Wat mag/moet er in een concurrentiebeding staan?
Een concurrentiebeding is een afspraak tussen werkgever en werknemer en er zijn dus een paar vereisten om zo’n beding geldig te laten zijn. Het beding moet namelijk schriftelijk overeengekomen worden met een meerderjarige werknemer in een vast contract.
In principe staat het de werkgever en werknemer vrij wat ze overeenkomen in het beding zelf. Het doel van deze afspraak is te voorkomen dat de werknemer na uitdiensttreding kennis en ervaring gebruikt voor een andere werkgever, of voor een eigen bedrijf. Veelal wordt het beding gekoppeld aan bepaalde concurrerende werkzaamheden of relaties. Een beperking naar tijdsduur en geografie is niet verplicht, maar wel gebruikelijk.
Normaal zullen in het beding afspraken worden gemaakt over:
- het soort werk (bijvoorbeeld niet hetzelfde werk bij de nieuwe werkgever doen);
- de nieuwe werkgever (bijvoorbeeld niet bij een concurrent gaan werken);
- het geografisch gebied (bijvoorbeeld niet hetzelfde werk binnen een bepaalde regio doen);
- de periode (bijvoorbeeld niet binnen 1 of 2 jaar na uitdiensttreding bij een concurrent hetzelfde werk doen of een eigen bedrijf starten)
Als een concurrentiebeding onredelijk beperkend werkt, zou het (gedeeltelijk) vernietigd kunnen worden.
