Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 8 februari 2018 | Auteur: Marlie Idrissou
Vijfjaarscontract: een mooie middenweg?
Op 19 januari 2018 pleitte de president-directeur van KLM, Pieter Elbers, voor de invoering van een vijfjaarscontract in de cao voor het grondpersoneel: ‘’we moeten met onze tijd meegaan. Ook vanuit de overheid worden mobiliteit van personeel en de roep om bijscholing steeds benadrukt. Daarom is het goed dat wij daar als grote werkgever ook naar kijken”. Verschillende vakbonden, waaronder de FNV, willen voorkomen dat andere werkgevers zijn voorbeeld volgen.
KLM zette echter niet de eerste stap. Al in april 2017 introduceerden verschillende supermarken een compromis tussen de tijdelijke en vaste banen: de tussenbaan. Werknemers met dit contract hebben een tijdelijk baan met een duur van vier jaar en krijgen extra tijd en geld voor bijscholing. Een opleiding zou de kansen op een baan na het einde van het contract vergroten, waardoor de kloof tussen vaste werknemers en flexwerkers wordt verkleind. Het werd met goedkeuring van de vakbonden CNV en FNV opgenomen in de nieuwe cao voor supermarkten. Een schril contrast met de reacties op Elberts’ pleidooi.
De supermarkten gaven echter aan dat de tussenbaan geschikt is voor iedereen die deze baan daadwerkelijk als een ‘’tussenbaan’’ van hun loopbaan ziet, dus voornamelijk voor scholieren en studenten. De overgrote meerderheid van de bijna driehonderdduizend medewerkers werkt in een supermarkt dan ook op basis van een tijdelijk contract. Dit in tegenstelling tot KLM, waar de meeste functies op basis van een vast contract worden uitgeoefend. Tegenstanders vrezen dat de mogelijkheid om te kiezen voor tussenbanen werkgevers gaat aanzetten om geen vaste contracten meer aan te bieden. Hoewel tussenbanen voor meer zekerheid zorgen dan tijdelijk banen, komt het niet in de buurt van de zekerheid die een vast contract biedt. Zo wordt een werknemer met een tussenbaan niet doorbetaald wanneer hij ziek is.
Daarnaast kunnen er ook vraagtekens gezet worden bij de opleidingscomponent. FNV-bestuurslid Zakaria Boufangacha zei het volgende hierover: ‘’Het argument dat je met een vijfjaarscontract meer gestimuleerd zou zijn om te blijven leren, is “de wereld op zijn kop“. De werkgevers moeten de primaire verantwoordelijkheid hebben dat zij investeren in hun mensen. Zij moeten zich bewust zijn dat wanneer ze iemand in dienst nemen, ze vooruit moeten denken. Het risico ligt nu volledig bij de werknemer, en de werkgever kan achteroverleunen.”
De tussenbaan is in beginsel niet in strijd met de ketenregeling. Op grond van de wet kan er namelijk eenmaal een tijdelijk contract afgesloten worden dat langer is dan twee jaar. Tot werking van de ketenregeling zal het echter waarschijnlijk niet komen, aangezien het bij een dergelijke tussenbaan kennelijk niet de bedoeling is om deze te verlengen. Dit langere tijdelijke contract kan overigens nog wel eenmaal opgevolgd kan worden door een contract korter dan 3 maanden zonder dat er een contract voor onbepaalde tijd ontstaat.
De ketenregeling is aan de orde wanneer er sprake is van opvolgende contracten, dus overeenkomsten die elkaar binnen een periode van 6 maanden opvolgen. Voor meer concrete informatie over de toepassing van de ketenregeling, zie hoofdstuk 3.1.2. Hier vindt u ook voorbeelden van wanneer een tijdelijk contract wordt omgezet in een vast contract en hoe dit kan worden voorkomen door de werkgever.
Geef een reactie