De zorg voor een veilige werkomgeving is de centrale bepaling in de wetgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden. Zonder schade aan lichaam of geest je werk kunnen doen. De zorgplicht is geen garantie, maar brengt wel belangrijke rechten en plichten met zich mee. Wanneer is de werkgever aansprakelijk?
Hoge Raad 11 november 2011 in de zaak TNT / Weijenberg
Een werkgever is aansprakelijk als deze te kort is geschoten in zijn zorgplicht, aldus artikel 7:658 BW. Maar kan een werkgever daarbuiten ook aansprakelijk zijn, bijvoorbeeld door te stellen dat de werkgever niet als een goed werkgever heeft gehandeld. Dit wordt slechts in zeer bijzondere omstandigheden toegestaan, oftewel de Hoge Raad wil hierin bewust terughoudend zijn. Het wordt evenwel niet geheel uitgesloten. De uitzondering geldt voor werknemers die zich voor hun werk in het verkeer moeten begeven. Een situatie waarop de werkgever weinig invloed heeft, maar wat hij wel op een deugdelijke wijze kan verzekeren. Dat mag van de werkgever verwacht worden. Deze “verzekeringsplicht” gaat evenwel niet zo ver dat ook eenzijdige ongelukken van voetgangers.
Dat betekent dat TNT geen verzekering hoefde te sluiten voor het geval een postbode zelf uitglijd tijdens het wandelen en derhalve tijdens de uitvoering van zijn werk. Een medewerkster in de thuiszorg die op de fiets in het verkeer deel neemt, diende volgens de Hoge Raad wel verzekerd te worden, ook voor het geval zij eenzijdig ten val komt tijdens het fietsen. Het verschil zit kennelijk in deelname als bestuurster aan het verkeer op de openbare weg, als ook het bijzondere risico van een ongeluk tijdens het fietsen, in plaats van het voor iedereen bekende risico’s voor het te voet bewegen.
Een andere uitzondering waarbij een werkgever buiten de zorgplicht van artikel 7:658 toch aansprakelijk is, wordt hieronder behandeld, namelijk dat een werkgever de werknemer niet heeft gewaarschuwd voor bijzondere gevaren buiten het werk.
Volgens de Hoge Raad voor het (eenzijdig) vallen tijdens het wandelen: “De … bedoelde rechtspraak heeft betrekking op (kort gezegd) verkeersongevallen die een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden overkomen, zodat daarop het aansprakelijkheidsregime van art. 7:658 van toepassing is. Deze rechtspraak houdt een uitzondering in op de regel dat, wanneer de werkgever niet is tekortgeschoten in de uit art. 7:658 voortvloeiende zorgplicht, er geen plaats is voor een op de billijkheid of op goed werkgeverschap in het algemeen rustende verplichting om een schadevergoeding of tegemoetkoming te betalen, omdat daardoor in strijd met de strekking van art. 7:658 op de werkgever een aansprakelijkheid zou worden gelegd zonder dat sprake is van een tekortkoming ter zake van zijn zorgplicht ter voorkoming van het ongeval (vgl. HR 17 november 1989, LJN AB9375, NJ 1990/572).
Deze uitzondering wordt blijkens de hier bedoelde rechtspraak gerechtvaardigd door een samenstel van factoren dat als volgt kan worden weergegeven.
Enerzijds zijn aan deelneming aan het wegverkeer bijzondere gevaren verbonden, maar anderzijds brengt de omstandigheid dat de werkgever slechts beperkte mogelijkheden en een navenant beperkte zorgplicht heeft om maatregelen te treffen en aanwijzingen te geven teneinde die gevaren te verminderen (zie het slot van 3.4.1 hiervoor), mee dat de werknemer veelal geen baat heeft bij de bescherming die art. 7:658 hem biedt.
