Verval of afstand van het concurrentiebeding
Regeling over verval concurrentiebeding van voor 1 januari 2015
De werkgever kan geen aanspraak maken op het beding indien hij wegens de manier waarop de arbeidsovereenkomst geëindigd is, schadeplichtig is. Het gaat om de volgende situaties:
- 7:677 lid 1 en 2: einde van de dienstbetrekking zonder opzegging of zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen doen eindigen, behoudens dringende aan de wederpartij onverwijld medegedeelde reden. Een te korte opzegtermijn kan niet opgelost worden door alsnog regelmatig op te zeggen: Arrest De Waal/Van rijn, HR 30 juni 1995, JAR 1995 / 152.
- 7:677 lid 3: door opzet of schuld aan de wederpartij een dringende reden geven om de dienstbetrekking zonder opzegging of zonder inachtneming van de voor de opzegging geldende bepalingen te doen eindigen, waarvan gebruik is gemaakt door opzegging of door op die grond ontbinding te vragen. Derhalve ontslag op staande voet genomen door werknemer of ontbinding wegens dringende reden, aangevraagd door de werknemer.
Een kennelijk onredelijk ontslag, einde met wederzijds goedvinden of ontbinding wegens een verstoorde verhouding, zelfs met toekenning van een hoge vergoeding, raakt het concurrentiebeding niet: Rb. Amsterdam 15 juli 1991, Prg 1992, nr. 3668, Ktr. Leeuwarden 14 februari 2006, LJN AG2511. Eventueel kan gesteld worden dat op grond van artikel 6:248 lid 2 de werkgever naleving van het concurrentiebeding wordt ontzegd, vanwege het feit dat de werkgever in belangrijke mate heeft bijgedragen aan het ontslag van de werknemer: Hof Arnhem 4 januari 2005, JAR 2005 / 46. Het blijft evenwel de vraag of er ruimte is voor een dergelijke toetsing naast de billijkheidstoets die in artikel 7:653 zelf al is verweven.
De werknemer die zich op het standpunt stelt dat het beding is vervallen en duidelijkheid wenst, kan een verklaring voor recht vorderen dat de werkgever op grond van artikel 7:653 lid 3 BW geen recht aan het concurrentiebeding kan ontlenen. Na verval van het concurrentiebeding door voorgaande bepaling, is het nog wel mogelijk op grond van onrechtmatige daad een procedure te starten: Arrest TPTS/Visser, HR 5 december 1997, JAR 1998 / 17.
Regeling over verval concurrentiebeding voor na 1 januari 2015
Het criterium voor verval wenst de overheid te wijzigen met het wetsvoorstel Werk en Zekerheid (33818). “Aan een beding als bedoeld in lid 1 of lid 2 kan de werkgever geen rechten ontlenen, indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.” Dat is een ruimer criterium, hoewel dit zich niet snel zal voordoen en hierover zonder uitspraak van een rechter grote onzekerheid zal bestaan. Deze wijziging gaat in na wijziging van het ontslagrecht over schadeplichtigheid.
De werknemer die zich op het standpunt stelt dat het beding is vervallen en duidelijkheid wenst, kan een verklaring voor recht vorderen dat de werkgever op grond van artikel 7:653 lid 3 BW geen recht aan het concurrentiebeding kan ontlenen. Na verval van het concurrentiebeding door voorgaande bepaling, is het nog wel mogelijk op grond van onrechtmatige daad een procedure te starten: Arrest TPTS/Visser, HR 5 december 1997, JAR 1998 / 17.
Afstand van het concurrentiebeding
In een vaststellingsovereenkomst kan bedongen zijn dat afstand van het concurrentiebeding wordt gedaan, bijvoorbeeld door het beding om te zetten naar een relatiebeding. Een einde met wederzijds goedvinden kan wel leiden tot verval van de rechten uit een concurrentiebeding, maar dit zou dan overeengekomen moeten zijn of ten minste moeten blijken uit de bedoeling van partijen: Ktr. Haarlem 17 augustus 1971, NJ 1972 / 446. Om geen risico te nemen – gelet op de finale kwijting die veelal in een vaststellingsovereenkomst staat – is het van belang in de vaststellingsovereenkomst op te nemen dat bedingen die bedoeld zijn om ook te gelden na het einde van de arbeidsovereenkomst, hun werking behouden en bij voorkeur expliciet naar het concurrentiebeding, relatiebeding en dergelijke te verwijzen: Hof Amsterdam 28 april 2009, RAR 2009 / 134.
Deze informatie is voor cursisten die bij ons een opleiding arbeidsrecht volgen.
Leergang arbeidsrecht
Met deze opleiding leert u de essentie van het arbeidsrecht aan de hand van boeiende praktijk-voorbeelden. De doelgroep is iedereen die een grondige basis wenst in het arbeidsrecht, zoals een medewerker HR, bedrijfsleider, belastingadviseur of medewerker loonadministratie.
Lees meer
Specialist arbeidsrecht
De opleiding Specialist Arbeidsrecht is bedoeld voor de cursisten die zich vergaand willen specialiseren. Degene die doelgericht in dossiers willen adviseren of zelf handelen. Deze cursus is op het niveau post-master en bedoeld voor o.a. HR-directors, HR-managers, accountants, mediators en rechtskundigen
Lees meer
Strategisch arbeidsrecht
Deze Post-Master bestaat u 4 volledige cursusdagen in het arbeidsrecht (totaal 28 uur). Tijdens deze dagen leert u complexe vraagstukken op te lossen, waarbij u met begrip, strategie en visie doelgericht kunt werken. De overzichtelijke opbouw en praktische aanpak maken de dagen direct toepasbaar.
Lees meer
Training HR + AI
In deze Post-Master werkt u aan alle bouwstenen van uw oplossend vermogen. Juist in het tijdperk van AI is het belangrijk om doortastend, doelgericht, kritisch en verbindend te zijn. Dit is dus veel meer dan een AI-training. Het gaat om jou en hoe je integraal vraagstukken kan oplossen met een menselijke maat.
Interactieve cursusdagen in ons HR + AI - centrum
Lees meer