Hoofdstuk 5.1.2.2. Vaststellen uren (voor overig werk) ondernemingsraad
Voor welke werkzaamheden worden er uren vastgesteld?
De ondernemer en ondernemingsraad bepalen het aantal uren dat de ondernemingsraadleden en de commissieleden per jaar krijgen voor overleg tussen elkaar en overleg met andere medewerkers en derden, als ook voor kennisneming van de arbeidsomstandigheden in de onderneming (art 18 WOR). Het gaat hier niet om vergaderingen van de ondernemingsraad of commissies zelf en ook niet om vergadering met de ondernemer. De ondernemingsraad of commissies bepalen zelf hoe vaak en hoelang zij die vergaderingen houden (binnen redelijke grenzen). Dit is niet altijd goed voorspelbaar. Verder dienen er uren vastgesteld te worden voor werkzaamheden, zoals het voorbereiden van voorstellen (voorbesprekingen), bestuderen van besluiten en andere vormen van het verwerken van informatie. Deze uren moeten eveneens doorbetaald worden, echter over hoeveel uren zal dit gaan? Gaat het hier om zo veel uren als nodig of slechts om een beperkte voorbereidingstijd?
Teneinde een gecompliceerde regeling te voorkomen kunnen er uren vastgesteld worden voor alle werkzaamheden naast de overlegvergaderingen om. Dit wordt hierna aangeduid als alle overige werkzaamheden. De regeling kan dusdanig zijn dat er ingeval van bijzondere omstandigheden er meer uren vrijkomen, bijvoorbeeld wanneer de ondernemer het voornemen heeft een ingrijpende reorganisatie door te voeren. Naast deze vastgestelde uren voor overige werkzaamheden kunnen dagen toegekend worden voor scholing en vorming (5.1.2.3.).
Vaststellen van de uren voor alle overige werkzaamheden
De ondernemingsraad stelt samen met de ondernemer de uren vast voor de ondernemingsraad zelf en de commissies. De vastgestelde uren kunnen per lid verschillen. Bijvoorbeeld wanneer dat lid een bepaalde functie vervult of wel of niet lid is van een commissie. Het uitgangspunt hierbij is datgene wat het lid redelijkerwijze nodig heeft voor de vervulling van zijn taak. Voor een ondernemingsraadlid van grote ondernemingen kan dit bijvoorbeeld 8 uur per week zijn plus 4 uur voor het lidmaatschap van een commissie. Stelt de ondernemer zich bij de vaststelling van uren niet redelijk op, dan kan dat leiden tot een procedure bij de kantonrechter (5.1.11.5.).
Over de vastgestelde uren krijgen de leden van de ondernemingsraad en commissie hun loon doorbetaald. Hoe de leden deze uren invullen is een vraag die zij zelf (of samen met de ondernemer) oplossen. Voorkomen moet worden dat medewerkers die in deeltijd werken, voor dezelfde hoeveelheid werk in de raad of commissie, minder betaald krijgen dan werknemers die fulltime werken. Door niet dezelfde vergoedingen te geven kan er een onrechtmatig onderscheid naar arbeidsduur ontstaan, welke doorgaans niet objectief gerechtvaardigd wordt (2.6.1.).
De uren die een medewerker toegekend krijgt voor OR-werkzaamheden, zijn uren waarover degene niet meer zijn normale werkzaamheden hoeft te vervullen. Naast de uren voor OR-werkzaamheden, gaat degene als het ware als parttimer in de onderneming werken. Voorgaande betekent bijvoorbeeld dat een medewerker met een contract voor 25 uur per week, die 15 uur voor OR-werkzaamheden krijgt toegekend, 10 uur parttime overhoudt voor zijn normale werkzaamheden. Voorheen kon degene van zijn werkgever geen contract voor bijvoorbeeld 30 uur per week verlangen, als hij zelf 15 uur parttime wil werken. Thans zal dit wel kunnen op grond van het recht tot aanpassing van de arbeidsduur (2.1.). Daarentegen kan een ondernemer (in beginsel) niet verlangen dat de medewerker bijvoorbeeld 30 uur per week gaat werken.
Ondernemers dienen er voor te waken dat het werk voor de medezeggenschap niet leidt tot benadeling, zodat parttime werk in beginsel niet tot consequentie heeft dat de medewerker op een lager niveau gaat werken (art 18 WOR). Dat laatste wordt anders als bepaalde functies of werkzaamheden redelijkerwijze niet parttime vervuld kunnen worden.
Raadplegen medewerkers in de onderneming
Een ondernemer is gehouden de raad en commissies in staat te stellen om deze medewerkers te raadplegen, terwijl de ondernemer deze medewerkers in de gelegenheid dient te stellen om hieraan mee te kunnen werken. Gaat het om het gericht vragen van advies aan bepaalde personen (interne deskundigen), dan zal dit gedurende de normale arbeidstijd gebeuren, waarbij de personen hun loon krijgen doorbetaald. Gaat het om het raadplegen van een grote groep medewerkers om “hun” mening te vernemen, dan kan het bezwaarlijk zijn om dit gedurende de normale arbeidstijd te doen. Vindt dit raadplegen niet gedurende de normale arbeidstijd plaats, dan is de werkgever in beginsel niet gehouden om deze tijd als arbeidstijd aan te merken en hoeft hij hierover geen loon te betalen aan de geraadpleegde medewerkers.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 5 over de medezeggenschap. U vindt in dit deel informatie over collectieve regelingen die voor werkgevers en werknemers gelden op grond van hun arbeidsovereenkomsten:
5.1. Ondernemingsraad (o.a. instellen, advies, instemming, recht op informatie)
5.2. Arbeidsomstandigheden bij de werkgever (o.a. arbobeleid, arbeidsinspectie)
5.3. Arbeidstijden voor werknemers (o.a. vaststellen, veranderen)
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.