Specialisten info - Mediation
De mediatior helpt partijen een oplossing te vinden voor het probleem dat zij ervaren. Dat is gericht op voortzetting van de arbeidsverhouding, maar kan juist ook zien op de afspraken om afscheid van elkaar te nemen (exit-mediation). Los van de onderlinge afspraken die het doel van de mediation vormen, starten partijen door onderling afspraken te maken over de mediation zelf. Deze afspraken over hoe de mediation verloopt en wat de rechten en plichten zijn, staan in de mediationovereenkomst, waarbij wordt verwezen naar het mediationreglement. Dat geldt in ieder geval voor een mediatior die is aangesloten bij het MFN (het voormalige NMI). Overigens kan zelfs in de voorfase voordat de mediation start van de MFN-mediator verwacht worden dat hij de gedragsregels naleeft, zelfs als mediation niet tot stand komt (Uitspraak M-2013-9 van Stichting Tuchtrechtspraak Mediators).
De mediationovereenkomst is een bewijsovereenkomst. Daarmee stellen partijen dat enkel de schriftelijke uitkomst van de mediation als bewijs mag dienen (artikel 5 lid 2 en 10.1 Mediationreglement en Rb. ’s-Gravenhage, 26 januari 2011, LJN BQ6155). Aan afspraken kunnen slechts na vastlegging in de (vaststellings)overeenkomst rechten ontleend worden (Rb. ’s Gravenhage 13 mei 2008 LJN BD7543). Zonder een dergelijke overeenkomst is afdwingen van de afspraken niet volledig uitgesloten, bijvoorbeeld niet als overeenstemming duidelijk uit correspondentie blijkt en deze afspraken op alle overige punten wel zijn nagekomen (Rb. Haarlem 23 april 2008, LJN BD2526). Overigens kunnen ook tussentijds afspraken vastgelegd worden als daarbij maar wel wordt bedongen dat deze afspraken ook blijven gelden als over de andere punten wel of juist geen overeenstemming wordt bereikt (artikel 7.2 mediationovereenkomst).
Komt er geen overeenstemming, dan mag er niet naar de inhoud van de mediation verwezen worden (Rb. ’s-Gravenhage 26 januari 2011, LJN BQ6155). Partijen doen namelijk afstand van hetgeen zij in de mediation vernemen en mogen geen stukken naar voren brengen die ze niet buiten die mediation hadden kunnen verkrijgen (artikel 7 Mediatonreglement en Rb. ’s-Gravenhage 8 november 2011, LJN BU6144).
Wanneer een cliënt zich aan een mediationovereenkomst heeft verbonden, dient ook een advocaat deze te respecteren, zelfs al heeft hij daarvoor zelf niet getekend (Hof van Discipline 22 augustus 2005, LJN Nr. 4290). Omdat anderen normaal enkel aan de geheimhouding zijn verbonden als zij daarvoor getekend hebben, dient er op gelet te worden dat derden die van de mediation kennis nemen voor geheimhouding tekenen. Het is ook aan de mediator om daarop toe te zien (artikel 6.1. mediationreglement). Denk aan adviseurs, medewerkers personeelszaken en dergelijke.
In beginsel wordt er uitgegaan van de inhoud van de uiteindelijke afspraken in de (vaststellings)overeenkomst. Indien evenwel deze overeenkomst zo onduidelijk of onvolledig is dat voor het vaststellen van de verplichtingen tussen partijen over en weer een nadere standpuntbepaling vereist is, kan het belang van de waarheidsvinding met zich meebrengen dat nader bewijs wordt geleverd (Rb. Utrecht 2 februari 2005, LJN AS5144).
Onder de (vaststellings)overeenkomst en/of geheimhouding uitkomen?
De wettelijke verplichting van partijen om de rechter naar waarheid en volledig in te lichten (artikel 21 RV) kan zwaarder wegen dan de contractuele verplichting tot geheimhouding uit artikel 5 van het Mediationreglement (Rb. ’s-Gravenhage 13 mei 2008 LJN BD7543 en 26 januari 2011, LJN BQ6155).
