Is de kantonrechter bevoegd?
Tijdens de ontbindingsprocedure kunnen zich bijzonderheden voordoen, die van invloed kunnen zijn op de vraag of de kantonrechter (nog) wel bevoegd is.
Contractuele uitsluiting
Het is niet toegestaan om de ontbindingsmogelijkheid uit te sluiten, ook niet in een cao (HR 20 maart 1998, JAR 1998/127) en evenmin door een rechtskeuze te maken voor een buitenlandse rechter (Ktr. Amsterdam 27 maart 2007, JAR 2007/97). Het is wel mogelijk om in plaats van de kantonrechter of het UWV, een andere instantie bevoegd te maken voor bindend advies respectievelijk arbitrage, in welk geval de kantonrechter/UWV zich niet ontvankelijk moet verklaren: HR 22 november 1985, NJ 1986/275 respectievelijk HR 14 december 1973, NJ 1974/92 en HR 20 maart 1998, JAR 1998/127 (blijkt ook uit de wetsgeschiedenis van de WWZ). Een contractuele verplichting om eerst een bepaalde procedure te doorlopen voor een partij zich bij de kantonrechter kan wenden, werkt niet blokkerend voor het ontbindingsverzoek: HR 20 maart 1998, NJ 1998/815. Iedere andere beperking die de ontbindingstoetsing van de kantonrechter aantast – over voeren verweer, over toekenning vergoeding of afzien van een mondelinge behandeling – is nietig: Ktr. Amsterdam 26 juni 2003, JAR 2003/201 en HR 2 april 2004, NJ 2004/212.
Indien een werkgever wil voorkomen dat een werknemer in een tijdelijk contract voortijdig weg gaat om elders meer te kunnen verdienen, dan kan deze mogelijkheid uitdrukkelijk uitgesloten worden en zal een rechter voor die situatie terughoudend zijn: Arbitragecommissie KNVB 30 juni 1998, JAR 1998/17. Het feit dat een werknemer elders werkzaam is geworden vóór de ontbindingsprocedure (of zitting), hoeft overigens nog niet te betekenen dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd en staat daarmee niet een ontvankelijkheid in de weg van een werknemer met zijn verzoek tot ontbinding: Arrest Sparreboom/Vink, HR 24 december 1993, NJ 1994/419.
Internationaal:
Bevoegd is de kantonrechter van de woonplaats of werkelijke verblijfplaats van de verweerder (artikel 99 Rv) dan wel de kantonrechter binnen wiens rechtsgebied de arbeid gewoonlijk wordt verricht (artikel 100 Rv). Door domiciliekeuze kan een andere kantonrechter bevoegd worden. Een forumkeuze daarentegen bindt partijen niet, tenzij de werknemer zich toch tot deze aangewezen rechter wendt of tenzij de forumkeuze plaatsvond na het ontstaan van het geschil: artikel 108 Rv.
Indien de werknemer woonplaats heeft in een ander land van de EU, dan moet de werkgever het verzoek indienen bij de rechter in dat EU-land (artikel 20 EEX-verordening): Ktr. Sittard-Geleen 30 juli 2009, RAR 2009/154 en Arbeidshof Antwerpen 21 oktober 2008, JAR 2008/297. Deze rechter in het buitenland past dan artikel 7:671b BW toe binnen de procesregels van dat land. Een werknemer die in het buitenland woont mag wel uitgaan van Nederland als de werknemer daar de arbeid gewoonlijk verricht of kiest voor de vestiging waar degene is aangenomen (artikel 19 EEX-verordening). De werkgever in Nederland die een werknemer die in EU-land woont wil ontslaan en niet bij een andere rechter in het EU-land wil procederen, kan een werknemer op staande voet ontslaan, waarna de werknemer in Nederland een procedure zal starten. Vanaf 1 juli 2015 zal dat normaal een verzoekprocedure zijn. Mocht de werknemer een kortgeding starten, dan kan de werkgever op grond van artikel 28 EG verordening bij dezelfde Nederlandse rechter een verzoek tot ontbinding indienen. Een UWV-procedure kan als de sociaal economische belangen van de Nederlandse arbeidsmarkt bij de internationale arbeidsverhouding betrokken zijn: HR 23 oktober 1987, NJ 1988/842 en Hof Amsterdam 27 april 2010, JAR 2010/160
Indien de werknemer gewoonlijk zijn werk verricht in een land buiten de EG (EEX en EVEX), dan kan de kantonrechter ontbinden op grond van artikel 3 Rv als de werkgever in Nederland gevestigd is, nu de zaak dan anderszins voldoende met de rechtssfeer van Nederland verbonden is.
