Voor arbeid welke niet langer duurt dan 6 weken hoeven geen premies werknemersverzekeringen ingehouden en afgedragen te worden, als het gaat om seizoenarbeid door uitkeringsgerechtigden of om werk in de agrarische sector.
Marginale arbeid door uitkeringsgerechtigden
Een werkgever die voor niet langer dan 6 weken (per jaar) een arbeidsovereenkomst aangaat met een uitkeringsgerechtigde, hoeft geen premies werknemersverzekering in te houden en af te dragen. Daarvoor geldt wel dat de medewerker die dit seizoenwerk verricht, daarvoor werkloos was en slechts inkomsten kreeg in de vorm van een uitkering (WAZ, Wajong, WAO, WW, ABW, IOAW of IOAZ). Bovendien geldt dat de medewerker in het jaar niet eerder bij dezelfde werkgever heeft gewerkt, als ook dat hij niet bij een andere werkgever heeft gewerkt die reeds premievrijstelling kreeg.
De vrijstelling geldt niet als een medewerker na het begin van zijn werkzaamheden bij de werkgever, na zes weken nog steeds voor die werkgever werkt. Dat betekent dat een medewerker die bijvoorbeeld eerst 3 weken heeft gewerkt, vervolgens twee weken niet werkt, daarna nog maar één week mag werken zonder dat de vrijstelling vervalt. Wil de werkgever de medewerker langer in dienst houden, dan dient hij de premies af te dragen over de gehele periode. Dat hoeft niet als de medewerker na een vrijgestelde periode, vervolgens 3 maanden niet heeft gewerkt en daarna weer in dienst treedt. De eerste vrijstelling blijft dan gehandhaafd, terwijl de medewerker vervolgens na die onderbreking van 3 maanden weer gaat werken, evenwel nu zonder vrijstelling.
Marginale arbeid in de agrarische sector
Onder bepaalde voorwaarden is er geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd voor seizoenarbeid binnen de agrarische sector. De werkgever dient dan een arbeidsovereenkomst of overeenkomsten aan te gaan voor niet meer dan in totaal 8 weken per jaar per medewerker.
Premievrij werken kan door een arbeidsovereenkomst aan te gaan met:
- scholieren en studenten, die een volledige dagopleiding volgen op 1 januari van het jaar waarin zij seizoenwerk gaan doen
- huisvrouwen / huismannen, als degene geen uitkering heeft en slechts gelegenheidswerk doet doordat degene in de laatste 31 dagen niet heeft gewerkt in de agrarische sector.
- vreemdelingen die alleen voor korte duur arbeid mogen verrichten (1.7.).
- zelfstandige boeren die ingeleend worden.
De medewerker mag niet reeds eerder in het jaar voor een andere werkgever gewerkt hebben die vrijstelling kreeg. Voor nadere informatie over in welke piekperiodes bepaalde groepen medewerkers premievrij ingeschakeld kunnen worden, wordt verwezen naar de uitvoeringsinstelling.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 4 over de arbeidsvoorwaarden. Oftewel de tegenprestatie waarvoor werknemers bij een werkgever werken op grond van de arbeidsovereenkomst. U vindt in dit deel informatie over:
4.1. Loon (o.a. minimumloon, tijdstip betalen, loon vorderen, beslag)
4.2. Vakantie (o.a. vakantierechten opbouwen en opnemen, vakantiegeld)
4.3. Pensioen (o.a. opbouwen, afkopen, einde dienstverband)
4.4 VUT-regeling
4.5. Afdracht van loonbelasting en premies
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.