Hoofdstuk 5.1.10.2. Meerdere ondernemingen en ondernemingsraden
Bij het vraagstuk welke ondernemingsraden er ingesteld moeten worden, speelt als eerste de vraag of er in de onderneming of ondernemingen minimaal 50 medewerkers werkzaam zijn. Is dat niet het geval, dan is het instellen van een ondernemingsraad niet verplicht, waardoor het van de ondernemer afhangt of hij op vrijwillige basis een raad instelt (5.1.1.2.).
Gemeenschappelijke ondernemingsraad
Een ondernemer, bijvoorbeeld een BV, kan meerdere ondernemingen drijven die mogelijk als verschillende zelfstandige eenheden naar buiten toe optreden. Dan kan de ondernemer gehouden zijn om meerdere ondernemingsraden in te stellen per onderneming of een gemeenschappelijke ondernemingsraad voor de verschillende ondernemingen gezamenlijk (art 3 WOR).
De ondernemer gaat tot het instellen van een gemeenschappelijke ondernemingsraad over, als dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van de Wet op de ondernemingsraden. Dit geldt als er nog geen ondernemingsraad is ingesteld voor één van de ondernemingen, als ook wanneer één of meerdere raden zijn ingesteld waarvoor de gemeenschappelijke ondernemingsraad in de plaats komt (art 3-1 WOR). Partijen kunnen snel van mening verschillen over de vraag of het instellen van een aparte ondernemingsraad voor een onderdeel bevorderlijk is voor een goede toepassing van de Wet op de ondernemingsraden. Het gaat erom of de medezeggenschap dan meer tot zijn recht zou komen in vergelijking met de situatie waarbij er geen gemeenschappelijke raad is ingesteld. Dit zal hier goed het geval kunnen zijn omdat de ondernemingen dezelfde ondernemer kennen en daardoor sneller veel gemeenschappelijk zullen hebben, bijvoorbeeld wanneer het bestuur hetzelfde is en zij op vergelijkbare wijze de ondernemingen sturen.
Vindt de ondernemingsraad dat de ondernemer een gemeenschappelijke raad moet instellen, dan zal deze ondernemingsraad een verzoek daartoe bij de ondernemer kunnen indienen, waarna overleg plaatsvindt. Als partijen er niet uitkomen, dan kunnen belanghebbende bij de kantonrechter het instellen van de raad afdwingen. Zij dienen dan wel aan te tonen dat het instellen van een gemeenschappelijke ondernemingsraad bevorderlijk is voor de toepassing van de Wet op de ondernemingsraden (5.1.11.4.).
Na het instellen van de gemeenschappelijke ondernemingsraad wordt de groep ondernemingen als één onderneming gezien (art 3-3 WOR). Dat betekent dus dat de juridische splitsing tussen de ondernemingen wordt weggedacht. De raad treedt in overleg met de ondernemer welke wordt vertegenwoordigd door een bestuurder of verschillende bestuurders.
Centrale ondernemingsraden
Zijn er meerdere ondernemingsraden ingesteld voor verschillende ondernemingen, dan kan een ondernemer gehouden zijn om een centrale ondernemingsraad in te stellen (art 33-1 WOR). Het verschil met de gemeenschappelijke ondernemingsraad is dat de centrale ondernemingsraad wordt ingesteld “naast” de andere ondernemingsraden. De gemeenschappelijke ondernemingsraad komt “in plaats van” de andere ondernemingsraden.
Ook hier geldt dat de ondernemer een centrale ondernemingsraad instelt, wanneer dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van de wet op de ondernemingsraden. Het hangt van de omstandigheden af of door het instellen van een centrale raad de medezeggenschap binnen het geheel aan ondernemingen meer tot zijn recht zal komen. Des te meer de verschillende ondernemingen met elkaar te maken hebben, in vergelijkbare omstandigheden verkeren of dezelfde leiding kennen, des te groter is de kans dat het instellen van een centrale raad bevorderlijk is voor de medezeggenschap. Instelling is dan verplicht. Gaat de ondernemer niet uit eigen beweging over tot het instellen van een centrale ondernemingsraad, dan kunnen de ondernemingsraden of andere belanghebbenden bij de ondernemer een verzoek indienen, waarna overleg plaatsvindt. Komen partijen er vervolgens niet uit, dan kan het instellen van de raad afgedwongen worden via de kantonrechter. Er dient dan wel aangetoond te worden dat het instellen van een centrale ondernemingsraad bevorderlijk is voor de goede toepassing van de Wet op de ondernemingsraden (5.1.11.4.).
