Specialisten informatie - bij hoofdstuk 2.9
Stilzwijgende aanvaarding overname van het contract door andere werkgever
Rechtbank Haarlem, 12 mei 2011: ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ4250
Bij deze uitspraak gaat het om de vraag of een werknemer gebonden is aan een overname van het contract, zonder dat er sprake is van overgang van onderneming. Een werknemer dient instemming te geven en kan zich tegen een contractovername verzetten. Maar kan de instemming afgeleid worden uit het feit dat de werknemer de melding en daarna voor meerdere jaren de loonstroken met nieuwe tenaamstelling en dergelijke accepteerde?
De situatie
De werknemer is in maart 1998 in dienst getreden van de Obermann B.V. Obermann is datzelfde jaar overgenomen door het PontEecen concern, maar bleef als aparte vennootschap bestaan. In 2002 is het PontEecen concern, dat toen inmiddels uit ongeveer 90 afzonderlijke vennootschappen bestond, geherstructureerd. Het concern ging verder onder de naam PontMeyer.
Bij brief van 18 december 2002 is de werknemer, net zoals het overige personeel, door PontEecen N.V. op de hoogte gebracht van de aanstaande veranderingen. Met zoveel woorden is in die brief vermeld:
‘Uw contractspartner de “werkgever” zal gewijzigd worden. Per 01 januari 2003 treedt u in dienst bij PontMeyer Hout B.V. U wordt met deze wijziging niet elders te werk gesteld. Ten aanzien van uw standplaats of werkplek verandert er dus niets. Uw arbeidsvoorwaarden zullen met het terugdringen van het aantal B.V.’s ongewijzigd blijven.’
De werknemer bleef zijn oude werk doen op zijn standplaats. Op alle sinds 1 januari 2003 door de werknemer ontvangen loonspecificaties, jaaropgaven en pensioenoverzichten staat PontMeyer Hout BV als werkgever vermeld. De werknemer heeft daartegen nooit geprotesteerd. Hij heeft daarover ook nooit vragen gesteld.
Bij brief van 3 april 2007 heeft PontMeyer NV op briefpapier van PontMeyer NV aan de werknemer bevestigd dat zijn functie met ingang van 1 april 2007 was gewijzigd. Bij brief van 10 september 2009 heeft PontMeyer NV op briefpapier van PontMeyer NV aan de werknemer laten weten dat zijn functie bij PontMeyer kwam te vervallen. Bij beschikking van 9 december 2009 heeft de kantonrechter op verzoek van PontMeyer Hout BV de ‘tussen partijen’ (bedoeld is: de werknemer en PontMeyer Hout BV) bestaande arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 februari 2010, onder toekenning van een ontslagvergoeding van € 14.572,28. In die beschikking is het verweer van de werknemer, dat hij niet bij PontMeyer Hout BV in dienst was, gepasseerd met de overweging dat het bestaan van die arbeidsovereenkomst ‘voldoende aannemelijk is geworden’. Tegen deze beschikking is geen hoger beroep ingesteld.
Sinds 1 februari 2010 wordt de werknemer niet meer toegelaten tot zijn voormalige werkplek te en krijgt hij geen loon meer uitbetaald. De werknemer heeft daartegen voortdurend geprotesteerd en zich beschikbaar gehouden voor het verrichten van de bedongen werkzaamheden.
De werknemer stelt zich kort gezegd primair op het standpunt dat hij door overgang van onderneming in dienst is gekomen bij PontMeyer Handelsbedrijven BV, subsidiair bij PontMeyer NV. Van overgang van onderneming naar PontMeyer Hout BV is geen sprake geweest. Hij heeft nooit bewilligd in een contractsovername door PontMeyer Hout BV. Slotsom moet dus zijn, dat hij per 1 februari 2010 nog altijd in dienst was en sindsdien is gebleven bij PontMeyer Handelsbedrijven BV, dan wel PontMeyer NV, waarop de ontbindingsbeschikking ten gunste van PontMeyer Hout BV geen effect had.
PontMeyer NV en PontMeyer Handelsbedrijven BV zijn een tegengestelde mening toegedaan. De werknemer is nooit in dienst geweest bij PontMeyer Handelsbedrijven BV of PontMeyer NV. Beide vennootschappen hebben helemaal geen personeel in dienst. De werknemer is van Obermann overgegaan naar PontMeyer Hout BV. Dat is aan de werknemer medegedeeld, waarna hij jarenlang zijn loon kreeg uitbetaald door PontMeyer Hout BV, hetgeen hem ook duidelijk was gelet op de vermelding van de werkgever op zijn loonspecificaties, jaaropgaven en pensioenoverzichten. Dat is door de kantonrechter overigens in de ontbindingsbeschikking bevestigd.
