Hoofdstuk 2.4.1. Kort verlof (calamiteitenverlof)
Er zijn tal van omstandigheden waarbij een medewerker, die niet werkt, wel loon krijgt doorbetaald. Denk aan ziekte (2.2.), vakantie (4.2.) zwangerschapsverlof (2.4.2.), geboorteverlof (2.4.3.), adoptieverlof (2.4.4.) en zorgverlof (2.4.6.). Bij ouderschapsverlof (2.4.5.) en een sabbatical year (verlofregeling) (2.4.7.) geldt de verplichting tot het doorbetalen van loon in beginsel niet. In deel 4.1.3. staat een uitgebreid overzicht van de omstandigheden waarbij het loon doorbetaald moet worden, ook al wordt er niet gewerkt (4.1.3.).
Kort verlof (calamiteitenverlof)
In dit deel gaat het om kort verlof, waarbij de medewerker het loon krijgt doorbetaald. Het gaat om verlof van hoogstens een paar dagen of mogelijk zelf een paar uren. Bepaalde vormen van dit verlof worden door de wetgever “calamiteitenverlof” genoemd, waarbij het voornamelijk gaat om geboorte, trouwen of overlijden.
Bij kort verlof wordt het loon doorbetaald in de volgende omstandigheden:
- Verlof door zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden, zoals bevalling van de partner (geboorte zoon/dochter), begrafenis van een overleden huisgenoot of een direct familielid of door huwelijk / trouwen of ondertrouw van de medewerker zelf of zijn kinderen (art 4:1 WAZ). Onder een direct familielid wordt verstaan een bloed- of aanverwante in de rechte lijn en in de tweede graad van de zijlijn. Het gaat in de rechte lijn om de eigen, erkende of geadopteerde kinderen en kleinkinderen, ouders, grootouders en overgrootouders, alsmede om de schoonouders, en mogelijk ook om de kinderen van de huidige partner uit andere relaties. Daarnaast gaat het in de zijlijn om broers en zusters, de echtgenoot of geregistreerde partners van dezen.
- Bij verlof voor zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden wordt ook gedacht aan onvoorziene omstandigheden die een onmiddellijke onderbreking van de arbeid vergen, zoals brand, inbraak, gesprongen waterleiding, als ook de opvang van een kind dat plotseling ziek is geworden of redelijkerwijze niet buiten werktijd om te plannen arts- of ziekenhuisbezoek door de werknemer. Dit calamiteitenverlof duurt kort, want het ziet slechts op de treffen van (tijdelijke) noodzakelijke maatregelen. Daardoor zal dit verlof vrijwel nooit langer duren dan een dag (art 4:1 WAZ).
- Door het nakomen van een wettelijke verplichting voor zover het plaatsvindt binnen een redelijke tijd. De omstandigheden zijn dusdanig dat het nakomen van deze verplichting niet kan plaatsvinden gedurende de vrije tijd van de medewerker, terwijl de medewerker voor het nakomen van zijn verplichting geen vergoeding krijgt. Naast het uitoefenen van het actief kiesrecht, doet deze omstandigheid zich niet snel voor of is deze van weinig betekenis (art 4:1 WAZ)
- Verlof doordat de werknemer als lid van (een commissie van) de ondernemingsraad werkzaam is, tenzij vergaderingen of andere bezigheden plaatsvinden buiten de werktijden van de onderneming of tenzij de andere bezigheden het aantal daarvoor vastgestelde uren overschrijden (art 17 en 18 WOR) (5.1.). Deze vorm van verlof wijkt af, aangezien dit verlof zich regelmatig zal voordoen. De andere vormen van kort verlof doen zich doorgaans bij uitzondering voor.
In andere omstandigheden wordt in beginsel geen loon doorbetaald:
- Als een medewerker met een werkgever verlof overeenkomt, hangt het van de onderlinge afspraken af of er dan loon doorbetaald wordt. In dergelijke omstandigheden wordt er mogelijk voor gekozen om vakantie- (4.2.2.) of ATV-dagen (7.) op te nemen, of wordt er mogelijk van een verlofregeling gebruik gemaakt (2.4.7.).
- Een medewerker die door omstandigheden niet (op tijd) op het werk kan komen, verricht geen arbeid en krijgt ook geen loon. Denk aan medewerkers die door treinstakingen niet kunnen werken of die aan het einde van een vakantie hun vliegtuig gemist hebben. Een dergelijke afwezigheid, dient niet eens als verlof gezien te worden. Het hangt van de omstandigheden af of de afwezigheid de medewerker toegerekend kan worden. De afwezigheid kan bij uitzondering dusdanig ernstig zijn, dat ontslag op staande voet mogelijk is (3.3.2.).
Hoogte van het loon als de medewerker niet werkt, maar wel loon ontvangt
Onder bepaalde omstandigheden heeft de medewerker dus recht op loon, hoewel hij niet werkt. Het gaat hier om het loon dat naar tijdruimte wordt vastgesteld. In veel gevallen is dat een uurloon. Dit uurloon wordt vermeerderd met het gemiddelde van de toeslagen die de medewerker geregeld ontvangt, zoals bijvoorbeeld overwerktoeslag en een toeslag voor bezwarende werkomstandigheden. Uitgebreide informatie over de hoogte van het loon tijdens een verlof staat in deel 4.1.3. (4.1.3.3.).
Uitbreiding verplichting tot het doorbetalen van loon
In een cao wordt de verplichting van de werkgever vaak uitgebreid tot doorbetalen van loon gedurende bepaalde feestdagen of ADV-dagen en in geval van sollicitatiebezoeken, bezoek aan een arts, vakexamens, vakbondsscholing en andere cursussen en opleidingen.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 2 over veranderingen die zich in een dienstverband kunnen voordoen. U vindt hierin informatie over:
2.1. Verandering functie, vestigingsplaats, arbeidsduur, etc.
2.2. Ziekte en arbeidsongeschiktheid van de werknemer
2.3. Misdragingen, disciplinaire maatregelen (o.a. schorsing, waarschuwing)
2.4. Verlof (o.a. zwangerschap, zorgverlof, ouderschapsverlof).
2.5. Non-actief stellen van werknemers door de werkgever
2.6. (on)gelijke behandeling / discriminatie
2.7. Aansprakelijkheid voor schade van de werknemer of werkgever
2.8. Overgang van de onderneming en gevolgen voor het arbeidscontract
2.9. Overnemen van arbeidsovereenkomsten
2.10. Staking en andere collectieve acties
2.11. Conflicten tussen medewerkers onderling
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.