Rechtsbevoegdheid UWV
Op grond van artikel 7:671a BW is het UWV bevoegd om toestemming te verlenen aan een werkgever om een dienstverband op te zeggen op bedrijfseconomische gronden (artikel 7:669 lid 3 sub a BW). Dat geldt voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en een tijdelijk dienstverband dat tussentijds opgezegd kan worden. Na deze procedure bij het UWV kan er doorgeprocedeerd worden bij de kantonrechter op verzoek van de werkgever (artikel 7:671b lid 1 sub c BW) of werknemer (artikel 7:681 en 7:682 BW).
Wil een werkgever op grond van bedrijfseconomische gronden een tijdelijk dienstverband beëindigen, dan is in dat geval de kantonrechter wel direct bevoegd om op een dergelijk verzoek te beschikken (artikel 7:671b lid 1 sub c BW). Omdat opzegging dan niet mogelijk is, resteert enkel het vragen van ontbinding.
Absolute competentie
Toestemming van het UWV vereist dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Uitgezonderd van toestemming van het UWV zijn (artikel 7:671a lid 7 BW):
- publieke lichamen (naast overheden, o.a. ook KvK, SER);
- personen die tot maximaal 4 dagen in de week in de huishouding van een natuurlijk persoon ondersteunen;
- statutair bestuurders van vennootschappen (dus niet voor stichtingen, verenigingen en coöperaties);
- voor bedrijfstakken of organisaties waarin middels een cao een bijzondere onafhankelijke commissie is ingesteld, belast met de preventieve toetsing van ontslag. Onderwijzend personeel in het bijzonder onderwijs vallen in beginsel ook onder de preventieve toetst van het UWV;
- De bijzondere en zeldzame groep met wel een arbeidsverhouding, maar die ondanks het ontbreken van zelfstandigheid ook niet een arbeidsovereenkomst heeft, valt ook niet langer onder de preventieve toetsing van het UWV;
- Werknemers die de AOW-leeftijd bereiken, tenzij anders bedongen (artikel 7:669 lid 4 BW). Voor ontslag op staande voet, voor ontslag tijdens een faillissement en voor ontslag tijdens een proeftijd is geen toestemming van het UWV nodig.Het dient te gaan om arbeidsverhoudingen in de Nederlandse arbeidsmarkt, dat wil zeggen om degenen die in Nederland werken of van wie de werkgever in Nederland is gevestigd, als ook de werknemer die in het buitenland werkt als deze in Nederland woonachtig is en bij ontslag in Nederland werk zoekt.
Relatieve bevoegdheid (welke vestiging van de Arbeidsjuridische dienstverlening)
De vestiging van het UWV is bevoegd binnen wiens werkgebied de bedrijfsvestiging werknemers bevat die ontslagen worden. Zijn er meer vestigingen, zie dan het besluit Werkgebieden UWV Werkbedrijf. Als de werkzaamheden van de betrokken werknemer zich uitstrekken over een werkgebied van twee of meer AJD-werkgebieden, dan wordt de ontslagaanvraag ingediend bij de AJD-vestiging in het werkgebied waarbinnen de standplaats van de werknemer is gelegen. Ontbreekt deze standplaats, dan wordt de aanvraag ingediend bij de AJD-vestiging in het werkgebied waarbinnen de vestiging van de werkgever is gelegen van waaruit de ontslagaanvraag is ingediend. Geeft dit geen uitsluitsel, dan wordt de ontslagaanvraag ingediend bij de AJD-vestiging in het werkgebied waarbinnen de woonplaats van de werknemer is gelegen. Indien een werkgever om bedrijfseconomische redenen voor meerdere werknemers een ontslagaanvraag indient en op basis van het tweede en derde lid meerdere AJD-vestigingen in aanmerking komen, dient werkgever de ontslagaanvragen in bij de AJD-vestiging in het werkgebied waarbinnen de meeste werknemers de arbeid verrichten. Ambtshalve of op verzoek van werkgever kan UWV beslissen dat de ontslagaanvragen bij een andere AJD-vestiging worden ingediend.
Toestemming voor zover vereist
In geval van twijfel of het UWV absoluut bevoegd is, kan altijd toestemming voor zover vereist gevraagd worden. Het UWV zal zich hierover vooraf en in de procedure normaal niet uitlaten. Indien het UWV namelijk vooraf aangeeft dat er volgens haar geen toestemming is vereist, dan verviel voorheen de mogelijkheid om de vernietiging van de opzegging in te roepen voor een opzegging van de werkgever op een dergelijke standpunt volgt (dus ook een opzegging zonder toestemming UWV): HR 20 maart 1970, NJ 1970/250. Of dat ook betekent dat thans de vernietiging via de kantonrechter niet verkregen kan worden, moet nog afgewacht worden.
In geval een curator heeft opgezegd en een vernietiging van een faillissement dreigt, dan kan het nuttig zijn om als werknemer een beroep te doen op de nietigheid van het ontslag wegens het ontbreken van instemming met de werknemer (artikel 7:671 jo 7:681 BW), door bij de kantonrechter binnen twee maanden na het einde van het dienstverband een verzoekschrift in te dienen (artikel 7:686a BW). Na vernietiging van het faillissement is er opgezegd zonder de instemming, waardoor de werknemer loon en werk kan vorderen.
Deze informatie is voor cursisten die bij ons een opleiding arbeidsrecht volgen.
De specialistische kennis vertalen naar oplossingen, dat vraagt om strategisch en tactvol kunnen werken. Dat staat tijdens de opleiding centraal.
OPLEIDINGEN EN CURSUSDAGEN ARBEIDSRECHT
In plaats van standaardoplossingen leren wij u de vaardigheid om vraagstukken zelf op te lossen.
Erkende Post-HBO/WO opleidingen
Meer informatie over onze opleidingen en cursusdagen.
MASTERCLASSES ARBEIDSRECHT (Nova)
Voor advocaten arbeidsrecht geven wij o.a. de volgende Masterclass:
“Ziekte en economische ontslagen in de UWV-procedure”
Meer informatie over onze masterclasses
EEN OPLEIDING BIJ EEN ERKEND INSTITUUT