hoofdstuk 1.5.3. Algemene opmerkingen over de CAO
Aangaan en aanmelden van een cao
Een cao omvat voornamelijk arbeidsvoorwaarden die werkgever(sorganisatie) en werknemersorganisaties met elkaar afspreken voor medewerkers in een onderneming of bedrijfstak (art 1 WCAO). Nadat de cao schriftelijk is aangegaan en door beide partijen is ondertekend, wordt deze aangemeld bij de inspectiedienst (I-SZW). Deze ontvangt de volledige tekst en toelichting bij de nieuwe of gewijzigde collectieve arbeidsovereenkomst. Wanneer de inspectie vervolgens de ontvangstbevestiging verstuurt, dan treedt de dag daarna de cao in werking. Een cao kan een ingangsdatum hebben die voor de dag ligt waarop de cao in werking treedt, waardoor de cao terugwerkende kracht heeft.
Een werkgever is niet verplicht een CAO aan te gaan en hij kan in beginsel zelf bepalen met welke vakorganisaties hij een CAO gaat sluiten. CAO-onderhandelingen zal hij evenwel gaan voeren met vakbonden die geacht worden het personeel te vertegenwoordigen. Of een vakbond representatief is hangt af van het aantal leden (medewerkers) die lid zijn van de bond. Een vakbond die niet tot de onderhandelingen wordt toegelaten, kan dit afdwingen als zij voldoende representatief is (in vergelijking met de bonden die wel tot de onderhandelingen zijn toegelaten). Daarbij wordt mogelijk wel de eis gesteld dat zonder toelating de kans aanwezig is dat de CAO onvoldoende rekening houdt met de wensen van (leden die aangesloten zijn bij) de vakbond.
De onderhandelingen over een nieuwe CAO worden doorgaans gevoerd door dezelfde CAO-partijen. De vakbond zal voor de onderhandelingen bij haar (kader)leden inventariseren welke knelpunten er ondervonden worden en wat de wensen zijn voor de nieuwe CAO. Naast deze inventarisatie zal er rekening gehouden worden met het beleid van de vakbond, denk bijvoorbeeld aan streefcijfers voor loonsverhoging. Na het onderzoeken van haalbaarheid en consequenties van de gewenste wijzigingen, worden de voorstellen voor de nieuwe CAO uitgewerkt. Ten einde de wederpartij de kans te geven om zich in de voorstellen te verdiepen, worden die voorstellen voor het overleg toegezonden. Ondanks die mogelijkheid tot voorbereiding zal er vaak meerdere malen in overleg getreden moet worden. Voordat de vakbond een CAO aangaat zal de bond bij haar leden controleren of zij akkoord gaan met de uitkomsten uit de onderhandelingen, waarna het overleg wordt voortgezet en / of de CAO overeengekomen wordt.
Inhoud van een cao
De wetgever heeft niet voorgeschreven welke bedingen er wel of juist niet in een cao mogen voorkomen. Bedingen in strijd met de wet, openbare orde of goede zeden zijn echter nietig of vernietigbaar. Er kan sprake zijn van een cao, ook al omvat deze slechts de oprichting van een stichting, waarbij de werkgever een geldelijke bijdrage in deze stichting moet leveren (die scholing voor medewerkers verzorgt). Een cao mag een werkgever verplichten om alleen gebonden medewerkers aan te nemen, zolang de cao maar niet eist dat medewerkers zijn aangesloten bij één voornamelijk te noemen werknemersvereniging. De cao kan zelfs werking hebben voor contracten die geen arbeidsovereenkomst zijn, zoals de overeenkomst van opdracht of aanneming van werk (1.1.3.). Het toepassingsgebied dat in de cao wordt omschreven zal dan tevens deze contracten omvatten.
De leden van een vereniging die een cao is aangegaan worden zo spoedig mogelijk van de inhoud van de cao op de hoogte gesteld (art 4 WCAO). Dit gebeurt wellicht door het overhandigen van een populaire-cao die in duidelijkere (minder juridische) bewoordingen weergeeft wat de echte cao met zich meebrengt.
Algemeen verbindend verklaring van cao bepalingen
Veel bepalingen van bedrijfstak-cao’s worden algemeen verbindend verklaard, waardoor er enige mate van eenheid ontstaat binnen bedrijfstakken. Zo wordt oneerlijke concurrentie voorkomen, de rechtszekerheid vergroot en het collectief overleg over arbeidsvoorwaarden ondersteunt. De arbeidsinspectie probeert het algemeen verbindend verklaren van bepalingen zo snel mogelijk te laten volgen op de inwerkingtreding van de cao (1.5.2.5.C.).
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 1 over het aangaan van de arbeidsovereenkomst en de rechten en plichten die hierdoor ontstaan. U vindt in dit deel informatie over:
1.1. Wat is een arbeidsovereenkomst en welke contracten zijn er?
1.2. Tot stand komen van de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer
1.3. Inhoud van de arbeidsovereenkomst (o.a. contract bepaalde tijd, concurrentiebeding, proeftijd, nevenwerk, boetebeding, geheimhouding, detachering)
1.4. Rechten en plichten door aangaan arbeidscontract
1.5. Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
1.6. Reglement / personeelshandboek
1.7. Verrichten van werk door vreemdelingen
1.8. Medewerkers in dienst van een maatschap of vennootschap
1.9. Arbeidsbemiddeling door het UWV
1.10. Stimulerende maatregelen voor werklozen
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.