De in het wegverkeer door velen met grote regelmaat gelopen risico’s van ongevallen hebben mettertijd geleid tot een goede verzekerbaarheid van deze risico’s tegen betaalbare premies. In het licht daarvan brengen de eisen van goed werkgeverschap als bedoeld in art. 7:611 mee dat de werkgever, naast zijn (beperkte) zorgplicht ter voorkoming van ongevallen in het verkeer, gehouden is zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering van werknemers wier werkzaamheden ertoe kunnen leiden dat zij betrokken raken bij een verkeersongeval.”
Volgens de Hoge Raad voor het (eenzijdig) vallen tijdens het fietsen (deelname als bestuurster aan verkeer op openbare weg): “Het hof heeft, ervan uitgaande dat Maatzorg niet op grond van art. 7:658 aansprakelijk is voor de door [verweerster] geleden schade, terecht …. onderzocht of op grond van de uit art. 7:611 voortvloeiende eisen van goed werkgeverschap op Maatzorg de verplichting rustte zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering van de schade die werkneemster in de uitoefening van haar werkzaamheden zou kunnen lijden doordat zij als bestuurder van een fiets betrokken zou raken bij een ongeval als het onderhavige. Het hof heeft die vraag bevestigend beantwoord en Maatzorg aansprakelijk geoordeeld voor de door werkneemster geleden schade, omdat Maatzorg niet aan die verplichting had voldaan.”
Informeren van werknemers voor risico’s naast de arbeid buiten de werkplek
Hoge Raad 18 maart 2005 in de zaak KLM / De Kuijer
Een werkgever die niet heeft voldaan aan de zorgplicht, is verantwoordelijk voor de schade die een werknemer bij de uitvoering van het werk lijdt. Evengoed kan een werkgever aansprakelijk zijn voor de schade van een werknemer, die door de fouten van andere ondergeschikten of hulppersonen is veroorzaakt. Dit alles wordt uitgewerkt in hoofdstuk 2.7 en houdt verband met art 7:658 BW.
Wat geldt er evenwel voor schade waarbij de werkgever niet direct of indirect is betrokken, maar niet helemaal los staat van het werk? Denk bijvoorbeeld aan de schade die een werknemer leidt, omdat hij tijdens een pauze buiten het kantoor een ongeluk overkomt. De werkgever die weet dat degene zich buiten begeeft en op de hoogte is van bijzondere gevaren in die omgeving, dient de werknemer effectief te waarschuwen. Dit dient natuurlijk steeds per situatie onderzocht te worden, waarbij een werkgever dus ook let op bijzondere gevaren waarmee werknemers buiten te maken kunnen krijgen.
Een voorbeeld hiervan is een piloot van de KLM welke enkele dagen in Ivoorvlucht diende te verblijven, voordat degene weer een vlucht terug kreeg. Onderweg van het Hotel naar een restaurant, overkomt de piloot een verkeersongeluk. KLM had moeten weten dat je begeven in het verkeer van Ivoorkust een bijzonder risico is, als ook dat je de schade niet feitelijk kan verhalen op de veroorzakers. Het gaat hier derhalve om een bijzonder gevaar, waarvoor de KLM de werknemer effectief had moeten waarschuwen. Deze verantwoordelijkheid kon KLM niet dekken door het sluiten van een (invaliditeits)verzekering voor haar piloten, zoals KLM daarvoor wel gedaan had. Op KLM blijft ook als zij een dergelijke verzekering heeft gesloten de plicht rusten haar werknemers te informeren over de bijzondere gevaren op de plaatsen van bestemming.