Groepsondernemingsraden
Een centrale ondernemingsraad wordt in beginsel ingesteld voor alle ondernemingen die bij elkaar horen, terwijl er voor een groep ondernemingen ook één gezamenlijke ondernemingsraad ingesteld kan worden. Het kan (ook) wenselijk zijn dat er voor een bepaalde groep een groepsondernemingsraad wordt ingesteld. Het gaat dan om bepaalde ondernemingen met ondernemingsraden die samen een groepsondernemingsraad in het leven roepen voor hun groep (art 33-2 WOR). Er vindt als het ware een bundeling plaats van medezeggenschap voor aangelegenheden voor de groep, terwijl deze groep behoort tot een groter geheel, waarvoor mogelijk een centrale ondernemingsraad is ingesteld. Instellen van groepsondernemingsraden kan voor meerdere groepen plaatsvinden binnen het grote geheel aan ondernemingen. De groep moet wel minimaal twee ondernemingen omvatten waarvoor een ondernemingsraad is ingesteld, terwijl er sprake is van een groep doordat bepaalde gemeenschappelijk factoren aanwezig zijn. Uit voorgaande blijkt dat de groepsondernemingsraden een plaats kunnen krijgen tussen de centrale en individuele ondernemingsraden. De plaats die deze groepsondernemingsraad dan innemen is overkoepelend voor de groep en min of meer ondergeschikt aan de centrale ondernemingsraad.
Tot het instellen van groepsondernemingsraden gaat de ondernemer over, als dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van de wet op de ondernemingsraden. Het dient goed voor de medezeggenschap te zijn. Hebben de verschillende ondernemingen weinig gemeenschappelijk, dan wel weinig met elkaar van doen, dan is er voor het instellen van een groepsondernemingsraad niet echt plaats. Het instellen van een centrale ondernemingsraad neemt vaak de behoefte tot het instellen van een groepsondernemingsraad weg. Een ondernemer die niet uit eigenbeweging een groepsondernemingsraad instelt kan daartoe gedwongen worden doordat belanghebbenden de instelling via de kantonrechter afdwingen (5.1.11.4.). Voordat de ondernemer een besluit neemt zal hij doorgaans eerst in overleg treden met personen die instelling van de groepsondernemingsraad wensen.
Rechten van diverse ondernemingsraden
In de centrale of groepsondernemingsraad zitten leden van de (individuele of groeps)ondernemingsraden (art 34-1 WOR). De wijze waarop zij uit deze ondernemingsraden worden gekozen wordt door de centrale ondernemingsraad of groepsondernemingsraad in een reglement bepaalt. Leden uit een individuele ondernemingsraad kunnen zitting hebben in een centrale ondernemingsraad. Dit kan zelfs als deze individuele ondernemingsraad tot een groep behoort waarvoor een groepsondernemingsraad is ingesteld (art 34-1 en 2 WOR). Een medewerker uit een (kleine) onderneming waarvoor geen ondernemingsraad is ingesteld, kan mogelijk ook lid worden van de centrale of groepsondernemingsraad, indien het reglement dit bepaalt (art 34-4 WOR). Deze centrale of groepsraden treden op namens alle ondernemingen (van de groep), ook al hebben deze ondernemingen geen eigen ondernemingsraad.
Voor de centrale of groepsondernemingsraden is de Wet op de ondernemingsraden in beginsel van overeenkomstige toepassing (art 35-1 WOR) (art 34-6 en 7 WOR). De centrale en groepsondernemingsraden krijgen de rechten die passen op het niveau waarop zij overleg plegen en advies- en instemmingsrecht hebben. Zij gaan over de aangelegenheden die alle of de meerderheid van de ondernemingen (in een groep) aangaan. De (individuele) ondernemingsraden gaan over aangelegenheden die voornamelijk de individuele ondernemingen betreffen. Over één besluit hoeft doorgaans slechts advies gevraagd te worden op één niveau, namelijk het niveau van de centrale, groeps- of de individuele ondernemingsraad of -raden (art 35-2 WOR).
Het grootste verschil tussen de gemeenschappelijke ondernemingsraad en de groeps en centrale ondernemingsraden, is dat de gemeenschappelijke ondernemingsraad in de plaats komt van de ondernemingsraden per onderneming. De gemeenschappelijke ondernemingsraad is een gewone ondernemingsraad, waarbij de groep ondernemingen waarvoor zij geldt als één onderneming worden aangemerkt. Op deze raad is dit hoofdstuk over de ondernemingsraad onverkort van toepassing.
Op bovenstaande wijze kan er per samenhangend geheel van ondernemingen een ondernemingsraad ingesteld worden. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat dit bevorderlijk moet zijn voor de medezeggenschap binnen het totale geheel dat de ondernemingen met elkaar vormen. Gaat de ondernemer niet over tot het instellen van een gezamenlijke, centrale of groepsondernemingsraad, dan kunnen belanghebbende een beslissing van de kantonrechter vragen (5.1.11.4.).
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 5 over de medezeggenschap. U vindt in dit deel informatie over collectieve regelingen die voor werkgevers en werknemers gelden op grond van hun arbeidsovereenkomsten:
5.1. Ondernemingsraad (o.a. instellen, advies, instemming, recht op informatie)
5.2. Arbeidsomstandigheden bij de werkgever (o.a. arbobeleid, arbeidsinspectie)
5.3. Arbeidstijden voor werknemers (o.a. vaststellen, veranderen)
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.