Hoofdstuk 5.1.9.1. Ondernemingen met een personeelsvertegenwoordiging
Voor ondernemers met een onderneming waar minder dan 50 medewerkers werken geldt dat zij een personeelsvertegenwoordiging in kunnen stellen (art 35c-1 WOR). Hiertoe zijn de ondernemers verplicht, wanneer er in de onderneming minimaal 10 medewerkers werken en er namens een meerderheid van medewerkers een verzoek wordt gedaan om een personeelsvertegenwoordiging in het leven te roepen (art 35c-2 WOR). Hieronder wordt in het kort op personeelsvertegenwoordiging ingegaan, aangezien meer informatie in de andere hoofdstukken is te vinden. Naar deze hoofdstukken wordt verwezen, terwijl aangegeven wordt in hoeverre die hoofdstukken van toepassing zijn.
Instelling en algemene opmerkingen over de leden van de personeelsvertegenwoordiging
De vertegenwoordiging wordt gekozen door medewerkers bij geheime en schriftelijke verkiezingen, waarbij het gaat om minimaal 3 leden. Deze oprichting geeft de ondernemer door aan de bedrijfscommissie (5.1.11.6.). De vertegenwoordiging kiest uit zijn midden een voorzitter, welke de personeelsvertegenwoordiging in rechte vertegenwoordigt (5.1.2.5.). De leden van de personeelsvertegenwoordiging kunnen net als leden van de ondernemingsraad van vertegenwoordiging uitgesloten worden (5.1.1.4.).
Vrijwillige instelling en opheffing van de personeelsvertegenwoordiging
Een ondernemer kan een personeelsvertegenwoordiging in het leven roepen, ook al is hij hiertoe niet gehouden. Dat doet zich voor, als er minder dan 10 medewerkers in de onderneming werken, of wanneer er meer medewerkers werken terwijl deze medewerkers geen meerderheidsverzoek tot instelling hebben ingediend. In dat geval kan de ondernemer een door hem ingestelde personeelsvertegenwoordiging opheffen tegen het einde van de lopende zittingsperiode van die vertegenwoordiging, ingeval zich een belangrijke wijziging in de omstandigheden voordoet. De ondernemer deelt zijn besluit tot opheffing van de personeelsvertegenwoordiging schriftelijk mede aan de bedrijfscommissie (art 35c-3 jo 5-2 WOR).
Rechten van de personeelsvertegenwoordiging
Voor de personeelsvertegenwoordiging gelden onderstaande rechten. De belangrijkste afwijkingen in vergelijkingen met de ondernemingsraad zijn een beperkt advies- en instemmingsrecht en minder recht op informatie. Ook het overleg tussen ondernemer en personeelsvertegenwoordiging vindt minder vaak plaats, terwijl voor deze kleine ondernemingen er doorgaans geen commissies ingesteld worden.
Maken van kosten en inschakelen externe deskundigen
Het vragen van advies aan derden waardoor de onderneming extra kosten maakt, alsmede het instellen van commissies is slechts mogelijk, als de ondernemer hiermee instemt (5.1.3.). Wordt deze instemming niet verkregen, dan is er geen beroep op de rechter mogelijk (art 35c-5 WOR). Andere kosten worden ook door de ondernemer gedekt op gelijke voet als door een ondernemingsraad gemaakte kosten. Ook de personeelsvertegenwoordiging kan in rechte opkomen waarbij zij net als de raad niet in de proceskosten veroordeeld kan worden (5.1.2.4.).
Voorziening en scholing
Hoofdstuk 5.1.2. is grotendeels op de personeelsvertegenwoordiging van toepassing. Daar gaat het om:
- Vaststellen van uren die de leden nodig hebben voor hun eigen werk, voor overleg en voor het raadplegen van medewerkers in de onderneming (5.1.2.2.).
- Scholing en training van leden van de vertegenwoordiging (5.1.2.3.), hoewel daarbij geen minimum aantal dagen gelden zoals die voor leden van de raad wel gelden.
- Recht op voorziening die de personeelsvertegenwoordiging nodig hebben (5.1.2.4.).
Bescherming tegen benadeling en ontslagbescherming van leden van de vertegenwoordiging
De leden van de personeelsvertegenwoordiging genieten een vergelijkbare bescherming tegen benadeling in de onderneming en bescherming tegen ontslag. Hoofdstuk 5.1.8. is op hen dus van toepassing (5.1.8.).
Mondeling verstrekken van informatie
De ondernemer moet als de personeelsvertegenwoordiging daarom vraagt de informatie verstrekken die zij redelijkerwijze nodig heeft voor de vervulling van haar taak Deze informatie dient tijdig verstrekt te worden, wat sterk afhankelijk is van de aard van de gevraagde informatie, alsmede van de spoed die hierbij geboden is. De ondernemer kan in beginsel volstaan met het mondeling geven van de gevraagde informatie (art 35c-6 WOR).
