hoofdstuk 6.3.3.4. Sociale gevolgen flexibiliteit voor personeel
Bij het realiseren van de gewenste flexibiliteit kunnen zich complicaties voordoen
- Een medewerker stemt niet in met de wijziging van de arbeidsovereenkomst waarmee zijn arbeidstijden, arbeidsplaats of arbeidsduur verandert (2.1.).
- De wettelijke regeling over arbeidstijden brengt beperkingen met zich mee, mogelijk aangevuld door bepalingen uit een cao (5.3.).
- De ondernemingsraad stemt niet in met een wijzigingen of geeft een negatief advies over instemmings- of adviesplichtige besluiten (5.1.).
Sociale aspecten en flexibiliteit
Een goede uitvoering van de strategie is van groot belang voor het voortbestaan van de organisatie. Dat brengt doorgaans met zich mee dat de organisatie flexibel moet zijn. Deze gewenste flexibiliteit van de organisatie wordt grotendeels bereikt door een flexibele inzet van medewerkers. Mensen zijn doorgaans flexibel. Dat de medewerkers aan de behoefte aan flexibiliteit kunnen voldoen, wil nog niet zeggen, dat de flexibiliteit die van hun gevergd wordt, ook acceptabel is. Hierbij kunnen de volgende opmerkingen gemaakt worden.
De veranderingen moeten niet leiden tot een te hoge belasting van medewerkers. Daarbij speelt dat een verkorting van de arbeidsduur kan leiden tot een intensivering van de arbeid, die binnen kortere tijd uitgevoerd moet worden. De arbeidsintensiteit is de mate van fysieke en psychische zwaarte en tempo van het werk. Deze kan ook toenemen door mechanisering en automatisering, in het bijzonder wanneer machines het tempo van het werk bepalen. Op voorgaande wordt nader ingegaan bij de behandeling van werkdruk (5.2.2.3.).
Het veranderen of flexibel maken van arbeidstijden kan tot gevolg hebben dat een medewerker pas kort van tevoren krijgt te horen wanneer en hoeveel uren hij moet werken. Dit moet zoveel mogelijk voorkomen worden, zodat een medewerker zijn sociaal leven kan plannen of mogelijk zelfs de tijd heeft om een andere parttimebaan er naast te nemen. Er is niet gebleken dat mensen die op vaste tijden werken, meer tijd aan hun sociaal leven besteden, dan mensen met flexibele werktijden die deze tijden op tijd weten. Op het vaststellen van arbeidstijden gaan hoofdstuk 5.3.4. nader in (5.3.4.).
Problemen kunnen ontstaan door het invoeren van ploegendiensten, omdat daardoor het biologische ritme van medewerkers wordt verstoord. Dat geldt vooral voor langzame roulatie, door een lange periode van nachtwerk afgewisseld met werken overdag of langere periodes met vrije tijd. Hoewel daarmee de belasting voor werknemers toeneemt, hoeft het vaak op avonden en in het weekend werken geen negatieve gevolgen te hebben voor het sociaal leven. Uit onderzoek blijkt dat deze groep werknemers gemiddeld evenveel tijd voor zichzelf en voor anderen hebben, hoewel zij wel minder aan sport doen.
Flexibiliteit kan op macroniveau leiden tot stratificatie. Dan gaat het om een segmentatie omdat bijvoorbeeld voornamelijk (herintredende) vrouwen of allochtone medewerkers aan de flexibiliteit bijdragen. Zij betalen dan voornamelijk de prijs van de vraag naar flexibiliteit, doordat zij met onzekerheden en ongemakken moeten leven die met flexibiliteit samenhangen.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 6 over personeelsmanagement. In dit deel vindt u informatie over personeelsmanagement in het algemeen (6.), naast gerichte informatie over:
6.1 Basis van het personeelsmanagement
6.2. De gewenste inzet van de factor arbeid
6.3. Maatregelen die behoren tot het personeelsmanagement
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.