De werkgever is aansprakelijk voor de inhouding en afdracht van de heffingen loonbelasting, volks- en werknemersverzekering. De werkgever kan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon zijn, terwijl ook de bestuurders van rechtspersonen aansprakelijk gesteld kunnen worden (A.).
Daarnaast kan een derde aansprakelijk zijn, namelijk de inlener voor de afdracht van inhoudingen op het loon van ingeleende krachten (B.) en de (hoofd)aannemer voor de afdracht voor arbeidskrachten van onderaannemers (C.).
A. Aansprakelijkheid van natuurlijk of rechtspersoon
Is de werkgever geen rechtspersoon, dan is een natuurlijk persoon aansprakelijk of zijn er natuurlijke personen aansprakelijk. Dat doet zich voor bij een eigenaar van een eenmanszaak, maten van een maatschap of vennoten van een vennootschap. De stille commanditaire vennoot in een commanditaire vennootschap is in beginsel niet aansprakelijk (1.8.).
Is de werkgever een rechtspersoon (BV, NV, coöperatie, stichting, vereniging etc. ), dan is deze rechtspersoon aansprakelijk voor de inhouding en afdracht van de loonheffing. Betaalt de rechtspersoon vennootschapsbelasting, dan is naast de rechtspersoon ook iedere bestuurder van de rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk voor het niet betalen van de heffingen, echter alleen wanneer dat het gevolg is van onbehoorlijk bestuur. Bij de heffingen gaat het om de verschuldigde loonbelasting, premies volks- en werknemersverzekering, alsmede om de omzetbelasting en in te houden premies voor de pensioenopbouw. Hierbij is de meldingsplicht van iedere bestuurder van belang, waarbij het gaat om een meldingsplicht tegenover de belastingdienst, uitvoeringsinstelling of pensioenuitvoerder. Als een bestuurder spoedig meldt dat de rechtspersoon onvermogend is om de afdracht te doen, dan is het aan de wederpartij om onbehoorlijk bestuur aan te tonen en daarmee de hoofdelijke aansprakelijkheid hard te maken.
B. Aansprakelijkheid van de inlener voor betaling heffingen
Bij uitlening is er sprake van een driehoeksverhouding. Namelijk de ingeleende kracht (die het werk verricht) de inlener (voor wie de arbeidskracht werkt) en een uitlener (die de arbeidskracht uitleent). In beginsel heeft de ingeleende kracht een arbeidsovereenkomst met de uitlener, die daarmee werkgever is en derhalve de belasting en premies moet inhouden en afdragen. De feitelijke leiding ligt echter hoofdzakelijk bij de inlener, die bepaalt wat voor werkzaamheden de ingeleende kracht op welke wijze moet verrichten.
Komt een uitlener zijn verplichtingen om de loonheffing in te houden en af te dragen niet na, dan is mogelijk de inlener aansprakelijk. Een inlener kan dat risico beperken, door er voor te zorgen dat hij een gedeelte van de vergoeding die hij verschuldigd is, overmaakt op een G-rekening (geblokkeerde rekening). Deze G-rekening wordt gesloten tussen een professionele uitlener en een kredietinstelling, in samenwerking met de belastingdienst en betrokken uitvoeringsinstelling. Het bedrag dat op die rekening wordt gestort dient ter betaling van de verschuldigde belasting en premies en kan niet voor andere bestemmingen door de uitlener gebruikt worden. De belastingdienst en uitvoeringsinstelling krijgen een zekerheidsrecht (pandrecht) waarmee zij een verhaalsrecht op deze G-rekening hebben. Het is tevens de bedoeling dat de inlener een administratie bij houdt waaruit de premie kan worden afgeleid die de uitlener in eerste instantie dient af te dragen.
Is de uitlener geen organisatie die haar bedrijf (nagenoeg) uitsluitend uitoefent door het tegen betaling uitlenen van arbeidskrachten, dan behoort het uitsluiten van de aansprakelijkheid via een G-rekening niet tot de mogelijkheden. In dat geval kan de inlener de betaling splitsen, door het gedeelte van de vergoeding, dat ziet op de belasting en premies, over te maken naar de belastingdienst en de uitvoeringsinstelling, terwijl het ander gedeelte aan de uitlener wordt betaald.
