Hoger beroep
Bedacht dient te worden dat voorheen de ontbinding voor zover vereist werd gevraagd in een verzoekprocedure, daar een andere rechter zijn oordeel geeft over de geldigheid van het ontslag op staande voet in een dagvaardingsprocedure. Dat waren niet alleen verschillende procedures, maar de ontbinding was veelal onomkeerbaar. Na 1 juli 2015 is dat anders.
Indien de werknemer in plaats van het verzoek tot vernietiging meerdere vergoedingen gaat vragen, dan is het eenvoudig. Over de toekenning en hoogte daarvan kan in hoger beroep opnieuw een oordeel gegeven worden. De vergoedingen die de kantonrechter toekent moeten betaald worden, nu van het hoger beroep geen opschortende werking uitgaat. Dat kan betekenen dat de werknemer vergoeding na het oordeel van het Hof terug moet betalen. Een ontbinding speelt in deze na het ontslag op staande voet niet, nu het ontslag niet wordt vernietigd.
Indien de werknemer wel vernietiging vraagt, dan loopt de werkgever het risico dat de vernietiging wordt toegewezen en alsnog loon betaald moet worden. Tegen het verzoek van de werknemer zal de werkgever zich dan verweren. Indien de werkgever zich primair verweert door te stellen dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is en subsidiaire een verzoek tot ontbinding indient, dan loopt de werkgever een risico. De kantonrechter die oordeelt dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, komt dan niet aan de subsidiaire vordering tot ontbinding toe. Dat kan tot gevolg hebben dat het Hof later tot het oordeel komt dat het verzoek tot vernietiging ten onrechte is afgewezen en de werkgever veroordelen tot herstel van de arbeidsovereenkomst of aan de werknemer een billijke vergoeding toekennen (art 7:683 lid 3 BW).
De werkgever zal naast het verweer rond het ontslag op staande voet, een verzoek indienen tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst al dan niet voor zover vereist. Derhalve geen subsidiaire verzoek, maar een volwaardig eigen verzoek.
De werknemer zal binnen twee maanden, naast primair het verzoek tot vernietiging van ontslag, subsidiaire om toekenning van vergoedingen vragen, zijnde de transitievergoeding, de vergoeding naar billijkheid en de schadeloosstelling door het niet in acht nemen van de opzegtermijn door de werkgever. Tegen het ontbindingsverzoek zal de werknemer zich dan ook primair op het stand punt stellen dat het afgewezen moet worden en subsidiaire om toekenning van een transitievergoeding en vergoeding naar billijkheid vorderen. De werknemer houdt hiermee alle opties open en heeft binnen de verval termijn alle verzoeken ingediend die in het kader van ontslag spelen.
De kantonrechter gaat niet over tot vernietiging van het ontslag (en wijst het verzoek tot ontbinding al dan niet voor zover vereist toe)
- Het Hof kan oordelen dat het verzoek tot vernietiging ten onrechte is afgewezen, bijvoorbeeld als het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven of zich geen dringende redenen voordoen.
- Indien er geen ontbinding had plaatsgevonden, kan het Hof de werkgever veroordelen om het dienstverband te herstellen of veroordelen een billijke vergoeding te betalen (art 7:683 lid 3 BW). Voor de toekenning van een billijke vergoeding is niet vereist dat de werkgever zich ernstig verwijtbaar heeft gedragen.
- Door de ontbinding kan het Hof evenwel niet volstaan met het oordeel over het ontslag op staande voet, daar het Hof ook moet toetsen of ontbinding terecht is toegewezen. Dat is een geheel andere toets. Alleen als het Hof meent dat het verzoek tot ontbinding ook ten onrechte is toegewezen, kan het Hof besluiten tot herstel van de arbeidsovereenkomst (art 7:683 lid 3 BW).
