Ketenregeling
Definitie:
“De wettelijke regeling waarin wordt bepaald hoeveel tijdelijke arbeidsovereenkomst een werkgever mag aangaan met een werknemer, waarna er een contract voor onbepaalde tijd ontstaat.”
De ketenregeling in het arbeidsrecht
Een werkgever heeft twee mogelijkheden om ervaring op te doen met een werknemer, zonder direct een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te gaan. Naast het overeenkomen van een proeftijd, kan een werkgever meerdere tijdelijke arbeidsovereenkomst aangaan. In deze arbeidsovereenkomst is afgesproken dat het contract op een bepaalde datum eindigt. Dat wordt een einde van rechtswege genoemd, waarvoor geen opzegging is vereist. Dat is veelal een concrete einddatum, maar het kan ook gaan om het einde bij de afronding van een bepaalde opdracht of herstel van een zieke werknemer.
Indien een duidelijke einddatum bekend is, dan dient een werkgever een maand voor het einde van het contract aan te geven of het contract al dan niet wordt voortgezet, als ook tegen welke arbeidsvoorwaarden dat gebeurt bij voortzetting. Deze aanzegging moet schriftelijk gebeuren.
Het kan zo zijn dat na dit contract voor bepaalde tijd, partijen toch met elkaar door willen. Laten partijen een arbeidsovereenkomst volgen door een nieuwe tijdelijke arbeidsovereenkomst, dan ontstaat er een reeks arbeidsovereenkomsten. Overeenkomsten voor bepaalde tijd mogen elkaar echter niet onbeperkt opvolgen. De keten bestaat uit maximaal drie tijdelijke contracten in drie jaar. (WAB-regeling).
Gaan partijen na dit maximum van drie tijdelijke contracten of de maximale duur van drie jaar een volgend tijdelijk contract aan, dan wordt deze laatste arbeidsovereenkomst volgens de wet omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (art 7:668a BW).
De laatste arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, wordt een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (3.1.2.):
- Als partijen meerdere arbeidsovereenkomsten hebben gesloten, terwijl er drie jaren zijn verstreken sinds het aangaan van de eerste arbeidsovereenkomst. Dus ook de periodes tussen de contracten tellen mee bij die drie jaren.
- Wanneer partijen binnen een termijn van drie jaar drie arbeidsovereenkomsten hebben gesloten, die zij laten volgen door een vierde arbeidsovereenkomst.
- Indien partijen eerst één arbeidsovereenkomst hebben afgesloten voor langer dan drie jaar, waarna zij na een korte onderbreking weer een contract voor bepaalde tijd afsluiten. Gaan zij na het contract voor drie jaar zonder onderbreking een overeenkomst aan voor een duur van langer dan drie maanden, dan geldt deze ook als voor onbepaalde tijd aangegaan. Het is dus wel mogelijk om na één contract voor meer dan drie jaar, direct een contract voor bepaalde tijd voor korter dan drie maanden aan te gaan, nu deze dan wel van rechtswege eindigt.
Zodra er tussen twee arbeidsovereenkomsten een onderbreking zit van langer dan 6 maanden, wordt de laatste arbeidsovereenkomst weer gezien als de eerste. De voorgaande overeenkomsten en arbeidstijd worden dan niet meer meegeteld.
Voorgaande voorbeelden worden nader uitgewerkt in hoofdstuk 3.1.2. (3.1.2.)