Beleidsregels ontheffing verbod op werktijdverkorting 2004
Beleidsregel 1
Op verzoek van de werkgever wordt een ontheffing verleend als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, voor de bij die ontheffing aan te wijzen werknemers of groepen van werknemers, indien gedurende ten minste 2 kalenderweken en gedurende ten hoogste 24 kalenderweken, ten minste 20% van de aan de werkgever ter beschikking staande arbeidscapaciteit niet kan of naar verwachting niet zal kunnen worden benut, vanwege een vermindering in bedrijvigheid door buitengewone omstandigheden die in redelijkheid niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend. Een ontheffing wordt verleend voor een periode van ten hoogste 6 weken en kan op verzoek van de werkgever drie maal worden verlengd, telkens voor een periode van ten hoogste 6 weken.
Beleidsregel 2
Geen ontheffing wordt verleend:
a. over perioden voorafgaand aan de datum waarop de aanvraag voor ontheffing is ontvangen;
b. voorzover het personeelsbestand van de onderneming niet op de voor de betrokken onderneming redelijkerwijs te verwachten behoefte is afgestemd;
c. indien de vermindering van werkzaamheden samenhangt met een werkstaking in de betreffende of in een andere onderneming, tenzij redelijkerwijs niet kan worden verwacht, dat de werkstaking door het verlenen van de ontheffing zal worden beïnvloed.
8 oktober 2004
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Mr. A.J. de Geus
Deze wettekst wordt u aangeboden door AN-i. De wetsartikelen van de wetten worden aangepast aan de wetswijzigingen, zoals de overheid (de minister) dat in het Staatsblad laat publiceren. Een wet is derhalve in ontwikkeling. Een wetswijziging kan er toe leiden dat slechts een enkel lid (bepaling) van een artikel of meerdere leden (bepalingen) van een wetsartikel worden aangepast, alsook dat meerdere artikelen (wetsartikelen) veranderen.