Specialisten informatie - bij hoofdstuk 1.7
Werknemer kan als belanghebbende bezwaar aantekenen als werkgever geen tewerkstellingsvergunning krijgt, waarna weigering vergunning getoetst wordt
Rechtbank Den Haag van 1 oktober 2004 in de zaak Schoonmaakbedrijf / CWI
Een werkgever had een tewerkstellingsvergunning aangevraagd, welke evenwel is geweigerd. Het ging om werk waarvoor geen of nauwelijks scholing is vereist, derhalve werk dat door vrijwel een ieder verricht kan worden wat betreft het niveau. In dat geval mag er vanuit gegaan worden dat er medewerkers zijn te vinden die dit werk kunnen doen, waarvoor geen tewerkstellingsvergunning hoeft te worden aangevraagd (prioriteitgenietend aanbod). Dit wordt heel streng getoetst en dus lag weigering van de vergunning voor de hand. Dat wordt anders als de werkgever kan aantonen dat hij zich voldoende heeft ingezet om dergelijke medewerkers te vinden, zonder dat er succes is. Dit is niet gebleken. Een duidelijk voorbeeld over dat er kritisch getoetst wordt en onterechte functie-eisen niet eenvoudig werken.
Wat overigens extra meespeelde, dat is dat de werkgever voor dezelfde functie een eerdere aanvraag tot het verlenen van een tewerkstellingsvergunning ten behoeve van de werknemer gedaan. Bij besluit van 29 september 2000 heeft verweerder het bezwaar tegen de weigering die tewerkstellingsvergunning te verlenen ongegrond verklaard. In de uitspraak van deze rechtbank en nevenzittingsplaats van 9 juli 2002 (AWB 00/67807) is het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. In die uitspraak heeft de rechtbank onder meer overwogen dat het door de werkgever gestelde functievereiste van beheersing van de Arabische taal niet zonder meer als irreëel kan worden beschouwd. Verweerder heeft niet kunnen volstaan met de overweging dat beheersing van de Arabische taal weliswaar een prettige bijkomstigheid zou zijn, maar niet noodzakelijk voor een goede vervulling van de functie. De stelling van verweerder dat het bij de onderhavige functie slechts gaat om werkzaamheden van een laag gekwalificeerd niveau wordt door de rechtbank evenmin gevolgd. Voorts is de rechtbank van oordeel dat de werkgever voldoende inspanningen heeft gepleegd de arbeidsplaats door prioriteitgenietend op de arbeidsmarkt beschikbaar aanbod te vervullen. Het bestreden besluit komt evenwel niet voor vernietiging in aanmerking, omdat verweerder terecht heeft overwogen dat de werkgever belemmeringen in de arbeidsvoorwaarden heeft opgeworpen door hierin een leeftijdseis op te nemen.
Volgens de Rechtbank:
“2.5. In aanvulling op laatstgenoemde uitspraak van 21 augustus 2003 overweegt de rechtbank thans als volgt. Het rechtstreeks in zijn belang getroffen zijn van de werknemer, door de weigering van een ten behoeve van die werknemer door de werkgever aangevraagde tewerkstellingsvergunning, is niet afhankelijk van de omstandigheid of de aanvrager, de werkgever, al dan niet bezwaar en beroep heeft ingesteld. Nog daargelaten dat het niet aanwenden van een rechtsmiddel niet de conclusie rechtvaardigt dat de werkgever geen gebruik wenst te maken van een door hem ten behoeve van de werknemer aangevraagde tewerkstellingsvergunning, dient zelfstandig te worden beoordeeld of de werknemer rechtstreeks in zijn belang is getroffen door de weigering van de door de werkgever aangevraagde tewerkstellingsvergunning. Het betreft een causaliteitsvraag naar het direct betrokken, reële en actuele belang van de werknemer. De vraag of de belangen waarin de werknemer beschermd wil worden deel uitmaken van het te nemen besluit, speelt daarbij geen rol. De rechtbank is van oordeel dat de positie van de werknemer door het besluit tot het afwijzen van de door de werkgever aangevraagde tewerkstellingsvergunning direct en actueel wordt beïnvloed, nu deze vergunning ten behoeve van die werknemer is aangevraagd en derhalve voor wat betreft het belang niet slechts sprake is van afhankelijkheid van een (toekomstige) contractuele relatie. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de werknemer een belang dat op één lijn te stellen is met dat van de aanvrager, de werkgever. Het belang van de werknemer is dan ook rechtstreeks bij het besluit tot weigering van de tewerkstellingsvergunning betrokken, in de zin van artikel 1:2 Awb.