Het gaat in bovenstaande situaties om de feitelijke woonplaats van de werknemer, hoewel inschrijving bij bevolkingsregister natuurlijk wordt meegewogen om dat te bepalen. In geval van onduidelijkheid zal de Nederlandse rechter zich bevoegd verklaren: Ktr. Helmond 29 november 2010, JAR 2011/30. De rechter acht zich ook bevoegd als partijen verschijnen en op onbevoegdheid geen beroep wordt gedaan.
Ontbinding en overgang onderneming
Het vraagstuk van competentie en werking van een beschikking, speelt ook bij overgang van onderneming.
Indienen verzoek Ontbindingsbeschikking Einde dienstverband
——————————-|————————————-|———————————–|—————
Overname: D C B A
De volgende situaties kunnen zich voordoen voor de werkgever die een verzoek indient om de arbeidsovereenkomst te ontbinden:
A. Indienen verzoek, ontbinding en einde dienstverband voor de overname, waardoor de overnemer niets met deze werknemer te maken heeft, nu er op het moment van de overname geen arbeidsovereenkomst bestond. De werkgever die het dienstverband heeft laten ontbinden, is als enige de ontbindingsvergoeding verschuldigd.
B. Indienen verzoek tot ontbinding vóór de overname, waarna de kantonrechter beslist tot ontbinding, waarna de overname plaatsvindt voor de feitelijke datum waarop het dienstverband eindigt. De ontbinding is rechtsgeldig, nu op het moment van de beschikking een arbeidsovereenkomst bestond. Door de overname na de beschikking en voor het einde van het dienstverband, gaat het dienstverband over en eindigt deze door de ontbinding, waardoor ook de overnemer de ontbindingsvergoeding verschuldigd is: Rb. Zwolle 14 april 1993, JAR 19993/113. Vergelijk ook artikel 236 Rv waarmee executie mede op de rechtsverkrijger mogelijk is.
C. Indienen verzoek tot ontbinding vóór de overname, waarna overname plaatsvindt waarover de kantonrechter nog een beschikking moet geven. In dat geval is er op het moment dat normaal de ontbindingsbeschikking wordt gegeven geen arbeidsovereenkomst meer tussen de verzoeker en de verweerder, waardoor ontbinding niet kan plaatsvinden. De overnemer wordt dan als belanghebbende opgeroepen door de kantonrechter: HR 10 september 1993, NJ 1993/777. Op grond van artikel 279 Rv wordt de overnemer dan ook partij bij de ontbindingsprocedure en kan deze processtukken indienen en inzien: HR 19 mei 1989, NJ 1989/802 en Ktr. Amsterdam 16 maart 1993, JAR 1993/152.
D. Indienen verzoek tot ontbinding door de overdrager na de overname, dan is er geen arbeidsovereenkomst meer tussen partijen en is de verzoeker niet ontvankelijk: Ktr. Den Bosch 11 december 2008, LJN BJ4648.
Blijkt eerst na de ontbindingsprocedure, dat op het moment van de beschikking de arbeidsovereenkomst al is overgegaan, dan doet de ontbinding niet af aan de arbeidsovereenkomst die met overnemer is ontstaan (situatie C en D). De overdrager is dan de ontbindingsvergoeding verschuldigd, terwijl er met de verkrijger een arbeidsovereenkomst is ontstaan en zal blijven bestaan. Indien de verkrijger dan ook zelf een verzoek indient, dan kan verzocht worden om in de vergoeding rekening te houden met de reeds ontvangen ontbindingsvergoeding. Het is ook mogelijk om in de latere beschikking op te laten nemen dat de betaling door de ene partij de betaling voor de andere partij bevrijdt, tot aan het betaalde bedrag: Hof Arnhem, 25 maart 2008, JAR 2008/128.
Voorgaande kan ook spelen als een werknemer een verzoekschriftprocedure gaat starten.
Een dergelijke procedure zal vooral spelen als de werknemer na een ontslag op staande voet vernietiging van het ontslag, loon en tewerkstelling gaat vorderen binnen de (toekomstige) vervaltermijn van twee maanden:
Start verzoekprocedure Beschikking
—————————————–|———————————————–|———————————
Overname: C B A
A. Werknemer start verzoekprocedure en krijgt een beschikking, waarna de overname plaatsvindt. De overnemer is gebonden aan de beschikking en ook de overdrager kan op betaling van het loon aangesproken worden tot aan de overname.
