Zoals in hoofdstuk 1.1. wordt behandeld kunnen thuiswerkers zeer goed op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn (1.1.2.13.). Is dat niet het geval, dan is er sprake van aanneming van werk of het verrichten van diensten. In beide gevallen kan er sprake zijn van een fictieve arbeidsovereenkomst, als de thuiswerker:
- niet een zelfstandig beroepsbeoefenaar of ondernemer is. Voor opdrachtnemers die zich voornamelijk bezighouden met auteursrechtelijk werk geldt dat zij ook een fictieve arbeidsovereenkomst hebben, wanneer zij daarmee bij één of enkele opdrachtgevers in hoofdzaak hun inkomen verdienen (hij is dan geen vrij beroepsbeoefenaar).
- zich door niet meer dan één of twee hulppersonen laten bijstaan (excl. partner en kind).
- niet in dienst is van een andere werkgever die de medewerker uitleent (zoals uitzendkrachten en andere ingeleende krachten).
- arbeid verricht voor langer dan een maand.
- een vergoeding ontvangt welke hoger is dan 2/5 van het minimumloon zoals dat voor hem geldt, te berekenen over een maand (4.1.6.).
- zich niet (feitelijk) door anderen kan laten vervangen die het werk dan gaan verrichten.
Voor thuiswerkers (en hun) hulpen gelden specifieke berekeningswijzen om de in te houden loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekeringen vast te stellen.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 4 over de arbeidsvoorwaarden. Oftewel de tegenprestatie waarvoor werknemers bij een werkgever werken op grond van de arbeidsovereenkomst. U vindt in dit deel informatie over:
4.1. Loon (o.a. minimumloon, tijdstip betalen, loon vorderen, beslag)
4.2. Vakantie (o.a. vakantierechten opbouwen en opnemen, vakantiegeld)
4.3. Pensioen (o.a. opbouwen, afkopen, einde dienstverband)
4.4 VUT-regeling
4.5. Afdracht van loonbelasting en premies
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.