Hoofdstuk 3.3.4.1. Verhaal op boedel voor werknemers tijdens faillissement
Medewerkers zijn crediteuren in het faillissement. Bepaalde crediteuren hebben een goede verhaalsmogelijkheid en zij zijn vaak de enige die hun vordering voldaan krijgen. Hier gaat het om boedelschulden en crediteuren die beschikken over zekerheidsrechten (verhaalsrecht), zoals pand en hypotheek.
Vorderingen die zijn ontstaan na de datum van faillissement; boedelschuld
Een boedelschuld is een schuld die is ontstaan na de datum waarop het faillissement wordt uitgesproken. De boedelschuldeiser kan de curator tot betaling aanspreken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een werknemer, die loon vordert ter vergoeding van werk dat is verricht, nadat de werkgever failliet is verklaard. Het kan ook gaan om een vordering tot schadevergoeding wegens onregelmatig ontslag door het niet in acht nemen van de opzegtermijn, wanneer deze zijn ontstaan na de aanvang van het faillissement.
Een medewerker die na het faillissement blijft werken voor het failliete bedrijf, kan ook met vakantie gaan als hij nog recht op vakantie heeft en de curator hiermee instemt. Wordt het loon waarop de medewerker recht heeft niet doorbetaald gedurende deze vakantie, dan is dat loon eveneens een boedelschuld. Vaker zal de arbeidsovereenkomst eindigen na de datum van faillissement, waarbij de aanspraak op vakantie wordt omgezet in een loonvordering wat ook een boedelschuld is.
Vorderingen die zijn ontstaan voor de datum van faillissement
Een (loon)vordering van een medewerker die is ontstaan voor de datum van het faillissement is geen boedelschuld. Deze vordering is een bevoorrechte schuld, welke vordering de medewerker (ter verificatie) moet indienen bij de curator. Blijken dergelijke schulden daadwerkelijk te bestaan en zijn er voldoende middelen, dan wordt deze schuld voldaan voordat een niet-bevoorrechte schuld wordt betaald. Bij bevoorrechte schulden gaat het naast loon over gewerkte periodes van voor het faillissement, ook om vakantiegeld over vakantiedagen die zijn opgenomen voordat de werkgever failliet ging. Bovendien gaat het om andere vorderingen die zijn ontstaan voor het faillissement, op voorwaarde dat die vorderingen direct verband houden met de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer. Bijvoorbeeld een aanspraak op pensioen, maar ook een schadevergoeding door onregelmatig ontslag of ontbinding van de arbeidsovereenkomst van voor het faillissement.
Betalingsonmacht werkgever en verhaal op uitvoeringsinstelling
De kans is groot dat (bevoorrechte) schulden niet volledig worden voldaan. Om het leed van medewerkers te verzachten, kunnen zij een deel van hun vorderingen vergoed krijgen van het UWV. Van belang is dat de werkgever blijvend is opgehouden te betalen, waaraan is voldaan in geval van faillissement en mogelijk ook in andere gevallen. Deze betalingsonmacht dient de medewerker tijdig (binnen een week) te melden aan de uitvoeringsinstelling.
Het betreft mogelijk een uitkering gelijk aan het loon (in ruime zin) dat niet werd uitbetaald, waarbij deze vervangende gelden afhankelijk zijn van twee periodes:
Ten eerste een periode van 13 weken voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Vond de opzegging niet of onredelijk laat plaats (wat nadelig is voor de uitvoeringsinstelling), dan wordt mogelijk een fictieve (eerdere) opzeggingsdatum in acht genomen.
Ten tweede een periode waarbij uitbetaling achterwege bleef, die ingaat na de (fictieve) opzegging en ziet op een periode die gelijk is aan de opzeggingstermijn welke geldt tijdens faillissement of in geval van faillissement zou gelden. Op dit laatste bestaat alleen recht, als een medewerker over die periode werkloos is geworden of bij de werkgever is blijven werken. Niet altijd hoeft de arbeidsovereenkomst opgezegd te zijn om voor een vervangende uitkering in aanmerking te komen. Er kan bijvoorbeeld een fictieve opzegdatum genomen worden wanneer de arbeidsovereenkomst is ontbonden, terwijl opzegging eveneens tot de mogelijkheden behoorde.
Vanaf 1 januari 2016 geldt dat de hoogte van de loonovername bij faillissement beperkt is tot maximaal 1.5 keer het maximumdagloon.
Naast loon kan er ook aanspraak gemaakt worden op een uitkering van nog verschuldigde vakantierechten (vakantiegeld en vakantiebijslag), hoogstens berekend over een jaar. Heeft een medewerker proceskosten gemaakt om zijn werkgever te dwingen tot uitbetaling van loon en vakantierechten, dan kunnen deze mogelijk ook (gedeeltelijk) voor overname door de uitvoeringsinstelling in aanmerking komen.
