Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 21 juni 2016 | Auteur: Ulli Hoogland
Werknemer krijgt via de OR vaker invloed op pensioen
Begin deze maand is een wetsvoorstel van staatssecretaris Klijnsma (SZW) aangenomen. Tot voor kort had de OR (ondernemingsraad) alleen instemmingsrecht wanneer een werkgever het plan had om een pensioenregeling in te trekken of vast te stellen bij een ondernemingspensioenfonds. Dit gold niet voor wijzigingen van de pensioenregeling en geldt nog steeds niet als er al pensioenafspraken in de cao zijn gemaakt.
Als de wet er door heen komt, dan krijgt de OR het recht om in te stemmen met wijzigingen in de pensioenregeling. Daarnaast krijgt de OR ook instemmingsrecht in de keuze van de pensioenuitvoerder. Dit geld ook voor pensioenuitvoerders in het buitenland, omdat dit gegeven ook gevolgen kan hebben voor het pensioen.
Wat is instemmingsrecht van de OR?
Voor bepaalde besluiten die de ondernemer/werkgever wil nemen moet hij de instemming van de ondernemingsraad vragen (art 27 WOR). Zonder instemming mag hij in beginsel geen uitvoering geven aan het besluit. De ondernemingsraad heeft daarmee een vetorecht.
Deze instemming moet de ondernemer vragen voor het “vaststellen, wijzigen of intrekken” van bepaalde “regelingen of systemen” die van belang zijn voor een “groep medewerkers”, welke “niet uitputtend voortvloeit uit een cao” (of AVV).
Bij vaststellen, wijzigen of intrekken gaat het om een voorgenomen besluit ook al ziet dit om minimale wijzigingen van een regeling. Heeft een OR reeds ingestemd dan is dit daarna niet meer nodig. Bij einde van een aangegane periode van een regeling moet hij deze alleen als voorgenomen besluit bij de OR ter instemming voorleggen als hij deze regeling wilt voortzetten.
Regelingen en systemen zijn aantoonbare uitvloeiselen van het in de onderneming te voeren beleid waarop betrokkenen zich kunnen beroepen voor een bepaalde of onbepaalde tijd. Besluiten die slechts eenmalig zijn of voor korte duur van toepassing zijn worden niet als een regeling of systeem gezien, vanwege het gebrek aan duurzaamheid. Mocht de werkgever zich ten allen tijde het recht hebben voorbehouden om een regeling in te trekken of bepaald in welke omstandigheden in de toekomst iets plaats zal vinden, dan dient hij voordat hij hiertoe overgaat doorgaans instemming aan de OR te vragen.
Als het gaat om individuele medewerkers is instemming evenmin vereist omdat ze niet als groep medewerkers te zien zijn. De OR vertegenwoordigt een collectief.
Is een regeling overeengekomen in een cao, dan is instemming door OR niet meer nodig, tenminste als de regeling zo goed als volledig uit de cao voortvloeit (art 27-3 WOR). Het komt steeds vaker voor dat de cao slechts de grote lijnen aangeeft die de ondernemer (in samenwerking met de OR) nader kan invullen. Dan is het inschakelen van de ondernemingsraad doorgaans vereist.
Geef een reactie