Een medewerker bij een maatschap of vennootschap kan meerdere werkgevers hebben, zoals maten of vennoten, die elkaar mogelijk opvolgen. Bij maatschappen werken beroepsbeoefenaren samen, terwijl vennootschappen gericht zijn op ondernemers die samen een bedrijf runnen. Beide situaties kennen unieke juridische nuances.
Maatschap of vennootschap (personenvennootschap)
Is de medewerker in dienst van een maatschap of vennootschap, dan is de verhouding tussen de medewerker en werkgever(s) meer complex. De werknemer kan namelijk meerdere werkgevers hebben (maten / vennoten), die elkaar mogelijk (stilzwijgend) opvolgen. Op de bijzonderheden die hierbij spelen wordt hieronder ingegaan. In geval van een maatschap gaat het om een samenwerkingsverband tussen twee of meer beroepsbeoefenaren (1.8.1.). Gaat het om een vennootschap dan betreft het een samenwerkingsverband tussen vennoten die de onderneming runnen (1.8.2.).
Door mensgericht te handelen juist doeltreffend zijn
arbeidsrechtkantoor AN-i
OPLEIDINGEN ARBEIDSRECHT
Erkende opleidingen waarin je doelgericht werkt aan vraagstukken uit onze praktijk. HBO-master Leergang arbeidsrecht
Post-masters: Specialist arbeidsrecht & Strategisch arbeidsrecht.
Door mensgericht te handelen
juist doeltreffend zijn
arbeidsrechtkantoor AN-i
OPLEIDINGEN ARBEIDSRECHT
Erkende opleidingen waarin je doelgericht werkt aan vraagstukken uit onze praktijk. HBO-master Leergang arbeidsrecht
Post-masters: Specialist arbeidsrecht & Strategisch arbeidsrecht.
1.8. Medewerkers in dienst van een maatschap of vennootschap
1.8.1. De maatschap
1.8.1.1. Aangaan van een arbeidsovereenkomst
1.8.1.2. Wijzigingen die de maatschap aangaan
– 1.8.1.2.A. Ontbinding van de maatschap
– 1.8.1.2.B. Voortzetting van de maatschap in gewijzigde samenstelling
– 1.8.1.2.C. Wijzigen van de maatschap in een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap
– 1.8.1.2.D. Inbreng van de maatschap in een rechtspersoon
– 1.8.1.2.E. Een maat overlijdt en de positie van erfgenamen
1.8.2. De vennootschap
1.8.2.1. Algemene opmerkingen over vennootschappen
– 1.8.2.1.A. De vennootschap onder firma
– 1.8.2.1.B. De commanditaire vennootschap
1.8.2.2. Handelen jegens medewerkers door een vennoot of vennoten
1.8.2.3. Wijzigingen die de vennootschap aangaan
– 1.8.2.3.A. Ontbinding van de vennootschap
– 1.8.2.3.B. Voortzetting van de vennootschap met andere samenstelling
– 1.8.2.3.C. Inbreng van de vennootschap in een rechtspersoon (BV) of eenmanszaak
– 1.8.2.3.D. Een vennoot overlijdt en de positie van de erfgenamen