Verstrekt de uitvoeringsinstelling een vervangende uitkering, dan verkrijgt zij de rechten van de medewerker tegenover de werkgever die tot loonbetaling en dergelijke gehouden was. Het verstrekken van een vervangende uitkering vindt in beginsel niet plaats, als het arbeidscontract op een andere wijze eindigt dan door opzegging door de werkgever.
Een Sociaal Plan dat de werkgever overeengekomen is, bindt de curator niet
Een werkgever is mogelijk met zijn medewerkers overeengekomen dat zij in geval van ontslag wegens bedrijfseconomische redenen een vergoeding krijgen. De werkgever is hier wel aan gebonden, maar de curator niet. Een dergelijke toekenning zou ten koste gaan van de overige crediteuren tijdens het faillissement. Dat is een ongeoorloofde doorbreking van de belangenafweging tussen crediteuren zoals dat in het systeem van de Faillissementswet is vastgelegd.
Individuele en (on)verplichte rechtshandelingen die schuldeisers benadelen
Mogelijk zien de werkgever en zijn medewerker het faillissement aankomen, terwijl de werkgever aan de medewerker een extra vergoeding wil toekennen om de gevolgen voor hem te verzachten. Het gaat in beginsel om een onverplichte handeling van de werkgever, daar hij niet gehouden was om die vergoeding toe te kennen aan de medewerker. Deze onverplichte rechtshandeling kan vernietigd worden, aangezien de werkgever (doorgaans) weet of had moeten weten dat hij met die handeling andere schuldeisers benadeelt. Vernietiging kan ook buiten de rechter om plaatsvinden door een verklaring hierover aan de werkgever en de werknemer te doen toekomen, door de curator tijdens het faillissement en als er geen faillissement (meer) is door een benadeelde schuldeiser.
De medewerker zal de onverschuldigd ontvangen bedragen moeten afdragen, ook wanneer hij niet behoorde te weten dat andere schuldeisers door de toegekende schadevergoeding benadeeld zouden worden. Bij hoge uitzondering heeft de medewerker geen voordeel meer bij die bedragen die hij van de werkgever heeft ontvangen, in welk geval de medewerker niet tot terugbetaling is gehouden. Het tijdstip waarop dit resterende voordeel beoordeeld wordt, is het tijdstip waarop het faillissement wordt uitgesproken, of als er geen faillissement is, het moment waarop de rechtshandeling vernietigd wordt. Dat laatste is het tijdstip waarop de buitenrechtelijke verklaring tot vernietiging de medewerker bereikt of het tijdstip waarop de vordering bij de rechter wordt ingediend.
Levert de medewerker een (geringe) tegenprestatie voor de door de werkgever toegekende schadevergoeding, dan gaat het om een schadevergoeding anders dan om niet. Dat kan zich bijvoorbeeld voordoen als partijen een beëindigingsovereenkomst aangaan, waarmee zij niet alleen hun arbeidsovereenkomst beëindigen, maar ook andere afspraken maken, waaronder het toekennen van een schadevergoeding. Dat neemt niet weg dat ook door deze afspraken schuldeisers onredelijk benadeeld kunnen worden, zelfs als de prestatie van de werkgever de tegenprestatie van de medewerker niet overtreft. De curator of een benadeelde schuldeiser kan deze (niet on)verplichte rechtshandeling vernietigen. Voorwaarde is wel dat zowel de werkgever als de werknemer wisten of behoorden te weten dat zij door hun handelingen andere schuldeisers zouden benadelen. In bepaalde omstandigheden geldt het vermoeden dat partijen van die benadeling wisten, waardoor het aan de werknemer of de werkgever is om het tegendeel te bewijzen. Dat vermoeden gaat op als partijen een overeenkomst aangingen waarin de prestatie van de werkgever de tegenprestatie van de medewerker duidelijk overtreft, welke overeenkomst tot stand kwam binnen een jaar voor het faillissement of voor de vernietiging van die rechtshandeling.
Wat is een passende vergoeding bij ontslag?
- Datum in dienst
- Brutoloon per maand
- Wat is de reden van ontslag?
Met onze gratis toolbox rekent u alles tot in detail door: Toolbox ontslagkosten
Bespreek uw mogelijkheden gratis met een specialist: Toolbox ontslagkosten
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 3 over het einde van een dienstverband. U vindt hierin informatie over:
3.1. Arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege
3.2. Arbeidsovereenkomst eindigt met wederzijds goedvinden
3.5. Ontbinding arbeidsovereenkomst door kantonrechter (overige gronden)
3.6. Ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst en overlijden
3.7. Werkloosheid
3.8. Sociaal-plan en outplacement
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.