… Ingevolge artikel 2 Wav is het een werkgever, behoudens uitzonderingen genoemd in de artikelen 3 en 4 Wav, verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. In de artikelen 8 en 9 zijn geregeld de gronden voor weigering van een tewerkstellingsvergunning. In de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wav, verder te noemen de Uitvoeringsregels, zijn door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid regels gesteld voor de uitvoering van de Wav. Onder punt 2 van de Uitvoeringsregels is onder meer bepaald dat uitgangspunt voor de uitvoering van Wav is een consequente toepassing van het restrictieve toelatingsbeleid en dat dit inhoudt dat in beginsel alle toepasselijke weigeringsgronden waarin de Wav voorziet, zullen worden tegengeworpen.
2.15. Gelet op het voorgaande heeft verweerder voor de functie van voorman prioriteitgenietend aanbod op arbeidsmarkt beschikbaar kunnen achten en heeft derhalve terecht een tewerkstellingsvergunning geweigerd op grond van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, Wav.”
Collectieve aanvraag tewerkstellingsvergunning afgewezen wegens prioriteitgenietend aanbod
Raad van State 4 augustus 2004 in de zaak werkgever / CWI
De vraag of voor ongeschoolde arbeid er in beginsel altijd prioriteitgenietend aanbod is versus het niet kunnen vinden van mensen die in de aspergeteelt willen werken. Indien een werkgever stelt dat veel mensen dit werk kunnen en toch niemand dat blijkt te willen, dan moet de werkgever het uitgangspunt ontkrachten dat in beginsel wordt aangenomen dat er medewerkers zijn te vinden. De werkgever heeft zich evenwel onvoldoende ingezet om op de Nederlandse arbeidsmarkt mensen te vinden, zodat hij niet zijn toevlucht kan nemen bij mensen voor wie een tewerkstellingsvergunning dient te worden aangevraagd.
Volgens de Raad van State:
“2.4. Dit betoog berust op een onjuiste lezing van de aangevallen uitspraak, nu de rechtbank weliswaar heeft overwogen dat voor ongeschoolde arbeid altijd voldoende prioriteitgenietend aanbod aanwezig mag worden verondersteld, maar vervolgens juist ook heeft overwogen dat niet in geschil is dat het vervullen van vacatures in de sector vollegrondstuinbouw problematisch is, doch dat dit niet wegneemt dat van de werkgever verwacht mag worden dat hij op die krappe arbeidsmarkt alle mogelijkheden benut om aan voldoende personeel te komen. …. Uit de stukken blijkt dat appellante heeft volstaan met aanmelding van de vacatures bij het Arbeidsbureau, bij EURES en bij vier uitzendbureaus. Van verdere inspanningen en vervolgcontacten met de organisaties waar de vacatures zijn aangemeld is niet gebleken. De rechtbank heeft voorts terecht vastgesteld dat van de door appellante gestelde ten dezen relevante wervingsactiviteiten bij asielzoekerscentra geen bewijsstukken zijn overgelegd. Met de rechtbank is de Afdeling dan ook van oordeel dat de inspanningen die appellante heeft verricht om werknemers aan te trekken als onvoldoende mochten worden aangemerkt.”
Deze informatie is voor cursisten die bij ons een opleiding arbeidsrecht volgen.
Leren bij de specialist – Het opleidingsinstituut van AN-i
AN-i is volledig gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Wij verzorgen de website Arbeidsrechter.nl en onze specialisten procederen voor rechtbanken. Vanuit deze expertise bieden wij op meerdere niveaus opleidingen en cursusdagen aan. Van de beginnende personeelsmedewerker tot en met een gespecialiseerde advocaat volgen bij ons scholing.
Inmiddels_hebben wij voor vele opdrachtgevers opleidingen verzorgd:
Werkgevers: o.a. ING, KPN, CZ, GGD, IKEA, Keerpunt, LogicaCMG, Nationale Nederlanden, Parnassia, Rabobank, RIAGG, Sociale Verzekeringsbank en het UWV.
Advocatenkantoren: o.a. Boekel de Nerée, Van Diepen Van der Kroef, Labee, Boels Zanders, Cleerdin Hamer, Houthoff Buruma, Damsté, Schouten en Lagro.
Ons instituut is geregistreerd in het CRKBO en is bovendien geaccrediteerd door: MZ, RB, MfN (voorheen NMI), de Nederlandse Orde van advocaten en NIRPA.