Hoofdstuk 2.4.9. Politiek verlof
Verlof voor politieke taken
Medewerkers die een politieke taak vervullen, kunnen onbetaald verlof krijgen voor het als lid bijwonen van bepaalde vergaderingen. Dat kunnen zij desnoods via de rechter afdwingen, als de werkgever het verlof niet in voldoende mate toekent (art 7:643 BW). De rechter weegt de schending van het belang van de werkgever bij afwezigheid van de werknemer af, met het belang van de medewerker bij de uitoefening van zijn publieke taak. Het feit dat de medewerker zich beroept op het recht om met politiek verlof te gaan, mag er niet toe leiden dat de arbeidsovereenkomst met de medewerker wordt opgezegd. Het gaat niet om een absoluut opzeggingsverbod, maar slechts om een verbod tot opzegging om die reden. Een algeheel opzeggingsverbod geldt er wel tijdens de periode waarin er wordt gewacht op een beschikking van de kantonrechter over de vraag of de werkgever het politieke verlof dient toe te kennen (art 7:670-6 BW).
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 2 over veranderingen die zich in een dienstverband kunnen voordoen. U vindt hierin informatie over:
2.1. Verandering functie, vestigingsplaats, arbeidsduur, etc.
2.2. Ziekte en arbeidsongeschiktheid van de werknemer
2.3. Misdragingen, disciplinaire maatregelen (o.a. schorsing, waarschuwing)
2.4. Verlof (o.a. zwangerschap, zorgverlof, ouderschapsverlof).
2.5. Non-actief stellen van werknemers door de werkgever
2.6. (on)gelijke behandeling / discriminatie
2.7. Aansprakelijkheid voor schade van de werknemer of werkgever
2.8. Overgang van de onderneming en gevolgen voor het arbeidscontract
2.9. Overnemen van arbeidsovereenkomsten
2.10. Staking en andere collectieve acties
2.11. Conflicten tussen medewerkers onderling
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.