Uitbreiden bevoegdheden van de vertegenwoordiging
In een overeenkomst met de personeelsvertegenwoordiging kan aan deze vertegenwoordiging meer bevoegdheden toegekend worden (5.1.11.1.).
Overleg
Gedurende tweemaal per jaar vindt er overleg plaats tussen de ondernemer en de personeelsvertegenwoordiging, waarbij eenmaal per jaar de algemene gang van zaken wordt besproken. De ondernemer verschaft de benodigde informatie aan de vertegenwoordiging. Is er een jaarrekening, jaarverslag, sociaalverslag en dergelijke, dan dient de ondernemer deze te overhandigen. Anders wordt er op andere wijze informatie gegeven over de werkzaamheden en resultaten van de onderneming
Vragen van advies
De vertegenwoordiging geeft advies over bepaalde voorgenomen besluiten die verandering te weeg brengen in de positie van minimaal een vierde van alle arbeidskrachten. Het gaat om besluiten die kunnen leiden tot het verlies van arbeidsplaatsen of een belangrijke verandering van de arbeid of de arbeidsvoorwaarden (art 35b-5 WOR). De ondernemer dient het advies tijdig te vragen zodat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Hij dient de nodige informatie te verstrekken over de aangelegenheid waarover advies wordt gevraagd. Het vragen van advies is niet vereist, wanneer het onderwerp is geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst, dan wel als de ondernemer volgens de wet verplicht is om bepaalde maatregelen te nemen. Dat is mogelijk anders, wanneer de ondernemer de nodige beleidsvrijheid (keuze mogelijkheden) heeft om aan zijn verplichting invulling te geven. Een ondernemer is gehouden het advies te vragen, wat de personeelsvertegenwoordiging kan afdwingen. De vertegenwoordiging kan echter niet in beroep gaan, als zij het niet eens is met het besluit van de ondernemer.
Vragen van instemming
De personeelsvertegenwoordiging heeft een beperkt instemmingsrecht voor de hieronder beschreven besluiten (art 35c-3 en 4 en art 35d-2 WOR). Hoofdstuk 5.1.6. gaat nader in op de vraag wat een “regeling” is, hoe partijen te werk gaan en wat er geldt wanneer er conflicten zijn (5.1.6.).
Instemming bij het vaststellen, intrekken of wijzigen van een werktijdenregeling
Een ondernemer die een werktijdenregeling wil vaststellen, intrekken of wijzigen dient eerst instemming te vragen aan de personeelsvertegenwoordiging. Het voornemen om een dergelijk besluit te nemen laat hij schriftelijk aan de personeelsvertegenwoordiging weten, waarbij hij bovendien aangeeft, welke gevolgen het voorgenomen besluit voor de medewerkers zal hebben. Vervolgens bestudeert de personeelsvertegenwoordiging het besluit en treed zij hierover in overleg met de ondernemer. Daarna neemt de personeelsvertegenwoordiging een beslissing dat zij schriftelijk en gemotiveerd aan de ondernemer overbrengt. De ondernemer neemt vervolgens zijn beslissing en laat dit weten, waarbij hij tevens aangeeft op welk tijdstip de beslissing uitgevoerd zal worden. Hoofdstuk 5.1.6.1.B. gaat nader in op de werktijdregeling (5.1.6.1.B.), terwijl hoofdstuk 5.3 in het algemeen ingaat op arbeidstijden (5.3.).
Instemmingsrecht bij het vaststellen, intrekken of wijzigen van een regeling over arbeidsomstandigheden, zoals een ziekteverzuimregeling
Dit instemmingsrecht geldt (tegenwoordig) voor zowel de verplichte als vrijwillig ingestelde personeelsvertegenwoordiging. Ook hier dient de ondernemer het voornemen om het besluit te nemen schriftelijk en gemotiveerd aan de personeelsvertegenwoordiging voor te leggen. Daarna vindt er overleg plaats en maken beide partijen hun beslissingen tijdig kenbaar met een toelichting.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 5 over de medezeggenschap. U vindt in dit deel informatie over collectieve regelingen die voor werkgevers en werknemers gelden op grond van hun arbeidsovereenkomsten:
5.1. Ondernemingsraad (o.a. instellen, advies, instemming, recht op informatie)
5.2. Arbeidsomstandigheden bij de werkgever (o.a. arbobeleid, arbeidsinspectie)
5.3. Arbeidstijden voor werknemers (o.a. vaststellen, veranderen)
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.