Hoofdstuk 4.3.6.3. Pensioentoezegging in een laat stadium
Bij pensioenovereenkomst in een laat stadium gaat het in eerste instantie om het toezeggen van een recht op pensioen dat zich ook uitstrekt over de voorgaande periode waarin een medewerker werk heeft verricht. Het gaat als het ware om een pensioen met terugwerkende kracht. Daarnaast gaat het om het toekennen van pensioen in het kader van het einde van de arbeidsovereenkomst of nadat de arbeidsovereenkomst reeds is geëindigd.
De centrale vraag hierbij is hoe de belastingdienst deze regeling behandelt. Wordt de inbreng belast (wat ongunstig is) of worden de latere pensioenuitkeringen belast. Daarbij speelt de vraag of de toekenning als een schenking wordt gezien.
Schenking
Schenking doet zich voor als de werkgever uit vrijgevigheid een pensioen realiseert. In dat geval wordt de pensioentoekenning belast en de uiteindelijke pensioenuitkeringen niet belast voor zover deze door ingelegde gelden gedekt zijn.
Geen schenking als er een tegenprestatie wordt geleverd
Van vrijgevigheid is geen sprake, als een medewerker voor het pensioen een reële tegenprestatie levert. De tegenprestatie kan er in gelegen zijn dat een medewerker afstand doet van het recht om een loonvordering of schadevergoeding in te dienen (7.). Dergelijke vorderingen zijn mogelijk als er sprake is van een nietig, vernietigbaar of onregelmatig ontslag (3.4.4.). Er is geen schenking, wanneer datgene waar een medewerker afstand van doet in verhouding staat tot het toekennen van pensioen door de werkgever.
Ook geen schenking, als er wordt voldaan aan een natuurlijke verbintenis
Vrijgevigheid doet zich niet voor, wanneer de werkgever een dringende morele verplichting voelt om voor een medewerker een pensioen te regelen. Een morele verplichting die van oudsher een belangrijke reden is om een pensioentoezegging te doen en te realiseren. Hoewel een werkgever hiertoe niet verplicht is tegenover de medewerker, kan het voldoen aan een dergelijke verplichting niet als een schenking worden gezien. Er wordt dan gesproken van een natuurlijke verbintenis om voor een medewerker een pensioen te verzorgen. Een dringende morele verplichting zal aanwezig zijn:
- Als het pensioen wordt gerealiseerd voor een medewerker die bij de werkgever gedurende lange tijd in dienst is (geweest);
- Wanneer het pensioen wordt gerealiseerd ter verzachting van de ernstige gevolgen van het onvrijwillig en zonder schuld werkloos worden.
Een dergelijke natuurlijke verbintenis kan een medewerker niet afdwingen. Het nakomen van een dergelijke verbintenis geschiedt evenwel niet onverplicht en is dus geen schenking. De werkgever en de medewerker kunnen overeenkomen dat zij de natuurlijke verbintenis omzetten in een (voor de rechter) afdwingbare verbintenis.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 4 over de arbeidsvoorwaarden. Oftewel de tegenprestatie waarvoor werknemers bij een werkgever werken op grond van de arbeidsovereenkomst. U vindt in dit deel informatie over:
4.1. Loon (o.a. minimumloon, tijdstip betalen, loon vorderen, beslag)
4.2. Vakantie (o.a. vakantierechten opbouwen en opnemen, vakantiegeld)
4.3. Pensioen (o.a. opbouwen, afkopen, einde dienstverband)
4.4 VUT-regeling
4.5. Afdracht van loonbelasting en premies
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.