Arbeidsrecht
Definitie
“Het arbeidsrecht omvat alle rechtsregels ten aanzien van individuele en collectieve arbeidsverhoudingen. Het arbeidsrecht reguleert de arbeidsverhouding tussen een werknemers en werkgever, veelal met de gedachte om de afhankelijke werknemer te beschermen door regels voor te schrijven waar de werkgever en werknemer zich aan moeten houden.”
Het arbeidsrecht in de praktijk
Een werknemer die een arbeidsovereenkomst aangaat met een werkgever, krijgt te maken met het arbeidsrecht. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst indien de werknemer zich verbindt tegen loon onder het gezag van de werkgever te werken. Een werknemer die ten minste twintig uren per maand arbeid verricht, wordt vermoed dit middels een arbeidsovereenkomst te doen (7:610a BW). Of er daadwerkelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst hangt af van de feitelijke situatie (1.1.1.).
Het arbeidsrecht omvat meer dan de verhouding tussen werkgever en werknemer alleen. Het arbeidsrecht verschaft ten eerste duidelijkheid bij het aangaan van de arbeidsovereenkomsten (H1), gevolgd door regels voor gebeurtenissen tijdens de looptijd van de arbeidsovereenkomst, zoals ziekte, wijziging van functie en misdragingen (H2). Het arbeidsrecht bepaalt ook op wat voor manier de arbeidsovereenkomst uiteindelijk tot een einde kan worden gebracht (H3).
Niet alles is in de wet vastgelegd, want een deel van de rechten staan in een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst (CAO). Hoewel niet alle werkgevers onder een CAO vallen, geldt dat wel voor zo’n 80% van de werkgevers. Een CAO kan dwingend zijn, dat wil zeggen een standaard regeling bieden waar niet van afgeweken mag worden. Veel CAO’s zijn minimumregelingen, wat betekent dat hiervan wel in positieve zin voor een werknemer van afgeweken mag worden (1.1.5.).
Naast de arbeidsovereenkomst kan een persoon ook arbeid verrichten aan de hand van een van een overeenkomst tot aanneming van werk, een overeenkomst van opdracht of als ambtenaar. Zij vallen dan niet onder het arbeidsrecht. Een overeenkomst tot aanneming van werk dient te leiden tot een werk van stoffelijke aard, een gebouw bijvoorbeeld. Leidt de arbeid niet tot een werk van stoffelijke aard? Dan is er doorgaans sprake van een overeenkomst van opdracht (1.1.3.). De ambtenaren die bij de overheid werken, worden steeds meer onder de regels van het arbeidsrecht gebracht (1.1.6.).