Hoofdstuk 1.1.2. Uitwerking van verschillende arbeidsverhoudingen
Hieronder wordt uitgewerkt of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet.
Situaties waarbij er doorgaans geen sprake is van een arbeidsovereenkomst:
– Stage en vrijwilligerswerk (zonder beloning) (1.1.2.1.)
– Belonen door derden (uitzendbureau en klanten) (1.1.2.2.)
– Werkgever sluit overeenkomst met rechtspersoon (1.1.2.3.)
– Freelancewerk (1.1.2.4.)
– Een medewerker die veel vrijheid heeft bij de keuze of hij wel of niet werkt (1.1.2.6.)
– Overeenkomsten binnen gezinsverhoudingen (1.1.2.7.)
– (Arbeids)overeenkomst tussen maten of vennoten (1.1.2.8.)
– Medewerkers in de huishouding (1.1.2.9.)
– Leerovereenkomst (leerlingwezen) (1.1.2.10.)
Situaties waarbij er doorgaans wel sprake is van een arbeidsovereenkomst:
– Bestuurder van een rechtspersoon (1.1.2.11.)
– Werken op afroep (1.1.2.5) en (6.3.3.5.)
Situaties waarbij het per geval verschilt of er sprake is van een arbeidsovereenkomst:
– Vrij beroep, eigen onderneming of in dienst (1.1.2.12.)
– Thuiswerken (1.1.2.13.)
Als er geen arbeidsovereenkomst is, dan zijn er andere mogelijkheden (1.1.3.).
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 1 over het aangaan van de arbeidsovereenkomst en de rechten en plichten die hierdoor ontstaan. U vindt in dit deel informatie over:
1.1. Wat is een arbeidsovereenkomst en welke contracten zijn er?
1.2. Tot stand komen van de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer
1.3. Inhoud van de arbeidsovereenkomst (o.a. contract bepaalde tijd, concurrentiebeding, proeftijd, nevenwerk, boetebeding, geheimhouding, detachering)
1.4. Rechten en plichten door aangaan arbeidscontract
1.5. Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
1.6. Reglement / personeelshandboek
1.7. Verrichten van werk door vreemdelingen
1.8. Medewerkers in dienst van een maatschap of vennootschap
1.9. Arbeidsbemiddeling door het UWV
1.10. Stimulerende maatregelen voor werklozen
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.