B. Werknemer start verzoekprocedure en de overname vindt plaats voor de beschikking. In dat geval is er op het moment dat normaal de ontbindingsbeschikking wordt gegeven geen arbeidsovereenkomst meer tussen de verzoeker en de verweerder. De werknemer zal dan vragen om de overnemer als belanghebbende op te roepen door de kantonrechter: HR 10 september 1993, NJ 1993/777. Op grond van artikel 279 Rv wordt de overnemer dan ook partij bij de verzoekprocedure en kan deze processtukken indienen en inzien: HR 19 mei 1989, NJ 1989/802 en Ktr. Amsterdam 16 maart 1993, JAR 1993/152.
C. Werknemer start verzoekprocedure tegen de overdrager na de overname. Dan is er geen arbeidsovereenkomst meer tussen partijen. Het is nog afwachten hoe met een dergelijke situatie wordt omgegaan:
– In de procedure tussen de werknemer en overdrager kan de tewerkstelling (vermoedelijk) niet toegewezen worden, omdat er geen arbeidsovereenkomst meer tussen partijen bestaat.
– Het verzoek om loon kan vermoedelijk wel toegewezen worden, maar alleen over het loon tot aan de overname. De werknemer is vermoedelijk ontvankelijk omdat de overdrager vanaf het ontslag op staande voet al geen loon meer betaalt en ook bij overname blijft overdrager hoofdelijk aansprakelijk voor betaling van het loon tot aan de overname (art 7:663 BW).
– Het verzoek tot vernietiging van het ontslag kan vermoedelijk toegewezen worden, nu dat ontslag plaatsvond van voor de overname door de overdrager. Door de vernietiging van het ontslag van voor de overname, was er (alsnog) op het moment van de overname een arbeidsovereenkomst en kan de werknemer loon en werk vorderen bij de overnemer. Wordt er evenwel gesteld dat het verzoek tot vernietiging enkel tegen de overnemer ingediend kan worden, dan is de werknemer niet ontvankelijk in zijn verzoek tot vernietiging in de procedure tegen de overdrager. Het risico daarvan is dat de vervaltermijn mogelijk verlopen is voor de werknemer die een nieuw verzoek wil indienen tegen de overnemer. Dat kan betekenen dat de werknemer vanaf het moment van de overname met lege handen staat.
– Blijkt eerst na de verzoekprocedure dat op het moment van de beschikking de arbeidsovereenkomst al is overgegaan, dan zal de werknemer een hernieuwde procedure moeten starten om loon en tewerkstelling te krijgen, in de hoop dat de vernietiging van het ontslag in de procedure met de overdrager, ook de overnemer bindt.
Na de overname kan de werknemer ook zelf ontbinding verzoeken, in het bijzonder als na een overgang van onderneming blijkt dat de omstandigheden dramatisch ten nadele van de werknemer zijn veranderd: Ktr. Eindhoven 18 november 2009, LJN BL5226.
Deze informatie is voor cursisten die bij ons een opleiding arbeidsrecht volgen.
Leren bij de specialist – Het opleidingsinstituut van AN-i
AN-i is volledig gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Wij verzorgen de website Arbeidsrechter.nl en onze specialisten procederen voor rechtbanken. Vanuit deze expertise bieden wij op meerdere niveaus opleidingen en cursusdagen aan. Van de beginnende personeelsmedewerker tot en met een gespecialiseerde advocaat volgen bij ons scholing.
Inmiddels_hebben wij voor vele opdrachtgevers opleidingen verzorgd:
Werkgevers: o.a. ING, KPN, CZ, GGD, IKEA, Keerpunt, LogicaCMG, Nationale Nederlanden, Parnassia, Rabobank, RIAGG, Sociale Verzekeringsbank en het UWV.
Advocatenkantoren: o.a. Boekel de Nerée, Van Diepen Van der Kroef, Labee, Boels Zanders, Cleerdin Hamer, Houthoff Buruma, Damsté, Schouten en Lagro.
Ons instituut is geregistreerd in het CRKBO en is bovendien geaccrediteerd door: MZ, RB, MfN (voorheen NMI), de Nederlandse Orde van advocaten en NIRPA.