Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 4 oktober 2018 | Auteur: Gabriëlla Velting
Geen concurrentiebeding, toch schadeplichtig
Een concurrentiebeding beperkt de werknemer om na het einde van zijn dienstverband bepaalde werkzaamheden uit te voeren als zelfstandige of bij een soortgelijke andere onderneming. Op deze manier zorgt de werkgever ervoor dat de ex-werknemer (specialistische) kennis en vaardigheden niet meeneemt naar een andere onderneming. Zo wil de werkgever concurrentie met andere ondernemingen beperken.
Ook gebeurt het vaak dat er in de arbeidsovereenkomst géén concurrentiebeding wordt opgenomen. Toch kan het dan zo zijn dat de ex-werknemer schadeplichtig is wanneer hij de concurrentie met zijn oude werkgever aangaat. Er kan dan sprake zijn van een onrechtmatige daad.
Uit jurisprudentie blijkt dat er pas sprake is van onrechtmatige concurrentie wanneer “voormalig werknemer gebruik maakt van kennis en gegevens omtrent klanten, opgedaan bij de voormalige werkgever, waarmee hij stelselmatig en substantieel duurzaam handelsdebiet van de voormalige werkgever afbreekt.” (Arrest Boogaard/Vesta HR 9 december 1955, NJ 1956/157)
Het moet dus zo zijn dat de ex-werknemer structureel klanten van de oude werkgever probeert weg te kapen en dat hij hierbij gebruik maakt van kennis en gegevens van deze klanten die hij heeft opgedaan bij de oude werkgever.
In een vonnis van de rechtbank Gelderland oordeelde de rechter dat er sprake was van zo’n onrechtmatige daad. In deze zaak was een werknemer tussen 1 september 2009 en 22 december 2012 werkzaam bij een verzekeringsbedrijf, dat zich richt op verzekeringen voor de zendingswerker. Na het einde van het dienst verband is de werknemer een eigen onderneming gestart. Ook de eigen onderneming van de werknemer ging verzekeringen aan zendingswerkers aanbieden.
Bij de beoordeling of er sprake is van onrechtmatige concurrentie hield de rechtbank er rekening mee dat de onderneming van de oud-werkgever van werknemer een specialistisch bedrijf is dat weinig tot geen concurrentie kent en zich richt op een zeer specifieke doelgroep. De oprichting van de eigen onderneming van de werknemer zorgt ervoor dat een grote concurrent ontstaat voor de onderneming van werkgever.
Ook nam de rechtbank in haar beoordeling mee dat aan getoond kon worden dat de werknemer zijn kennis over zijn specifieke doelgroep enkel had opgedaan tijdens zijn dienstverband en dat werknemer gericht klanten van de werkgever had aangeschreven. In de mails die werknemer aan deze klanten had toegezonden bleek dat de kosten van werknemer beduidend lager liggen dan de kosten van werkgever, waar de oud-werknemer ook duidelijk op heeft gewezen in zijn aanschrijvingen.
De rechtbank oordeelde dat er in deze zaak sprake was van onrechtmatige concurrentie. Ook was de rechtbank van mening dat de oud-werkgever schade heeft geleden. Er waren namelijk een aantal grote klanten overgestapt naar de werknemer waardoor er omzetverlies is geleden en waardoor werkgever ook medewerkers heeft moeten ontslaan. Hierdoor was er volgens de rechtbank stelselmatig en substantieel duurzaam het handelsdebiet van de voormalige werkgever afgebroken. De hoogte van de schade wordt in een andere procedure bepaald.
Deze rechtszaak laat zien dat een werkgever, ondanks dat er geen concurrentiebeding is overeengekomen, in sommige gevallen toch recht heeft op een schadevergoeding wanneer een oud-werknemer de concurrentie aangaat met de organisatie.
Zie de uitspraak van 19 november 2014 van rechtbank Gelderland.
Lees meer over het Concurrentiebeding (hoofdstuk 1.3.4.)
Geef een reactie