Medezeggenschap
Definitie:
“Het recht van werknemers om invloed uit te oefenen op de besluitvorming binnen een onderneming of instelling. Het gaat om inspraak bij besprekingen en besluitvorming. Werknemers kunnen binnen de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of jaarlijkse vergadering invloed uitoefenen op de onderneming waar zij werken.”
Medezeggenschap in het arbeidsrecht
Door middel van een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging kunnen werknemers invloed uitoefenen op de beslissingen bij de werkgever. De ondernemingsraad dient ter verbetering van het functioneren van de onderneming in algemene zin, waarbij de raad de medewerkers vertegenwoordigt. Dit doet de raad bijvoorbeeld door het voeren van overleg met de bestuurder(s) van de onderneming en het geven van advies of instemming bij bepaalde besluiten.
Het is afhankelijk van het aantal medewerkers in de onderneming of er een verplichting bestaat tot het instellen van een ondernemingsraad. Het gaat om werknemers die in de onderneming werkzaam zijn op grond van een arbeidsovereenkomst of ambtelijke aanstelling. Daarbij kunnen dus ook gedetacheerde medewerkers meetellen, hoewel zij aan derden uitgeleend worden.
Een ondernemer is gehouden om een ondernemingsraad in te stellen als er ten minste 50 medewerkers in de onderneming werkzaam zijn (art 2 WOR). Medewerkers die per week slechts een beperkt aantal uren werken worden ook meegeteld. Bij het tellen van het aantal medewerkers worden bepaalde medewerkers buiten beschouwing gelaten, namelijk:
− de bestuurders (art 1-4 WOR);
− medewerkers die slechts in een bepaald periode (seizoen) in de onderneming werken daar zij niet “in de regel” in de onderneming werkzaam zijn (art 2 WOR);
− personen die geen arbeidsovereenkomst met de ondernemer (rechtspersoon) hebben, zoals uitzendkrachten, freelancers (1.1.1.) (art 1-2 WOR). Zij tellen slechts dan mee, wanneer de ondernemingsraad en de ondernemer hiertoe hebben besloten, waarbij het alleen gaat om personen die regelmatig in de onderneming werkzaam zijn (art 6-4 WOR). Worden uitzendkrachten meer dan twee jaar ingeleend voor werk in de onderneming, dan tellen zij wel mee (art 1-3 WOR).
Bepaalde medewerkers die feitelijk niet (meer) in de onderneming werkzaam zijn worden wel meegeteld. Daarbij gaat het om arbeidsongeschikte medewerkers die nog steeds een arbeidscontract hebben. Verder tellen medewerkers mee die een contract hebben met de ondernemer, maar uitgeleend worden, waardoor zij werk verrichten voor een derde (art 1-3 WOR).
Een ondernemer voor wie minder dan 50 medewerkers werken heeft de mogelijkheid om een personeelsvertegenwoordiging in te stellen (art 35c WOR). Hiertoe is de ondernemer verplicht, wanneer de meerderheid van de medewerkers dit wenst en als er in de onderneming ten minste 10 medewerkers werken. Voor een personeelsvertegenwoordiging gelden andere regels, die in hoofdstuk 5.1.9. uitgewerkt worden (5.1.9.).
Een ondernemer die meerdere ondernemingen in stand houdt of tot een groep ondernemingen behoort, kan te maken krijgen met een gemeenschappelijke, groeps- of centrale ondernemingsraad (5.1.10.).