Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (BBA)
Door invoering van de WWZ en daarmee de wijziging in het ontslagrecht is het BBA grotendeels vervallen
Eerste titel: Algemene bepalingen
Tweede titel: Van het aangaan en het beëindigen der arbeidsverhouding en daarmede verband houdende onderwerpen
5 oktober 1945, houdende vaststelling van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen.
Eerste titel: Algemene bepalingen.
Artikel 1 (BBA)
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid;
b. werknemer;
1″. De werknemers, bedoeld in artikel 610 eerste lid, van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
2″, degene, die persoonlijk arbeid verricht voor een ander tenzij hij dergelijken arbeid in den regel voor meer dan twee anderen verricht of hij zich door meer dan twee andere personen, niet zijnde zijn echtgenoot of bij het inwonende bloed of aanverwanten of pleegkinderen, laat bijstaan of deze arbeid voor hem slechts een bijkomstige werkzaamheid is;
c. werkgever;
1″ De werkgever, bedoel in artikel 610 eerste lid, van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
2″ De natuurlijke of rechtspersoon voor wie de onder d sub 2″ genoemde arbeid wordt verricht;
d. Arbeidsverhouding; de rechtsbetrekking tussen werkgever en werknemer.
e. Loon; de vergoeding van de werkgever aan de werknemer ter zake van de arbeid;
f. Dringende reden voor den werkgever; daden, eigenschappen of gedragingen van den werknemer, welke ten gevolge hebben, dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevergd, de arbeidsverhouding te laten voortduren;
g. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
Artikel 2 (BBA)
1. Dit besluit is niet van toepassing op de arbeidsverhouding van;
a. werknemers bij een publiekrechtelijk lichaam;
b. onderwijzend en docerend personeel, werkzaam aan onderwijsinrichtingen, staande onder beheer van een natuurlijk of rechtspersoon;
c. personen, die een geestelijk ambt bekleden;
d. de werknemer die doorgaans op minder dan vier dagen per week uitsluitend of nagenoeg uitsluitend diensten verricht ten behoeve van het huishouden van de natuurlijke persoon tot wie hij in dienstbetrekking staat.
2. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel d, wordt onder het verrichten van diensten ten behoeve van een huishouden mede verstaan het verlenen van zorg aan de leden van dat huishouden.
3. Onze Minister kan voorts bepalen dat dit besluit of sommige artikelen van dit besluit niet van toepassing zijn op de arbeidsverhouding van door hem aangewezen werknemers of groepen van werknemers.
Artikel 3 (BBA)
Vervallen
Tweede titel: Van het aangaan en het beëindigen der arbeidsverhouding en daarmede verband houdende onderwerpen
Vervallen.
Artikel 6 (BBA)
Vervallen
Vervallen.
Artikel 8 (BBA)
1. Het is de werkgever verboden de werktijd van de werknemers op minder dan 48 uur per week te stellen of gesteld te houden.
2. Het bepaalde in het vorige lid geldt niet:
a. ten aanzien van die werknemers, voor wier werkzaamheden de normale werktijd voor 10 Mei 1940 op een geringer aantal uren per week placht te zijn vastgesteld, zoals voor steenhouwers, kantoorbedienden, avondboekhouders, schoonmaaksters, stokers van centrale verwarmingen en dergelijke personen, mits hun loon als gevolg der werktijdverkorting niet daalt beneden het gebruikelijke bedrag;
b. Ten aanzien van die werknemers wier, week- of maandloon op een vast bedrag is vastgesteld en niet daaronder daalt bij de werktijdverkorting;
c. Voor den tijd gedurende welken een door Onzen Minister goedgekeurde wachtgeldregeling, als bedoeld in artikel 10, van kracht is, ten aanzien van de onder die wachtgeldregeling vallende werknemers.
3. Van het bepaalde in het eerste lid kan voorts door of vanwege Onzen Minister voor bepaalde werknemers of groepen van werknemers voorwaardelijk of onvoorwaardelijk ontheffing worden verleend.
Artikel 9 (BBA)
Vervallen
Artikel 10 (BBA)
Vervallen
Derde titel: Van de lonen en andere arbeidsvoorwaarden.
Artikel 11 t/m 20 (BBA)
Vierde titel: Strafbepalingen.
Vervallen.
Vervallen.
Artikel 28 en 29 (BBA)
Vijfde Titel: Slotbepalingen
Artikel 30 (BBA)
Vervallen.
Artikel 33 (BBA)
Vervallen
‘s-Gravenhage, de 5den oktober 1945.
Wilhelmina
De Minister van Sociale Zaken,
W. Drees.
Deze wettekst wordt u aangeboden door an-i. De wetsartikelen van de wetten worden aangepast aan de wetswijzigingen, zoals de overheid (de minister) dat in het Staatsblad laat publiceren. Een wet is derhalve in ontwikkeling. Een wetswijziging kan er toe leiden dat slechts een enkel lid (bepaling) van een artikel of meerdere leden (bepalingen) van een wetsartikel worden aangepast, alsook dat meerdere artikelen (wetsartikelen) veranderen.