Hoofdstuk 4.1.3.2. Wanneer is de werkgever geen loon verschuldigd
De medewerker heeft geen recht op loon als:
De medewerker niet werkt door omstandigheden die voor rekening van de werknemer komen (art 7:627 BW)
Dit kan zich ook voordoen als de medewerker daarvoor geen enkel verwijt gemaakt kan worden, zoals pech met een vervoermiddel, niet bij het werk kunnen komen door persoonlijke omstandigheden, vliegtuig gemist, (onterecht) in hechtenis gesteld, etc.
De medewerker opgeleid wordt terwijl hij daarbij geen arbeid verricht voor de werkgever
Het komt voor dat werkgevers tijdens een opleiding wel loon doorbetalen. Hieraan verbindt de werkgever mogelijk de voorwaarde dat de medewerker dit “loon” terug moet betalen, wanneer de medewerker binnen een bepaalde tijd de arbeidsovereenkomst beëindigt (6.3.7.1.).
De medewerker opzettelijk zijn werk ver onder de maat verricht door mee te doen aan langzaam-aan-acties of stiptheidsacties
Stiptheidsacties zijn acties waarbij de medewerker geheel volgens het boekje te werk gaat, waardoor een normale gang van zaken in de organisatie behoorlijk wordt verstoord. Dergelijke acties kunnen met zich meebrengen dat de werkgever voor het gehele personeel niet het volledig loon hoeft door te betalen (2.1.1.2.).
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 4 over de arbeidsvoorwaarden. Oftewel de tegenprestatie waarvoor werknemers bij een werkgever werken op grond van de arbeidsovereenkomst. U vindt in dit deel informatie over:
4.1. Loon (o.a. minimumloon, tijdstip betalen, loon vorderen, beslag)
4.2. Vakantie (o.a. vakantierechten opbouwen en opnemen, vakantiegeld)
4.3. Pensioen (o.a. opbouwen, afkopen, einde dienstverband)
4.4 VUT-regeling
4.5. Afdracht van loonbelasting en premies
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.