Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 20 oktober 2016 | Auteur: Tjitske Dijkstra
Geen transitievergoeding wegens verwijtbaar handelen in privésfeer
Werknemer is op 1 maart 1999 bij MSD in dienst getreden. Hij was daar laatstelijk werkzaam als Analytisch Laboratorium Assistant. In zijn functie controleerde werknemer of de producten van MSD aan de voorgeschreven kwaliteitseisen voldeden.
Werknemer is op 8 november 2015 aangehouden op verdenking van handel in verdovende middelen. In zijn woning zijn ruim 100 XTC-pillen, een aantal liter GBL/GHB, ruim 20 gram speed en ruim 1000 pillen Kamagra in beslag genomen. Kamagra is een illegaal geneesmiddel dat erectiebevorderend werkt. Werknemer heeft twee dagen in voorarrest gezeten. Hij heeft niet zijn werk verzuimd omdat hij reeds eerder voor die twee dagen verlof had opgenomen in verband met een examen.
De politie heeft MSD over de aanhouding en de reden daarvan bericht. De politie heeft ook aangegeven te vermoeden dat werknemer zelf drugs gebruikt. MSD heeft werknemer geschorst en intern onderzoek verricht. Uit dat onderzoek bleek dat werknemer gedurende anderhalf jaar drugs en erectiepillen verhandelde tijdens feestjes die hij organiseerde voor en met zijn vrienden. Werknemer heeft verklaard dat hij in de weekeinden zelf ook drugs gebruikt, maar niet verslaafd is. Daarnaast bleek dat werknemer niets bij MSD heeft weggenomen en dat het drugsgebruik van werknemer geen invloed heeft gehad op zijn werk.
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden met ingang van 15 februari 2016 en voor recht verklaard dat MSD aan werknemer geen transitievergoeding verschuldigd is.
Tijdens de mondelinge behandeling voor het Hof heeft werknemer meegedeeld dat hij sinds 1 juni 2016 werkzaam is bij een nieuwe werkgever. Hij heeft vervolgens zijn verzoeken tot veroordeling van MSD tot herstel van de arbeidsovereenkomst en tot betaling van een billijke vergoeding ingetrokken, zodat het in dit hoger beroep alleen nog gaat om de vraag of werknemer recht heeft op een transitievergoeding.
Het Hof geeft aan dat de wetgever voor ogen heeft staan dat voor ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden en dat niet snel mag worden aangenomen dat geen transitievergoeding verschuldigd is.
Het Hof beoordeeld het als volgt:
“Uit hoofde van zijn functie wist hij van de veiligheidsrisico’s van illegale geneesmiddelen. Voorts wist, dan wel behoorde hij te weten, op welke wijze hij kan controleren of een geneesmiddel geregistreerd is en of een recept verplicht is. Ook kon en behoorde hij te weten wat de risico’s zijn van het gebruik van illegale medicatie zonder diagnose en/of recept. Het verstrekken van verdovende middelen en illegale geneesmiddelen is in strijd met de doelstelling en de daarmee samenhangende normen en waarden van MSD die gericht zijn op het beschermen en verbeteren van de volksgezondheid en staat haaks op de werkzaamheden die [appellant] bij MSD verrichtte.
Daarbij gaat het handelen van werknemer niet om een incident, maar om langdurig en structureel gedrag.”
Dat dit alles zich in de privésfeer heeft afgespeeld, acht het Hof gelet op de aard en inhoud van de functie van werknemer van onvoldoende belang. Juist gelet op de aard van de werkzaamheden van werknemer mocht MSD ervan uitgaan dat hij zich privé niet structureel zou bezighouden met het actief verstrekken van een illegaal geneesmiddel en verdovende middelen, ondanks dat dit geen invloed heeft gehad op zijn werk.
De conclusie van het Hof is: “Gelet op het voorgaande is het Hof van oordeel dat werknemer het vertrouwen van MSD zodanig onwaardig is geworden dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen in de zin van artikel 7:673 lid 7 sub c BW. Dit betekent dat MSD in beginsel geen transitievergoeding verschuldigd is aan de oud-werknemer.”
Zie de uitspraak van 6 oktober 2016: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2016:4487
Lees meer over transitievergoeding
Geef een reactie