Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 9 februari 2017 | Auteur: Tjitske Dijkstra
Geen overtreding geheimhoudingsbeding bij versturen bedrijfsgegevens naar privé-e-mail
Werkneemster heeft bij werkgever haar dienstverband opgezegd, waarbij zij heeft aangekondigd bij een andere werkgever in dienst te zullen gaan treden. Werkgever heeft de ontslagname bevestigd en werkneemster gewezen op de concurrentie-, relatie- en geheimhoudingsbedingen in de arbeidsovereenkomst.
Na haar ontslagname heeft werkneemster vanuit haar kantoor bij werkgever diverse prijslijsten, een bouwtekening, een offerte, een orderbevestiging en een elektronische prijzencalculator voor afdichtingen van draaiende onderdelen (oliekeringen) naar haar privé-e-mail gezonden.
De werkneemster heeft de kantonrechter verzocht de overeengekomen bedingen te vernietigen. Werkgever heeft zich daartegen verzet en heeft bovendien gesteld dat de werkneemster het geheimhoudingsbeding heeft geschonden door diverse stukken naar haar privé-email te sturen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkneemster gebonden is en blijft aan de beperkende bedingen. Ook oordeelde de kantonrechter dat de werkneemster het geheimhoudingsbeding had geschonden en een boete verschuldigd was. De werkneemster ging daartegen in beroep.
In het geheimhoudingsbeding is het volgende opgenomen:
“De werknemer zal tegenover derden, daaronder begrepen personeel van de werkgever, tijdens en na de dienstbetrekking strikte geheimhouding betrachten omtrent alles wat bij de uitoefening van zijn functie ter zijner kennis komt in verband met zaken en belangen van de werkgever. Deze geheimhoudingsverplichting omvat eveneens alle gegevens, waarvan de werknemer uit hoofde van zijn functie van cliënten of andere relaties van de werknemer kennis neemt.”
Tijdens de zitting bij de behandeling door het Hof geeft werkneemster aan dat zij de e-mails met bedrijfsinformatie alleen naar haar eigen e-mailadres heeft gestuurd en niet met derden heeft gedeeld. Vaststaat dat daarnaast dat werkneemster het procesdossier tijdens de mondelinge behandeling in eerste aanleg aan de nieuwe werkgever heeft getoond en dat dat procesdossier ook de uitgeprinte bedrijfsinformatie bevatte die werkneemster in elektronische vorm naar zichzelf had toegestuurd. Werkgever stelt zich op het standpunt dat werkneemster ook daarmee het geheimhoudingsbeding heeft overtreden.
Het Hof oordeelt dat het vervolgens aan de werkgever is om te bewijzen dat de werkneemster de e-mails wel degelijk met derden heeft gedeeld. Nu werkgever daartoe geen bewijs heeft geleverd, moet er van de juistheid van de mededeling van de werkneemster uitgegaan worden. Het hof verwerpt dus de stelling van de werkgever dat de werkneemster het geheimhoudingsbeding al heeft overtreden doordat zij de bedrijfsinformatie aan haar privé-emailadres heeft toegezonden.
Het Hof geeft verder aan dat werkneemster haar nieuwe werkgever slechts inzage heeft verstrekt. Zij heeft hem geen afschrift van (delen van) het procesdossier gegeven, althans het is niet komen vast te staan dat zij dat heeft gedaan. Het (volgens werkgever) belangrijkste onderdeel van de bedrijfsinformatie die werkneemster naar haar e-mailadres had gestuurd, was de elektronische calculator. Deze calculator maakt (naar zijn aard) geen onderdeel uit van het – papieren – dossier en is door nieuwe werkgever dus ook niet ingezien.
De conclusie van het Hof is derhalve dat werkneemster het geheimhoudingsbeding niet heeft geschonden, nu niet aangetoond kan worden dat de bedrijfsgegevens aan derden zijn verstrekt. Vandaag heeft ……
Zie de uitspraak van Gerechtshof Den Haag van 15 november 2016.
Lees meer over Geheimhouding
Geef een reactie