Hoofdstuk 4.3.4. (Niet) nakomen van de pensioentoezegging
(Niet) nakomen
Door de pensioenovereenkomst ontstaat er een recht op pensioen, doorgaans bij een bepaalde pensioenuitvoerder. Zowel de werkgever als de pensioenuitvoerder moeten bepaalde voorschriften in acht nemen en dienen natuurlijk ook uiteindelijk de verplichting na te komen om het pensioen te verstrekken. Dit kan een medewerker in rechte afdwingen.
Nakomen
Een werkgever is verplicht de pensioenpremies te voldoen en er voor te zorgen dat de pensioenovereenkomst volgens de daarvoor geldende regels wordt gerealiseerd. Dit betekent dat de werkgever een verzekering afsluit, dan wel voor een medewerker deelneemt in een (op te richten) ondernemingspensioenfonds of bedrijfstakpensioenfonds. De werkgever moet vervolgens iedere maand een werknemersdeel op het loon inhouden. Dit draagt hij samen met het werkgeversdeel af aan de pensioenuitvoerder, doorgaans binnen tien dagen na ieder kwartaal. De betalingsregeling komt hij met de pensioenuitvoerder overeen, tenzij de regeling wordt voorgeschreven op grond van de statuten van het bedrijfstakpensioenfonds.
Het pensioenfonds of de verzekeringsmaatschappij is gehouden het pensioen uit te keren als zich bepaalde voorwaarden voordoen, zoals het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, overlijden en het arbeidsongeschikt worden. Doen deze omstandigheden zich voor, dan kan een medewerker schriftelijk om een uitkering vragen. De uitkering is doorgaans een vast bedrag per maand inclusief vakantiebijslag waarop loonbelasting en sociale premies worden ingehouden.
Voorlichting is van groot belang en dient in duidelijke, begrijpelijke taal en periodiek plaats te vinden. Pensioenfondsen zijn verplicht minimaal eens per jaar informatie te verstrekken over de opgebouwde pensioenaanspraken. Tevens dienen werknemers binnen drie maanden na indiensttreding een startbrief te ontvangen. In deze brief staat uitgebreide informatie over zijn pensioenregeling. Pensioenfondsen zijn verplicht het bestaan van eventuele herstelplannen, dwangsommen en boetes openbaar te maken.
Niet-nakomen
Komt de werkgever zijn verplichting om de pensioenovereenkomst te realiseren niet na, dan kan een werknemer een vordering indienen. Dat doet hij bij de kantonrechter, als het gaat om een (verplichte) deelneming bij een pensioenfonds. De rechtbank beslist in eerste aanleg wanneer het gaat om een verzekering (7.). De vordering kan dusdanig ingediend en toegewezen worden dat de werkgever een dwangsom verbeurt, als hij de aanspraak op pensioen niet realiseert.
Verzuimt een werkgever om binnen de daarvoor geldende termijn de premies af te dragen, dan kan het pensioenfonds of de verzekeringsmaatschappij nakoming vorderen. Het pensioenfonds moet aan de verzekeringskamer doorgeven dat de werkgever in gebreke is, waarna de verzekeringskamer er op toeziet dat het pensioenfonds stappen onderneemt tegenover de werkgever. Van deze meldingsplicht heeft het pensioenfonds mogelijk ontheffing verkregen van de verzekeringskamer, op voorwaarde dat er een goede interne regeling is om de werkgever tot betaling te dwingen en er voorzieningen worden getroffen om de pensioenreserveringen te garanderen. Is een werkgever een maand of langer in gebreke, dan moet hij dit melden aan de betrokken medewerkers.
Meent een medewerker dat een pensioenuitvoerder zijn verplichtingen niet nakomt, dan zal daarvoor doorgaans een interne regeling bestaan. Het gaat hier bijvoorbeeld om een procedure om bezwaar aan te tekenen en mogelijk om een regeling waarbij een medewerker het geschil aan een geschillencommissie kan voorleggen. Leidt dit niet tot een oplossing, dan kan een medewerker in veel gevallen een vordering indienen bij de kantonrechter of ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam.
Voor het in strijd handelen met bepaalde bepalingen van de Pensioenwet bestaan naast het toezicht en maatregelen van de De Stichting Autoriteit Financiële Markten, dan wel de De Nederlandsche Bank N.V. mogelijk ook strafrechtelijke sancties, zoals het opleggen van een boete.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 4 over de arbeidsvoorwaarden. Oftewel de tegenprestatie waarvoor werknemers bij een werkgever werken op grond van de arbeidsovereenkomst. U vindt in dit deel informatie over:
4.1. Loon (o.a. minimumloon, tijdstip betalen, loon vorderen, beslag)
4.2. Vakantie (o.a. vakantierechten opbouwen en opnemen, vakantiegeld)
4.3. Pensioen (o.a. opbouwen, afkopen, einde dienstverband)
4.4 VUT-regeling
4.5. Afdracht van loonbelasting en premies
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.