- Interessant wordt het om te zien wat de situatie wordt als het Hof tot het oordeel komt dat vernietiging van het ontslag op staande voet ten onrechte is afgewezen en ontbinding wel in stand laat. De werknemer heeft namelijk door het ontslag op staande voet geen loon ontvangen en ook geen vergoedingen gekregen. In dat geval zullen alsnog de vergoedingen betaald moeten worden door de werkgever, als de werknemer daarom binnen de vervaltermijn heeft verzocht en het Hof dit (ook) toekent.
- Het is afwachten op welke wijze het Hof het gemis aan loon tussen het ontslag op staande voet en de ontbinding gaat toewijzen of compenseren. Mogelijk dat de uitleg wordt dat dit loon alsnog betaald moet worden. Het zal niet om toewijzing van een schadeloosstelling gaan (vanwege niet in acht nemen opzegtermijn), nu dat niet met de systematiek van de wet is te verenigen. Mogelijk dat de uitleg wordt dat het Hof dit deel aan loon kan meenemen in de vergoeding die zij toekent, wanneer artikel 7:683 lid 3 BW zo gelezen wordt dat toekenning van de billijke vergoeding reeds kan als vernietiging “of” ontbinding ten onrechte is afgewezen. Het zal om een aanvullende toekenning moeten gaan. Wat niet kan, is dat het Hof een hogere ontbindingsvergoeding geeft als zij van oordeel is dat vernietiging niet en de ontbinding wel terecht heeft plaatsgevonden. Bij die ontbinding gaat het namelijk standaard om een transitievergoeding, tenzij de werknemer of werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten
De kantonrechter vernietigt het ontslag (en wijst het verzoek tot ontbinding al dan niet voor zover vereist toe)
- Het is bijvoorbeeld mogelijk dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven of niet dringend wordt geoordeeld, maar dat zich wel redenen voor doen voor ontbinding.
- De werkgever zal het loon moeten betalen tot de ontbindingsdatum en eventueel ook de toegekende vergoedingen.
- Indien het Hof van oordeel is dat vernietiging van het ontslag passend is geweest, maar dat ontbinding ten onrechte is toegewezen, dan kan zij de werkgever veroordelen om het dienstverband te herstellen of een billijke vergoeding toekennen (art 7:683 lid 3 BW). Het hof kan in plaats daarvan oordelen dat naast vernietiging van het ontslag de ontbinding gegrond is, maar dat andere vergoedingen toegewezen hadden moeten worden.
- Indien het Hof van oordeel is dat het ontslag op staande voet wel rechtsgeldig was en dus ten onrechte is vernietigd, dan kan het Hof bepalen op welke datum het dienstverband eindigt. Zij zal dan ook menen dat ontbinding passend is en vermoedelijk dat daarbij geen vergoedingen aan de werknemer toekomen. Hoe het hof dit precies gaat toewijzen, is nog afwachten, maar het eindresultaat zal zijn dat de medewerker vrijwel met lege handen staat.
Deze informatie is voor cursisten die bij ons een opleiding arbeidsrecht volgen.
Leren bij de specialist – Het opleidingsinstituut van AN-i
AN-i is volledig gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Wij verzorgen de website Arbeidsrechter.nl en onze specialisten procederen voor rechtbanken. Vanuit deze expertise bieden wij op meerdere niveaus opleidingen en cursusdagen aan. Van de beginnende personeelsmedewerker tot en met een gespecialiseerde advocaat volgen bij ons scholing.
Inmiddels_hebben wij voor vele opdrachtgevers opleidingen verzorgd:
Werkgevers: o.a. ING, KPN, CZ, GGD, IKEA, Keerpunt, LogicaCMG, Nationale Nederlanden, Parnassia, Rabobank, RIAGG, Sociale Verzekeringsbank en het UWV.
Advocatenkantoren: o.a. Boekel de Nerée, Van Diepen Van der Kroef, Labee, Boels Zanders, Cleerdin Hamer, Houthoff Buruma, Damsté, Schouten en Lagro.
Ons instituut is geregistreerd in het CRKBO en is bovendien geaccrediteerd door: MZ, RB, MfN (voorheen NMI), de Nederlandse Orde van advocaten en NIRPA.