concurrentiebeding voorkomt namelijk dat de DJ publiek van de werkgever meeneemt naar de concurrent en de werkgever hierdoor schade leidt. Daarnaast wordt de DJ beschermd tegen een voor hem zwaar drukkend concurrentiebeding door een financiële vergoeding toe te kennen als compensatie voor het mislopen van inkomsten vanwege het concurrentiebeding.
Lees meer over het concurrentiebeding in hoofdstuk 1.3.4.
Geef een reactie