De beoordeling
De toewijsbaarheid van de vordering van de werknemer hangt af van de vraag, of hij nu wel of niet in dienst is getreden bij PontMeyer Hout BV. Zo nee, dan kan het niet anders, of hij is in dienst gekomen van PontMeyer Handelsbedrijven BV, die de handelsactiviteiten voortzette van Obermann op de vestiging waar de werknemer onverminderd te werk gesteld bleef.
Aan de werknemer moet in dat verband onmiddellijk worden toegegeven, dat voor een overgang naar PontMeyer Hout BV, bij gebreke van een formele overgang van onderneming, een contractsovername noodzakelijk was, hetgeen impliceert dat de werknemer daarmee moet hebben ingestemd. Anders dan bij een beëindiging van een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, of een opzegging van een dienstverband door de werknemer, waarbij de normaal geldende ontslagbescherming van de werknemer terzijde wordt gesteld, geldt daarbij echter niet, althans niet in de regel, de eis dat de werknemer uitdrukkelijk en op niet mis te verstane wijze zijn wil daartoe heeft geuit. Anders gezegd: een dergelijke contractsovername kan, zoals in het gewone contractenrecht gebruikelijk, ook stilzwijgend worden aanvaard, welke stilzwijgende aanvaarding door de beoogde nieuwe werkgever kan worden afgeleid uit het jarenlang zonder tegenspraak accepteren van de nieuwe situatie.
Een dergelijk geval doet zich in deze zaak voor. Dat de werknemer de brief van 18 december 2002 niet zou hebben ontvangen, komt de kantonrechter ongeloofwaardig voor. Aanvankelijk hield de werknemer het er overigens op, dat hij deze brief ‘voor zover hem bekend’ nooit had ontvangen. Het komt de kantonrechter, gelet op hetgeen de werknemer bij gelegenheid van de comparitie van partijen heeft verklaard, meer aannemelijk voor, dat hij zich toentertijd nooit heeft beziggehouden met deze formele gang van zaken. Dat is natuurlijk heel wat anders, dan dat hij onwetend is gehouden over de door het PontMeyer concern beoogde herstructurering en zijn overgang in dat verband naar de personeelsvennootschap PontMeyer Hout BV.
In elk geval heeft de werknemer daarna tot aan februari 2010 maandelijks een loonstrook ontvangen met als werkgever PontMeyer Hout BV, jaaropgaven met als werkgever PontMeyer Hout BV en pensioenoverzichten met als werkgever PontMeyer Hout BV. Ter terechtzitting heeft de werknemer toegegeven dat hij dit heeft gezien, maar dat hij zich daarom nooit heeft bekommerd. Hij dacht naar eigen zeggen dat het wel goed zat. Het mag misschien zo zijn dat de werknemer zich daarbij als juridische leek niet de precieze juridische consequenties van zijn stilzitten heeft gerealiseerd, maar dat doet er niet aan af dat PontMeyer Hout BV er in de gegeven omstandigheden in redelijkheid wel op mocht vertrouwen dat de werknemer geen bezwaar maakte tegen deze contractsovername.
Slotsom moet dus zijn, dat de werknemer per 1 februari 2010 in dienst was bij PontMeyer Hout BV en niet bij PontMeyer Handelsbedrijven BV of PontMeyer NV. De arbeidsovereenkomst met PontMeyer Hout BV is per die datum door de kantonrechter ontbonden. De werknemer is sindsdien niet in dienst gekomen bij PontMeyer Handelsbedrijven BV of PontMeyer NV. De vordering van de werknemer, die van het tegendeel uitgaat, moet als ongegrond worden afgewezen.
Deze informatie is voor cursisten die bij ons een opleiding arbeidsrecht volgen.
Leren bij de specialist – Het opleidingsinstituut van AN-i
AN-i is volledig gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Wij verzorgen de website Arbeidsrechter.nl en onze specialisten procederen voor rechtbanken. Vanuit deze expertise bieden wij op meerdere niveaus opleidingen en cursusdagen aan. Van de beginnende personeelsmedewerker tot en met een gespecialiseerde advocaat volgen bij ons scholing.
Inmiddels_hebben wij voor vele opdrachtgevers opleidingen verzorgd:
Werkgevers: o.a. ING, KPN, CZ, GGD, IKEA, Keerpunt, LogicaCMG, Nationale Nederlanden, Parnassia, Rabobank, RIAGG, Sociale Verzekeringsbank en het UWV.
Advocatenkantoren: o.a. Boekel de Nerée, Van Diepen Van der Kroef, Labee, Boels Zanders, Cleerdin Hamer, Houthoff Buruma, Damsté, Schouten en Lagro.
Ons instituut is geregistreerd in het CRKBO en is bovendien geaccrediteerd door: MZ, RB, MfN (voorheen NMI), de Nederlandse Orde van advocaten en NIRPA.