Een beroep op dwaling kan niet snel slagen, omdat de vaststellingsovereenkomst juist is bedoeld om een einde aan een conflict te maken (Rb. Haarlem 17 december 2008, LJN BG8035).
De vaststellingsovereenkomst kan aangetast worden, wanneer kan worden gezegd dat de overeenkomst door bedreiging, bedrog of door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen (Rb. ’s-Hertogenbosch 16 juni 2008, LJN BD7157). Gelet op het feit dat partijen in vrijheid de mediation zijn aangegaan en de mediator doorgaans bemiddelend optreedt, zal ook dit zich niet snel voordoen.
Mediation bij combinatie ziekte en verstoorde verhouding
Een arbeidsongeschikte werknemer dient zich in te spannen voor herstel en re-integratie om aanspraak te kunnen maken op loon (artikel 7:629 BW: Ktr. ’s-Hertogenbosch 24 mei 2012, LJN BW6702). Een situationeel arbeidsongeschikte werknemer dient zich ook in te spannen om de onderlinge problemen op te lossen, omdat anders het niet werken in de eigen risicosfeer komt te liggen en de aanspraak op loon vervalt (artikel 7:628 BW). Van de werkgever mag in dit kader ook medewerking verwacht worden.
Meewerken aan mediation wegens de verplichting rond re-integratie kan niet verwacht worden als: de mediation gegeven de aard van het conflict geen aangewezen route is, of als aannemelijk is dat (het resultaat van) mediation het herstel van de werknemer niet zal bevorderen of als deelname aan mediation in redelijkheid niet kan worden gevergd (Ktr. Zwolle 16 februari 2012, LJN BV6626) In dit kader van herstel en belastbaarheid, dient bekeken te worden of de werknemer in staat is om de confrontatie aan te gaan, waarover de bedrijfsarts om een oordeel gevraagd kan worden (Rb. Rotterdam 6 januari 2012, LJN BV5469).
Het enkele feit dat een werknemer in het eerste gesprek van de mediation aangeeft niet meer voor de werkgever te willen werken, rechtvaardigt nog niet de conclusie dat werknemer niet meewerkt aan re-integratie, temeer als ervan moet worden uitgegaan dat werknemer in verband met het arbeidsconflict ziek is en psychische klachten heeft. Niet valt in te zien dat een mediation dan direct al als mislukt moet worden aangemerkt, daar de mediation juist bedoeld is om dergelijke spanningen, emoties en conflicten tussen partijen bespreekbaar en beheersbaar te maken (Ktr. Alkmaar 4 april 2012, LJN BW5024).
Deze informatie is voor cursisten die bij ons een opleiding arbeidsrecht volgen.
Leren bij de specialist – Het opleidingsinstituut van AN-i
AN-i is volledig gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Wij verzorgen de website Arbeidsrechter.nl en onze specialisten procederen voor rechtbanken. Vanuit deze expertise bieden wij op meerdere niveaus opleidingen en cursusdagen aan. Van de beginnende personeelsmedewerker tot en met een gespecialiseerde advocaat volgen bij ons scholing.
Inmiddels_hebben wij voor vele opdrachtgevers opleidingen verzorgd:
Werkgevers: o.a. ING, KPN, CZ, GGD, IKEA, Keerpunt, LogicaCMG, Nationale Nederlanden, Parnassia, Rabobank, RIAGG, Sociale Verzekeringsbank en het UWV.
Advocatenkantoren: o.a. Boekel de Nerée, Van Diepen Van der Kroef, Labee, Boels Zanders, Cleerdin Hamer, Houthoff Buruma, Damsté, Schouten en Lagro.
Ons instituut is geregistreerd in het CRKBO en is bovendien geaccrediteerd door: MZ, RB, MfN (voorheen NMI), de Nederlandse Orde van advocaten en NIRPA.