Volgens de Hoge Raad: “Voor KLM ligt dit in zoverre anders dat zij in de kennelijke en niet onbegrijpelijke zienswijze van het hof wèl op de hoogte behoort te zijn van de telkens wisselende bijzondere risico’s in de plaatsen van bestemming, met het oog waarop zij als goed werkgever …. maatregelen behoort te nemen, hetgeen zij niet heeft gedaan. Door …. een zodanig bijzonder risico aan te merken de gevaren van het verkeer in een land als Ivoorkust en de beperkte mogelijkheid de als gevolg van een verkeersongeval geleden schade te verhalen, heeft het hof niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Hetgeen het hof … heeft overwogen, komt hierop neer dat het nader uitwerkt waartoe KLM als goed werkgever gehouden zou zijn. In de eerste plaats noemt het hof het tot een minimum terugbrengen van de risico’s en vervolgens, kennelijk voor het geval dat een risico zich nochtans verwezenlijkt, het voor haar rekening nemen daarvan, en ten slotte, kennelijk teneinde de medewerkers ertoe te brengen de risico’s te mijden, het effectief waarschuwen voor de bijzondere risico’s en de mogelijke gevolgen daarvan. Zoals reeds blijkt uit hetgeen het hof …. heeft overwogen, heeft het niet bedoeld dat het aanbieden van een adequate verzekering in de plaats zou kunnen komen van de daar eerder vermelde verplichting effectief te waarschuwen voor de bijzondere risico’s en de mogelijke gevolgen daarvan. Dienovereenkomstig moet worden aangenomen dat het Hof … niet tot uitdrukking heeft willen brengen dat KLM met het sluiten van een dergelijke verzekering zonder meer en in alle gevallen heeft voldaan aan haar verplichting de risico’s geheel voor haar rekening te nemen.”
Met deze opleiding leert u de essentie van het arbeidsrecht aan de hand van boeiende praktijk-voorbeelden. De doelgroep is iedereendie een grondige basis wenst in het arbeidsrecht, zoals een medewerker HR, bedrijfsleider, belastingadviseur of medewerker loonadministratie.
De opleiding Specialist Arbeidsrecht is bedoeld voor de cursisten die zich vergaand willen specialiseren. Degene die doelgericht in dossiers willen adviseren of zelf handelen. Deze cursus is op het niveau post-master en bedoeld voor o.a. HR-directors, HR-managers, accountants, mediators en rechtskundigen
Deze Post-Master bestaat u 4 volledige cursusdagen in het arbeidsrecht (totaal 28 uur). Tijdens deze dagen leert u complexe vraagstukken op te lossen, waarbij u met begrip, strategie en visie doelgericht kunt werken. De overzichtelijke opbouw en praktische aanpak maken de dagen direct toepasbaar.
In deze Post-Master werkt u aan alle bouwstenen van uw oplossend vermogen. Juist in het tijdperk van AI is het belangrijk om doortastend, doelgericht, kritisch en verbindend te zijn. Dit is dus veel meer dan een AI-training. Het gaat om jou en hoe je integraal vraagstukken kan oplossen met een menselijke maat.
Interactieve cursusdagen (twee keer een tweedaagse) en 8 opgaven
Met deze opleiding leert u de essentie van het arbeidsrecht aan de hand van boeiende praktijk-voorbeelden. De doelgroep is iedereendie van een geringe naar een grondige basis wil in het arbeidsrecht, zoals een medewerker HRM, bedrijfsleider, belastingadviseur of medewerker loonadministratie.
De opleiding Specialist Arbeidsrecht is bedoeld voor de cursisten die zich vergaand willen specialiseren en doelgericht in dossiers willen adviseren of zelf willen handelen. Deze cursus is op het niveau post-master en bedoeld voor o.a. HR-directors, HR-managers, accountants, mediators en rechtskundigen
Deze Post-Master bestaat uit 4 volledige cursusdagen in het arbeidsrecht (totaal 28 uur). Tijdens deze dagen leert u complexe vraagstukken op te lossen, waarbij u met begrip, strategie en visie doelgericht kunt werken. De overzichtelijke opbouw en praktische aanpak maken de dagen direct toepasbaar. U krijgt bij iedere cursusdag een werkboek met een uitgewerkte juridische analyse als naslagwerk.
In deze Post-Master werkt u aan alle bouwstenen van uw oplossend vermogen. Juist in het tijdperk van AI is het belangrijk om doortastend, doelgericht, kritisch en verbindend te zijn. Dit is dus veel meer dan een AI-training. Het gaat om jou en hoe je integraal vraagstukken kan oplossen met een menselijke maat.
Interactieve cursusdagen (twee keer een tweedaagse) en 8 opgaven