7. Uitvinding
Uitvinden
Een uitvinding is een vinding die voor een deskundige niet voor de hand lag gezien de stand van de techniek. Een uitvinding kan mogelijk beschermd worden (octrooi) waardoor het exclusieve recht ontstaat om de uitvinding te exploiteren.
Doet de medewerker een uitvinding tijdens zijn werk, dan speelt de vraag aan wie het recht op de uitvinding toekomt. Dat recht komt aan de werkgever toe, wanneer het werk van de medewerker het doen van uitvindingen van dien aard met zich meebrengt. In andere gevallen komt het recht de medewerker toe, tenzij een beding in de arbeidsovereenkomst anders bepaald. Een arbeidscontract kan bijvoorbeeld bepalen dat de werkgever de rechten op een uitvinding toekomen, als een werknemer een uitvinding doet die enig verband heeft met zijn werk.
De medewerker die geen recht op de uitvinding heeft, kan wel aanspraak maken op een passende beloning. Hierover moeten partijen het eens zien te worden. Van dit recht kan in de arbeidsovereenkomst niet afgeweken worden. Geen recht op een extra beloning bestaat er voor medewerkers die (maandelijks) loon ontvangen waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat zij aan uitvindingen werken.