C. Aansprakelijkheid van de (hoofd)aannemer voor de betaling van heffingen
Aansprakelijkheid jegens werknemers
Op grond van de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) kan een werknemer die werkt voor een werkgever zijn loonvordering ook neerleggen bij de opdrachtgever voor wie zijn werkgever werkt. Het gaat om een ketenaansprakelijkheid voor de loonaanspraken van werknemers. Een werknemer die niet of onvoldoende betaald krijgt, kan niet alleen zijn eigen werkgever maar ook andere partijen in de keten waarin hij werkzaam is aanspreken, zoals de opdrachtgever. Deze ketenaansprakelijkheid geldt voor werk dat wordt verricht ter uitvoering van overeenkomsten van aanneming van werk en van opdracht. Dat is uitgebreid naar het beroepsgoederenvervoer (wat geen overeenkomst van opdracht is), zodat ook chauffeurs anderen in de keten op betaling van (het juiste) loon kunnen aanspreken (Wet ketenaansprakelijkheid vervoersovereenkomsten).
Fiscale aansprakelijkheid
Bij het vervaardigen van stoffelijk werk (gebouw) kan een keten aan aannemers betrokken zijn. Een opdrachtgever besteedt het werk uit aan een hoofdaannemer die het werk gedeeltelijk verder uitbesteed aan onderaannemers, welke op hun beurt mogelijk ook het werk verder uitbesteden aan andere onderaannemers etc.
De Wet ketenaansprakelijkheid brengt met zich mee dat een hoofdaannemer aansprakelijk gesteld kan worden, als een onderaannemer de verplichte loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekering niet afdraagt. Deze inhoudingen moeten plaatsvinden op loon van medewerkers die bij onderaannemers werkzaam zijn. Worden de verschuldigde inhoudingen niet of niet tijdig worden afgedragen, dan kan een aannemer die hoger in de keten zit aansprakelijk gesteld worden.
Aan deze aansprakelijkheid kan een hoofdaannemer niet ontkomen door voor zichzelf een bepaalt werk te laten maken, waarvoor vervolgens een koper of huurder wordt gevonden. Professionele bouwers (of slopers) zijn aansprakelijk voor aannemers die van hun opdrachten aannemen, ook al heeft die aannemer zelf geen opdrachtgever.
Een aannemer/opdrachtgever kan de kans om aansprakelijk gesteld te worden voor het niet nakomen van verplichtingen van onderaannemers verkleinen door gebruik te maken van een G-rekening (geblokkeerde rekening). Het komt er dan op neer dat een (hoofd)aannemer een gedeelte van de vergoeding die hij aan een onderaannemer verschuldigd is, overmaakt naar een rekening van de onderaannemer welke uitsluitend dient voor het betalen van de verschuldigde loonbelasting en premies aan de belastingdienst en uitvoeringsinstelling. Deze G-rekening wordt overeengekomen tussen de onderaannemer en een kredietinstelling, in samenwerking met de belastingdienst en betrokken uitvoeringsinstelling. De belastingdienst en uitvoeringsinstelling krijgen een zekerheidsrecht (pandrecht) waarmee zij een verhaalsrecht op deze G-rekening hebben. Betaalt de (hoofd)aannemer dan dient hij daarbij te verwijzen naar de factuur van die onderaannemer. Deze factuur vermeldt het werk waarop de betaling betrekking heeft, alsmede om welke aannemingsovereenkomst het gaat. Zowel de factuur als aannemingsovereenkomst moeten in de administratie van de (hoofd)aannemer snel terug te vinden zijn. Het is de onderaannemer die de rekening gebruikt om aan de belastingdienst en aan de ontvanger te betalen.
Het is ook mogelijk de kans om aansprakelijk gesteld te worden te verkleinen door zorgvuldig te werk te gaan. Hierbij kan gedacht worden aan het slechts uitbesteden van werk aan vaste relaties of relaties waarmee derden goede ervaringen hebben. Daarnaast kan een accountantsverklaring gevraagd worden waarmee duidelijkheid ontstaat over de wijze waarop de onderaannemer in het verleden zijn verplichtingen is nagekomen. Zo kan achterhaald worden of wat voor betalingsgeschiedenis die relatie heeft.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 4 over de arbeidsvoorwaarden. Oftewel de tegenprestatie waarvoor werknemers bij een werkgever werken op grond van de arbeidsovereenkomst. U vindt in dit deel informatie over:
4.1. Loon (o.a. minimumloon, tijdstip betalen, loon vorderen, beslag)
4.2. Vakantie (o.a. vakantierechten opbouwen en opnemen, vakantiegeld)
4.3. Pensioen (o.a. opbouwen, afkopen, einde dienstverband)
4.4 VUT-regeling
4.5. Afdracht van loonbelasting en premies
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.